In een voorheen gepubliceerde inventaris van (persoonlijke)
diensten in de directe omgeving in Vlaanderen (L. Callebert,
J. Pacolet, 1995) werden een aantal van deze diensten nader bestudeerd. De
bedoeling van dit rapport is deze studie te actualiseren en aan te vullen. Dit
gebeurt in het kader van een onderzoeksopdracht van de Koning
Boudewijnstichting omtrent de buurtdiensten in België (Ph. Defeyt,
F. Lambert, J. Pacolet, 1997) en Europa. Wij vatten de voornaamste
conclusies van de studie van 1995 samen en vullen het aan met bijkomende
recente informatie. Als handleiding gebruiken wij hiervoor de lijst van
sectoren opgesteld door de Europese Commissie. Die voorzag in haar witboek
‘Groei, concurrentievermogen, werkgelegenheid’ belangrijke expansiemogelijkheden
voor nieuwe diensten in lokale voorzieningen, cultuur, milieu, enz. In de
verdere concretisering somt zij 17 domeinen op, met de factoren die de
ontwikkeling belemmeren en stimuleren. Wij nemen ze over in deze studie als
uitgangspunt voor de zoektocht naar nieuwe vormen van werkgelegenheid omdat
elke suggestie, wat ook de reële expansiemogelijkheid moge zijn, moet
uitgeprobeerd worden in onze verplichting om te zoeken naar nieuwe jobs [1].
Schema 1. Expansiemogelijkheden in de zogenaamde ‘buurtdiensten’ (diensten in de nabije omgeving) [2]
a) Persoonlijke dienstverlening |
- Huishoudelijke hulp |
- Thuiszorg en hulp aan bejaarden |
- Kinderopvang |
- Informatie en communicatie |
- Jeugdopvang |
b) Verbetering leef- en omgevingskwaliteit |
- Verbetering huisvesting |
- Veiligheid |
- Lokaal openbaar vervoer |
- Valorisatie publieke ruimten |
- Buurtwinkels |
c) Cultuur en vrije tijd |
- Toerisme |
- Audiovisuele sector |
- Cultureel erfgoed |
- Lokale culturele ontwikkeling |
d) Milieu |
- Afvalverwerking |
- Watervoorziening |
- Behoud natuurgebieden |
- Milieucontrole. |
Bron: Overzicht opgenomen in Vleugels I. e.a., 1996, p. 49
De lijst [3]is een menging van private maar meer nog van collectieve diensten. De overheid zal hierin vaak een pioniersrol moeten opnemen. Daarenboven dient opgemerkt dat sommige van deze initiatieven zich situeren in het verlengde van een lange traditie van tewerkstellingsmaatregelen.
Dienstverlening in de directe omgeving omvat diensten die tot doel hebben aan individuele behoeften te voldoen, om aldus het dagelijkse leven gemakkelijker te maken en het mogelijk te maken een reeks persoonlijke en familiale problemen te regelen. Belangrijk voor die diensten is dat de nabijheid van de begunstigde en de dienstverlener vereist is. Met de ontwikkeling van deze diensten wil men inspelen op behoeften waaraan vaak niet wordt voldaan. Die behoeften zijn het gevolg van een aantal demografische en socio-economische veranderingen. De vergrijzing van de bevolking, verschuiving van leefgewoontes, veranderde gezinsstructuren zoals b.v. de toename van de éénoudergezinnen en een verhoogde arbeidsparticipatie van de vrouw, creëren nieuwe en uiteenlopende behoeften.
We merken dat deze diagnose correct is, dat er inderdaad aan heel wat behoeften niet wordt voldaan. De redenen zijn divers. Ten eerste is het mogelijk dat deze nieuwe diensten nog niet (voldoende) ontwikkeld zijn of dat het bestaande aanbod onvoldoende gestructureerd is of te duur uitvalt. Er zijn namelijk een aantal hinderpalen voor de ontwikkeling van die diensten, zowel aan de aanbod- als aan de vraagzijde. De hoge (arbeids-)kosten blokkeren de ontwikkeling van de vraag, terwijl anderzijds dergelijke dienstverlenende activiteiten dikwijls als minderwaardige arbeid beschouwd worden. Toch is onmiskenbaar het potentieel aanwezig zoals dit ook blijkt uit de interesse van bepaalde commerciële promotoren. Tenslotte vinden een aantal behoeften bijna uitsluitend een aanbod in het informele circuit (bijvoorbeeld voor huishoudelijke hulp).
Het Europese beleid trekt deze diensten verder open naar diverse andere behoeften in de buurt waar de mensen leven, en die moeten bijdragen tot een betere kwaliteit van het leven. Hier worden o.a. collectieve behoeften als een zuiver milieu, behoud van het cultureel patrimonium naar voren geschoven. Ook hier zijn er nog aanzienlijke onbevredigde behoeften. In dit rapport hanteren wij de ruime definitie van buurtdiensten.
[1] Commission Européenne, Les initiatives locales de développement et d’emploi. Enquête dans l’Union Européenne, Document de Travail des Services de la Commission, maart 1995, p. 50-51. Zie ook I. Vleugels, E. Gos, I. Nicaise, 1996, p. 49.
[2] Een concretisering van deze concepten is te vinden in bijlage 1.
[3] De lijst overlapt zeer sterk met al de nieuwe behoeften die jaren terug (samen met de mogelijkheden van de Oost-West integratie in Europa) door I. Lindemans (Hoofd studiedienst ACV) werden gesuggereerd, o.m. toen hij systemen als DAC bepleitte (zie ook I. Lindemans, 1996, p. 425-440.)