Hoofdstuk 4 De weg naar de Partij van de Arbeid (1977-1979)

 

Wat we in dit laatste hoofdstuk bekijken, zijn de twee jaren tot aan de oprichting van de PvdA in de herfst van 1979. Na een kort overzicht van de ideologie en acties, zien we Amada deelnemen aan de  nationale verkiezingen van 1977 en 1978 en aan de Europese verkiezingen van 1979. De resultaten van die verkiezingen zouden mee aan de basis liggen van de wil bij Amada om zich om te vormen tot een echte communistische partij. Die omvorming bekijken we in een laatste paragraaf.

 

1. De ideologische kijk op de zaak

 

Het doel van Amada was nog steeds de realisatie van een socialistische revolutie en de dictatuur van het proletariaat. Om dit te bereiken moest Amada haar politiek en tactiek richten op de strijd. Daarom zette Amada haar campagne tegen de twee grootste internationale vijanden, de VS en SU, voort. In die campagne stond, zoals we in het vorige hoofdstuk aantoonden, de vrees voor een derde wereldoorlog centraal. De houding van Amada ten overstaan van Rusland bepaalde in die laatste jaren nog steeds de politiek van Amada. Rusland was voor Amada de vijand nummer één die Europa bedreigde in zijn oorlog tegen Amerika. Die vijand moest bestreden worden. In de krant Amada werd uitvoerig aandacht besteed aan het sociaal-imperialistische Rusland (meerbepaald aan het kapitalisme van de nieuw-burgerij, het sociaal-fascisme, de oorlogsdreiging en de imperialistische inmenging) en in mindere mate aan Amerika (vooral aan haar imperialistische activiteiten).

De kernconcepten, die Amada ontwikkelde voor de strijd tegen Rusland en Amerika en die we hieronder in Amada’s verkiezingsprogramma van 1977 terug zien komen, waren vrede, nationale onafhankelijkheid en de volksdemocratie. We zullen ze daar uitleggen. In haar strijd tegen de supermachten kaderde ook de participatie aan het “10 Jaar Tsjecho-Slowakije Comité”. Dit comité werd opgericht in 1978 ter nagedachtenis van de gebeurtenissen in Tsjecho-Slowakije in 1968 (Praagse Lente). Het comité organiseerde in augustus 1978 verschillende activiteiten (zoals een betoging op 20 augustus in Brussel, een propagandatocht in de Ardennen op 19 augustus of een infoavond in Hasselt op 17 augustus) en bracht een brochure uit om wat gebeurd was in ‘68 te herdenken. De Russische inval werd al door de SVB veroordeeld, maar opmerkelijk was dat Amada zich in haar actie voor de eerste maal verbond met andere politieke partijen (CVP, BSP, PRL, Volksunie, enz.). In haar krant bracht Amada herhaaldelijk artikels uit rond het 10-jarige feest van de gebeurtenissen van 1968 in Tsjecho-Slowakije.[1] Buiten dit comité betoogde Amada ook tegen de twee supermachten en de oorlogsdreiging, zoals op 7 mei 1978 in een nationale betoging in Brussel, georganiseerd door het Overlegcentrum voor de Vrede (OVC) en de Coordination Nationale d’Action pour la Paix et la Démocratie (CNAPD).[2]

Daarnaast bleef Amada, aan de hand van nauwkeurige analyses van de toestand in België op het einde van de jaren ’70, natuurlijk ook aandacht besteden aan de binnenlandse socio-economische situatie. Op dat moment verkeerde België nog steeds, zoals we in de vorige hoofdstukken al duidelijk aantoonden, in een economische crisis en dat had zijn weerslag op Amada’s visie. De partij meende ten eerste dat de Belgische crisis een element van de internationale crisis was en ten tweede dat de crisis aantoonde dat de dagelijkse strijd tegen de kapitalistische burgerij voorgezet moest worden. In die strijd riep de beweging, en dat was nieuw voor Amada, andere syndicale organisaties om samen met Amada op te treden tegen de kapitalistische agressor.[3] Op die manier wilde Amada haar deuren openzetten voor alle arbeiders, afgezien van de vakbond waarbij ze aangesloten waren.

Volgens de RAL was deze houding een uiting van het gebruik van de vakbond om voor Amada propaganda te maken. Amada was er niet op uit om een brede linkse tendens uit te bouwen in de vakbeweging, dit in tegenstelling tot de RAL, de KPB en sommige linkse socialisten. Zij begonnen volgens François Vercammen van de RAL mee te vechten voor de eisen van de arbeiders, strijdsyndicalisme en syndicale democratie. Amada deed dit niet.[4] Ook de KPB, meer bepaalt Jef Turf, vond dat Amada niet echt te springen stond om met andere partijen samen te werken. Zijn indruk was dat Amada niet geïnteresseerd was en als ze dat toch was, samenwerken met een beweging die meende de waarheid in pacht te hebben moeilijk zou zijn.[5] Voor Marcel Deneckere van het tijdschrift Links gold hetzelfde, met Amada was het moeilijk front vormen. En als er dan een front kwam, hield Amada zich nooit aan de afspraken. Daarbij kwam volgens Deneckere het feit dat de RAL en de KPB Amada probeerden te manipuleren, wat samenwerking met Amada verre van bevorderde.[6]

Een grote actie uit de laatste twee jaren van het bestaan van Amada was de stakingsreeks in Boel-Temse rond de nieuwe CAO in de eerste helft van 1977. Een tweede grote actie die in het voorjaar van 1977 werd gevoerd, was die tegen het Egmontplan van de regering, waarover hieronder in het stuk over de verkiezingen meer. In april 1978 werd bijvoorbeeld in Ford-Genk meegestaakt voor de 36-urenweek als deel van de grote campagne van Amada in het voorjaar van ’78 rond de geëiste invoering van die 36-urenweek. Ook de acties in de Chemie-Antwerpen van de eerste helft van 1978 werden door Amada ondersteund. Een laatste te vermelden grote actie was de staking in de Belgische Petroleumraffinaderij (RBP) van september 1978, als gevolg van een dreigende sluiting van het Antwerpse filiaal van de Amerikaanse Occidental Petroleum Raffinaderij. Hierdoor zouden 450 mensen op straat komen te staan. De arbeiders bezetten vanaf september het hele bedrijf. Kort daarna kwam een solidariteitsstaking op gang in de hele oliesector die drie weken zou duren, tot 30 oktober. Na de solidariteitsstaking hielden de RBP-arbeiders hun staking nog een tijd lang vol. Na elf maanden eindigde de staking omdat een Amerikaanse koper werd gevonden. Hierdoor konden 98 van de 490 werknemers blijven werken. Dat dit een pleister op een houten been was, bleek eind 1984 toen de fabriek toch dicht moest. [7]  

Ten slotte was in deze periode te zien hoe Amada aandacht besteedde aan het milieu. Een grote actie werd gevoerd tegen de loodvervuiling door de Metallurgie Zilver in Hoboken. Een onderzoek dat een stijgende hoeveelheid lood aantoonde in het bloed van de schoolkinderen zorgde voor heel wat reacties. Amada richtte op 3 april 1978 een “actiecomité tegen de loodvergiftiging” op samen met een negental groepen (ouders van kinderen uit de school Morestusburg die direct waren aangetast, individuele arbeiders van Métallurgie, de Jong-Socialisten, de vier KWB-afdelingen van Hoboken, Wereldwinkel Hoboken, Jeugdhuis Tempo, Jeugdclub JO, Gezinswerking OLV-parochie, projectgroep “Lood” van de studenten geneeskunde van de UIA). Dit comité organiseerde onder meer betogingen in Hoboken en leidde een kortgeding in tegen de fabriek.[8]

 

2. De nationale verkiezingen van 1977 en 1978 en de Europese verkiezingen  van 1979

          

Op 17 april 1977 nam Amada deel aan de parlementsverkiezingen. Die verkiezingen kwamen er vroeger dan gepland en waren het gevolg van het ontslag van de regering-Tindemans. Dit ontslag was het resultaat van de aanhoudende stakingen over het hele land tegen het Egmontplan. Dit plan werd in februari 1977 uitgewerkt met een dubbel doel. Ten eerste wilde de regering er de staatsuitgaven mee drukken en de staatsinkomsten verhogen, bijvoorbeeld door de verhoging van de BTW-tarieven op sigaretten en benzine. Ten tweede diende het plan om de economische activiteit te verhogen, bijvoorbeeld door de verlaging van het aantal werklozen door de ruimere toekenning van het brugpensioen.[9]

Volgens Amada waren de vervroegde verkiezingen van 1977 een poging van de regering om de arbeidersstrijd tegen het Egmontplan te onderdrukken. Maar anderzijds gaven de verkiezingen Amada, zo meende ze zelf, de kans de revolutionaire strijd te propageren en de burgerlijke krachten binnen de arbeidersbeweging (het zogenaamde reformisme) te ontmaskeren. Om dat te kunnen doen, moesten concreet peterslijsten ingevuld worden, abonnementen en steunkaarten verkocht worden en geld bijeen gezameld worden, zodat Amada haar strijd kon voeren en het kiesprogramma kon verspreiden.[10]

Het doel van Amada in de verkiezingen was een breed eenheidsfront op te bouwen tegen de anti-arbeidersmaatregelen van de regering en tegen het bestaande gevaar van het fascisme, de oorlog en het kapitalisme. Dit eenheidsfront opbouwen hield in dat de juiste eisen gesteld moesten worden, die eisen gezamenlijk verdedigd zouden worden en dat geen eisen ten voordele van het kapitalisme toegelaten werden. Het was opmerkelijk dat voor Amada dit eenheidsfront bestond uit alle progressieve arbeiders. Men stond ook open voor arbeiders uit het ACW, de BSP of de KWB. Iedereen (men sprak over “alle echte linkse krachten”) die mee wilden strijden voor het door Amada vooropgestelde doel moest zich aansluiten bij het front. Die tendens tot zich openstellen voor niet-Amada arbeiders zagen we al in het vorige hoofdstuk ontstaan.[11]

Het uiteindelijke doel van het eenheidsfront was voor Amada de vrijwaring van de democratische rechten van het volk (meerbepaald van de democratie binnen de vakbond en van de politieke rechten van de vreemde arbeiders), de nationale onafhankelijkheid, de sociale vooruitgang en de vrede. Dit betekende volgens het verkiezingsprogramma ten eerste dat Amada de staatsmacht moest breken en vervangen door een socialistische staat en dat er onafhankelijkheid moest komen ten aanzien van Rusland. Daarnaast stelde Amada vast dat de eenheid van de KPB vals was en dat de KPB-leiding deel was van de burgerij. Zij wilde verkeerdelijk een eenheid van progressieve parlementairen opbouwen. Alleen de eenheid van de massa’s in de klassenstrijd was de oplossing voor het afbreken van het kapitalisme. Met haar programma bereikte de KPB volgens Amada alleen dat oude wijn in nieuwe zakken werd gedaan.[12] Tot die burgerij behoorde ook de rest van het linkse veld (de RAL, het ACW, de BSP en de Rassemblement Wallon). Geen van deze organisaties kon zich een echte marxistisch-leninistische partij noemen en daarom moesten ze teruggedrongen worden. Naast Rusland en de burgerij moesten de politie, de rijkswacht, het leger en het gerecht (die voor de burgerij een beschermlaag vormden) door een volgehouden strijd afgebroken en vervangen worden door een volksmacht. Die volksmacht werd voorgesteld als een gewapende macht, met een volksrechtbank als een bestuursapparaat van de meest bewuste en revolutionaire arbeiders en werkers. Dat dit mogelijk was bleek uit het voorbeeld van China. Daar had men zo een volksmacht al opgebouwd. De strijd om dit allemaal te verwezenlijken was voor Amada nog maar in een beginfase.[13]        

De overwinnaars van de verkiezingen waren Leo Tindemans en zijn CVP. Amada behaalde

22 919 stemmen of 0,4% in de Kamer en 24 534 stemmen of 0,4 % in de Senaat.[14] Amada beoordeelde haar resultaten maar gematigd positief. Men was er op achteruitgegaan in vergelijking met de parlementsverkiezingen van 1974, maar de partij had haar positie behouden in vergelijking met de gemeenteraadsverkiezingen van 1976.[15] Over de slechte resultaten van de RAL en KPB was Amada tevreden. Ze lieten zien dat deze groepen weinig invloed hadden. De tweede regering Tindemans ging van start op 3 juni 1977 en werkte tot 11 oktober 1978, toen ze vroegtijdig ontbonden werd.[16]

Op 17 december 1978 hadden als gevolg van die val van de regering-Tindemans, opnieuw voortijdig verkiezingen plaats. Deze keer was de struikelblok de Anti-Crisiswet, die de economische crisis moest aanpakken. Hierover geraakte men het niet eens.[17] Het programma van Amada droeg de titel “samen sterk voor vrijheid en werk” en behelsde een zestal eisen. In de eerste plaats wilde Amada een einde stellen aan wat ze de “Tindemanspolitiek van grote offers voor de werkers en grotere winsten voor het patronaat” noemde. De rijken werden volgens Amada alsmaar rijker, mede door steun van de staat. Alleen de arbeiders en werkers moesten inleveren. Dit moest stoppen en dus eiste Amada bijvoorbeeld kosteloze geneeskundige verzorging en geneesmiddelen en een verhoging van het pensioen. Ten tweede verzette Amada zich tegen de door haar vastgestelde autoritaire ontwikkeling van de regering en eiste ze het behoud van alle democratische rechten van de arbeiders en werkers. Inzake bestuur eiste Amada bovendien de afbraak van het bureaucratische systeem en een deelname van het volk aan de regering van het land. Ten derde legde Amada de nadruk op de eenheid van alle arbeiders, of ze nu Vlaams, Waals of Brussels waren, en verzette ze zich tegen discriminatie in eender welke vorm. Ten vierde eiste Amada op het vlak van werk de 36-urenweek met nieuwe aanwervingen, een verlaging van het arbeidersritme en een behoud van de syndicale eenheid en democratie. Ten vijfde wilde Amada een nationalisering van de Belgische banken en bedrijven om zo monopolievorming te voorkomen en een crisis te ontlopen. Een laatste eis van Amada was de militaire onafhankelijkheid van België ten aanzien van Amerika en Rusland en de opbouw van een sterke en democratische defensie waarin het volk haar zeg had. Het uiteindelijke doel voor Amada was de opbouw van de hierboven al regelmatig vermeldde socialistische maatschappij die in al haar aspecten ten dienste van het volk zou staan.[18]

De resultaten van de verkiezingen bevestigden globaal gezien de uitslagen van april 1977. Amada behaalde voor de Kamer 43 483 stemmen of 0,8 % en voor de Senaat 44 379 stemmen of 0,8%. Na een crisis van 100 dagen (waarin verschillende formateurs maar geen regering konden vormen) werd de eerste regering-Martens geïnstalleerd (3 april 1979-15 januari 1980).[19]

Amada was enthousiast over de behaalde resultaten. Ze hadden aangetoond dat de vroegere kiezers niet alleen trouw bleven, maar dat er zelfs kiezers bijkwamen. Dit was een teken van de goede werking van de partij, van de politiek van een eenheidsfront en van de afkeer van de mensen voor de burgerlijke politiek. De RAL daarentegen had het volgens Amada helemaal niet goed gedaan. Zij was totaal ingestort als gevolg van haar steun aan Rusland en haar focus op jonge intellectuelen. De RAL had voor Amada elke geloofwaardigheid verloren door haar amateurisme, gebrek aan ernst en afwezigheid aan de fabrieken. Dat de KPB succes had geboekt in deze verkiezingen, was voor Amada een slechte zaak. Het bleef daarom volgens Amada nodig aan de mensen te tonen dat de KPB een valse communistische partij was.[20]

Verkiezingen voor een Europees parlement werden voor het eerst gehouden op 10 juni 1979. Het feit dat ze voor het eerste ingericht werden, zorgde voor heel wat politiektechnische discussies (bijvoorbeeld in verband met de zetelverdeling voor de verschillende landen) en een lastige vorming van het kabinet Martens. Voor Amada was het belangrijk om deel te nemen aan de Europese verkiezingen, zo kon men immers een aantal internationaal belangrijke thema’s (onafhankelijkheid en eenmaking van Europa, oorlog en vrede, enz.) onder de aandacht brengen die door de andere politieke partijen genegeerd werden maar waarover de arbeider zich wel vragen stelde.[21]      

In haar programma stond “een Europese eenheid voor onafhankelijkheid en vrede, voor democratie en sociale vooruitgang” centraal. In het programma van ’74 voor de parlementsverkiezingen bleek Amada nog gekant te zijn tegen een Europese eenmaking. In ‘79 echter bleek ze haar standpunt helemaal veranderd te hebben en voorstander te zijn van een één Europa. Dit had te maken met de steeds groter wordende dreiging van Rusland en de houding van China hiertegenover. China, en dus ook Amada, zagen een eengemaakte Europa als een sterke weerstand tegen de Russische dreiging. Volgens Amada moest meer bepaald een Europese eenheid (met een eigen defensiemacht) gevormd worden om de Russische oorlogsdreiging en de Amerikaanse inmengingen te stoppen en om uiteindelijk tot wereldvrede te komen. Volgens Amada was Rusland een agressieve militaire macht die Europa wilde bezetten, Amada noemde de Russen zelfs “de nazi’s van onze tijd”. Om die bezetting tot een goed einde te brengen, wilde Rusland de Europese landen onderling verdelen en onder invloed brengen van haar KP. Dit had tot gevolg dat ze een vereniging van Europa, gewild door alle democratische stromingen in West-Europa, tegenwerkte. De oplossing hiertegen bestond volgens Amada in een buitenlands beleid dat drie zaken nastreefde: onafhankelijkheid van en verzet tegen Russische inmenging, samenwerking met de Derde Wereldlanden en samenwerking met de Chinese Volksrepubliek.[22]

Naast het probleem Rusland was er ook nog Amerika, dat zich militair meester wilde maken over Europa. Maar Europa moest streven naar een eigen, onafhankelijke defensiemacht, los van de Amerikaanse invloed, met een “democratische karakter” en de inschakeling van de gehele bevolking.[23]    

Inzake democratie en sociale vooruitgang stelde Amada dezelfde eisen als tijdens de parlementsverkiezingen van 1978 (een aantal eisen voor beter werk en meer welvaart, voor politieke rechten van alle vreemde arbeiders, i.v.m een discriminatiestop en voor de syndicale vrijheid ). In de verdediging van die eisen riep Amada de verschillende Europese landen op aan één koord te trekken, zodat de democratische rechten en welvaart konden bewaard en verbeterd worden.[24]  

Grote overwinnaar was de CVP met 1 607 941 stemmen of 29,5%. Amada behaalde 36 602 stemmen of 0,7 %. Zelf vond ze dit een goed resultaat. Ze was vooruit gegaan in Gent, Brussel en heel Wallonië en had bijna evenveel stemmen gehaald als de KPB.[25]

 

3. Een nieuwe partij wordt geboren

 

De resultaten van de in het vorige hoofdstuk beschreven rectificatiebeweging waren niet wat men had gehoopt. Sektarisme dreigde om de hoek, zo bleek volgens Versteegh uit een vervreemding ten opzichte van de massa en uit de slechtere verkiezingsresultaten van 1977. Dit “intellectualisme”, al aanwezig tijdens de rectificatiebeweging, dreigde de partij fataal te worden. Men moest terug luisteren naar de massa en de band met de praktijk sterker maken. Om dat te verwezenlijken wilde Amada een echte partij oprichten.[26]

De goede uitslag bij de verkiezingen van 1978 was voor Amada een teken dat veel mensen op zoek waren naar een echte communistische partij. De mensen die een peterslijst hadden getekend en zij die voor Amada hadden gekozen, hadden hun vertrouwen in Amada gesteld en moesten nu aangesproken worden en binnen de beweging gehaald worden. Amada stelde zichzelf tot doel: “de organisatie breder opentrekken, nieuwe krachten opnemen en een maximaal aan sympathisanten vaster organiseren”. Dit betekende dat men de tijd rijp vond om een nieuwe partij op te richten, die de strijd kon voeren tegen het kapitaal en tegen de burgerlijke partijen. Om dit te kunnen doen werden de lezers van Amada gevraagd een abonnement op het weekblad te nemen, de partij regelmatig financieel te steunen, deel te nemen aan de kennismakingscycli in de provinciehoofdplaatsen en kenbaar te maken welke taken men kon en wilde opnemen in de partij.[27]

De oprichting van de nieuwe partij werd in gang gezet tijdens een 1 mei-toespraak van Ludo Martens rond de voorbereidingen van een Stichtingscongres.[28] Martens stelde vijf taken voorop om de partijoprichting voor te bereiden. Ten eerste stelde hij dat de partijgeest, -fierheid en -trouw moesten versterkt worden om de stichting van een nieuwe partij mogelijk te maken. Een tweede taak bestond in de studie en verbetering van het voorontwerp van het nieuwe partijprogramma (nationaal en internationaal) zodat men een goede oriëntering zou hebben voor de komende jaren. Ten derde wilde Martens dat er tegen de stichting van de nieuwe partij enkele honderden leden zouden bij komen door nieuwe organisatievormen te bedenken en minder strenge toelatingsvoorwaarden te hanteren. Een volgende taak was de verbetering van het massawerk en de krantenverkoop. Een groot aantal leden was al goed bezig, maar bij een heel aantal anderen verliep het contact met de arbeiders nog stroef. Daar moest aan gewerkt worden. Een vijfde en laatste taak had betrekking op de financiële situatie van Amada. Iedereen werd opgedragen de financiële basis van de partij te versterken om zo de maandelijkse uitgaven van 800 000 BEF te kunnen dragen. Veel geld kwam al binnen via het lidgeld van leden. Martens had het plan opgevat extra geld te halen uit een in te voeren steungeld van 500 of  1 000 BEF per maand voor sympathisanten.[29]   

In een aantal artikels in Amada (uit mei en juni 1979) werden de voornemens van Martens nog eens herhaald en uitgewerkt. In de eerste plaats had men voor de oprichting van de nieuwe partij nieuwe mensen nodig in een kaderploeg die de mensen (zowel leden als sympathisanten), die na de verkiezingen van 1978 waren bijgekomen, zou kunnen begeleiden. De nieuwe kaderploeg zou bestaan uit negen mensen die werkten voor een minimumloon.[30]

Daarnaast was er veel geld nodig (jaarlijks besteedde men iets meer dan twee miljoen BEF aan drukwerk) voor het drukken van de krant, stencils, propagandamateriaal, enz. Ook diende veel geld verzameld te worden voor de zeven bestaande kantoren van de provinciale leiding, voor een volwaardig net van boekenwinkels en contacthuizen, voor processen die tegen Amada werden gevoerd en nog zouden gevoerd worden en voor een betere centralisatie van een aantal door Amada geleverde diensten (documentatiecentrum, vertaal- en stencilruimte, stockeerruimte, enz.). Om al dat geld te verzamelen werden de lezers van Amada opgeroepen vaste steungever te worden. Dit betekende dat men volgens de eigen financiële mogelijkheden ofwel via een bankrekening een vaste maandelijkse betaalopdracht uitvoerde ofwel maandelijks het gesteunde bedrag afgaf in één van de Amada-kantoren.[31]  Naast de vaste steungevers werden door Amada andere geldbronnen aangeboord. In de eerste plaats waren er de leden. De arbeiders betaalden een vaste bijdrage van 200 BEF per maand, terwijl de mensen met een hoger beroep zelf moesten bepalen welk bedrag ze zouden storten. Ten tweede haalde Amada ook geld uit losse steun via omhalingen tijdens acties.[32]  

Na de Europese verkiezingen van 1979 werd voor Amada het geloof in een echte partij nog versterkt. In Amada van juni 1979 lezen we: “De nood aan een echte partij voor de arbeidersklasse, die de massa kan enthousiasmeren voor een uitweg uit de crisis en uit het kapitalisme, doet zich meer dan ooit voelen. Amada wil die partij stichten. De resultaten in de voorbije verkiezingen geven ons de overtuiging dat we na 10 jaar werking hiervoor de basis hebben gelegd. (…) De praktijk heeft aangetoond dat enkel Amada aan de voorwaarden beantwoordt om een nieuwe Partij van de Arbeid van België op te richten.” [33]

In september 1979 werd in de krant de naam van de nieuwe partij, “Partij van de Arbeid (PvdA)”, meegedeeld. Men had een naam gekozen die volgens Amada de nadruk wilde leggen op de uitbouw van een klassenpartij die dicht bij de werkers stond, die streed voor de eisen die de arbeiders naar voor brachten en die hun belangen verwoordde. Daarnaast legde de naam ook de nadruk op het partijgehalte van de PvdA (tegen het sektarisme in) en op het anders zijn van de partij ten overstaan van alle andere bestaande communistische partijen. Men koos er bewust voor het woord “communisme” niet te gebruiken in de partijnaam omdat het doel van de partij de instelling van het socialisme was, een maatschappij waarin volgens Amada de arbeiders en werkers de macht zouden uitoefenen maar waarin nog klassen en klassenstrijd zouden voorkomen. Pas in een latere fase wilde men een communistische, klassenloze maatschappij oprichten. Bovendien werd het woord communisme in de SU gebruikt door de partij van Bresjnev “die in de sporen van Hitlers nationaal-socialisme loopt”.[34]

Tijdens het Stichtingscongres in oktober 1979 werd door 200 afgevaardigden in plenaire zitting en verschillende commissies de toekomstige weg van Amada uitgestippeld. Het programma dat hieruit gedistilleerd werd, moest de richting aangeven van de werking van het eenheidsfront van Amada, tegen de burgerij en het imperialisme en voor de democratie, de sociale vooruitgang, de nationale onafhankelijkheid en de vrede.[35]  Tijdens een feest in Brussel (van 2 tot 4 november 1979) werd de Partij van de Arbeid officieel voorgesteld. Tijdens die dagen werden een aantal activiteiten georganiseerd waaronder een debat met Oost-Europese dissidenten (waaronder Karel Kryl, een Tsjechische protestzanger, en de Russische wiskundige Plioutch), een conferentiedebat over het defensiesysteem in Joegoslavië, optredens van allerlei groepen, een Derde Wereld-beurs, een “progressieve muziekshop”, enz. Op dit feest zouden volgens de krant Amada heel wat groepen uit het buitenland aanwezig zijn zoals vertegenwoordigers van de Oost-Europese democratische oppositie, vertegenwoordigers van anti-imperialistische en revolutionaire organisaties uit de Derde Wereld en marxistisch-leninistische groepen uit heel Europa. Welke groepen en mensen men hiermee precies bedoelde, is niet duidelijk.[36]   

Hoe keken de kopstukken nu eigenlijk terug op 10 jaar Amada? Ludo Martens vond de afgelopen tien jaar een voorbereiding, een proberen of de verkochte theorieën ook toepasbaar waren op de praktijk. Dit gebeurde met vallen en opstaan maar het wierp wel zijn vruchten af. Het begin was moeilijk, weinigen waren immers echt vertrouwd met het marxisme-leninisme. De beginselen moesten nog ontdekt worden en dogmatisme was dan het normale gevolg. Maar de hemel was voor Martens  vanaf ’75 opgeklaard, toen de strijd tegen sektarisme en dogmatisme zich op gang trok.[37] Voor Kris Merckx was het “ne schone tijd geweest, wel ene harde”. Hij vond dat een aantal dingen eigenhandig verwezenlijkt waren en was bijvoorbeeld trots op de gewonnen strijd van de GVHV tegen de Orde Der Geneesheren of de reële inplanting die Amada had bekomen onder de arbeiders. Volgens hem had Amada getoond dat ze een serieuze strijd voerde voor een rechtvaardige maatschappij.[38]

Het door Amada opgebouwde programma werd niet door iedereen goed onthaald. Zo beoordeelde bijvoorbeeld de RAL, in de persoon van François Vercammen, het programma negatief. Amada had hierin op een aantal punten haar ‘roots’ verraden en een ommekeer van 180 graden gemaakt tegenover haar oorspronkelijke positie 10 jaar geleden. Dat maakte dat Amada als een mao-stalinistische organisatie kon worden beschouwd, dat ze met andere woorden een contrarevolutionaire politiek volgde en in al haar activiteiten en programma de buitenlandse politiek van China liet doorwegen. Dit zorgde er volgens Vercammen voor dat “Amada al verschillende keren in tegenstrijdigheid kwam met de belangen van de bevrijdingsstrijd van verschillende volkeren” en dat de politieke lijn van Amada in grote mate werd gediscrediteerd.[39] Dit betekende niet dat in de toekomst geen samenwerking mogelijk was  tussen de RAL en Amada. Als aan een aantal voorwaarden voldaan was, was coöperatie voor Vercammen zeker nog mogelijk.[40]  Hij vond het verkeerd van Amada een zwart-wit beeld te geven, er waren natuurlijk ook positieve kanten aan Amada. Ze had een goede bijdrage geleverd aan de klassenstrijd, had deelgenomen aan verschillende sociale bewegingen en had meegevochten voor de democratische rechten, ook in de studentenbeweging. Vercammen beoordeelde de militanten van Amada als “valabele, eerlijke en serieuze militanten van de arbeidersbeweging”.[41]

Volgens Jef Turf van de KPB had Amada in het verleden een te sterke nadruk gelegd op de inwendige discussies met andere linkse organisaties, waardoor de linkerzijde van het politieke landschap in diskrediet was geraakt en zelfs ontmoediging was opgetreden in de rangen van Amada zelf. Turf zag hoe in de loop der jaren Amada veel militanten had verloren door een te strikte manier van werken (door Turf gezien als een “paramilitaire discipline”).[42] Algemeen zag Turf voor Amada, naast de klassieke indeling bij (extreem)links, ook een plaats aan de rechterkant van het politieke spectrum. Dit was het gevolg van haar “praktische politiek met een anti-sovjetisme, anti-communisme” en van haar “missionaristische roeping”.[43] Daarnaast beschouwde Turf Amada niet als een belangrijke politieke factor in België.[44] Ten overstaan van het programma van Amada en van haar wil tot het sluiten van compromissen stelde Turf: “Wij moeten dat zien in de praktijk. Wij hebben in elk geval geen principieel bezwaar om samen te werken met mensen die er op andere punten andere standpunten op na houden, dat is een zaak van de praktijk. Zal men die samenwerking doen in functie van de concrete strijd tegen de rechtse krachten in Vlaanderen en in ons land, in Europa, of zal men trachten samen te werken op stellingen die veel meer naar rechts gaan: wanneer Amada “zijn” lijn verdedigt, dan zeggen wij ‘nee’, en doen we niet mee”.[45]

Een zelfde geluid is te horen bij Marcel Deneckere, hoofdredacteur van Links, Amada had politiek weinig te betekenen. Uit het verleden was volgens hem gebleken dat het in Vlaanderen niet haalbaar was een autonome arbeiderspartij op te richten buiten de BSP. Het was binnen de bestaande linkse stroming dat op lange termijn iets te veranderen was voor de arbeiders. Deneckere had trouwens, zo zei hij in zijn interview, weinig te maken met Amada, omdat het hoofdzakelijk uit de katholieke zuil naar voor gekomen was. Terugkijkend op tien jaar Amada leek de organisatie voor Deneckere verzwakt in plaats van versterkt te zijn, als gevolg van de economische crisis.[46] En als Amada in het verleden succes boekte, dan was dit niet het resultaat van een aangeboden ideologie maar eerder van een strijdbare houding op het moment dat er veel onvrede was. Een uitweg voor de arbeiders was niet te vinden bij Amada. Tegenover het nieuwe programma nam de hoofdredacteur van Links een afwachtende houding aan. Het leek wel alsof hij in het verleden te veel slechte ervaringen had gehad met Amada. Zo waren bijvoorbeeld veel zogezegde ideologische veranderingen van Amada volgens hem gewoon tactische wendingen. Amada was voor Deneckere, door de vele jaren ervaring met de partij, een ongeloofwaardige partij geworden. Hij wilde eerst zien en dan geloven wat er van het programma kwam.[47] Ook de nieuwe naam, PvdA, bleek hem niet te kunnen bekoren, hij vond ze het resultaat van een opportunistische poging om iets te laten afstralen van het succes van de Nederlandse PvdA.[48]

Een deels ander geluid over de voorbije 10 jaar van Amada was te horen bij arbeidssocioloog Jan Bundervoet. Deze stelde dat er binnen Amada een verandering was opgetreden in de behandeling van de ondernemingsconflicten. De sloganeske benadering die theoretisch bleef, was vervangen door een meer nuchtere analyse van de feitelijke situatie. Wat volgens Bundervoet wel diende te veranderen was de globale analyse van de eigen tijd. Hij raadde Amada aan te kiezen voor een analyse - in de trant van Marx - over de productieverhoudingen in de eigen tijd. Aandacht voor de situationele context met oog voor de strategische mogelijkheden was de te volgen weg volgens Bundervoet.[49] Of Amada, of beter gezegd de PvdA, haar raad uiteindelijk heeft opgevolgd, onderzoeken we hier niet meer. De weg die de PvdA insloeg vanaf het najaar van 1979 laten we aan anderen om te onderzoeken.

 

 

 



[1] De verbondenheid tussen Amada en andere politieke partijen in die actie werd bijvoorbeeld uitgedrukt in “Van de crisis in België naar Tsjecho-Slowakije”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 255 - 31 mei 1978) 12. Andere voorbeelden van artikels waren: “Ooggetuigenverslag in Praag op 21 augustus 1968”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 260 - 5 juni 1978) 16 of “Tsjecho-Slowakije 1968-1978”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 275 - 16 augustus 1978) 8-9. In een artikel verklaarde Ludo Martens dat er al lang een samenwerking was met de BSP. Hij vond immers dat in de praktische strijd ook samengewerkt moest worden met mensen die totaal andere opinies hadden. Martens: “Onze eigen ervaring van de eigen tijd in Leuven heeft uitgewezen dat men moet leren samenwerken met mensen met wie men het soms totaal oneens is.” “Ludo Martens”, BPA-bulletin (jg. 5 nr. 199 - 2 november 1979) 5 en 9.

[2] Dit waren twee vredesbewegingen die vooral in de jaren ’70 succesvol waren. “OCV-CNAPD-betoging: een onbetwistbaar succes.”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 253 - 17 mei 1978) 3.

[3] In een artikel van 1979 verklaarde Ludo Martens dat het idee binnen Amada zich na verloop van tijd ontwikkelde dat het geheel van de vakbond gesteund moest worden. Dit omdat volgens hem in de crisis de burgerij ook de vakbond moest uitroeien om haar macht te bewaren. Die vakbond was dus ook een vijand geworden van de burgerij. “Ludo Martens”, BPA-bulletin (jg. 5 nr. 199 - 2 november 1979) 5.

[4] “François Vercammen”, BPA-bulletin (jg. 5 nr. 199 - 2 november 1979) 14.

[5] “Jef Turf (KP)”, BPA-bulletin (jg. 5 nr. 199 - 2 november 1979) 18.

[6] “Marcel Deneckere (Links)”, BPA-bulletin (jg. 5 nr. 199 - 2 november 1979) 22.

[7] LUYKX en PLATEL, Politieke geschiedenis van België. 2: van 1944 tot 1985, 710 en 745. “RBP: Rode burcht legt zich niet neer bij diktaat”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 264 - 9 augustus 1978) 3. Er kwam steun van arbeiders van verscheidende fabrieken (Ford Genk e.a). Ook kwam er bijvoorbeeld steun van de studenten van de KULeuven die hun universiteitsbibliotheek in november 1978 bezette en bezochten een vijftigtal andere studenten (waarschijnlijk ook van de KUL) de stakers aan de raffinaderij. “Bezetters van de universiteitsbibliotheek solidair met de bezetters van BRP”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 277 - 8 november 1978) 10-11. Amada bracht in september ’78 zelfs een speciaal nummer uit van 24 pagina’s over de petrolstaking. Zie Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 271 - 27 september 1978).

[8] “Hoboken. Aktiefront tegen loodvergiftiging”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 248 - 12 april 1978) 12.

[9] LUYKX en PLATEL, Politieke geschiedenis van België. 2: van 1944 tot 1985, 680-681. STRUYE, Kroniek van België, 972.

[10] “Een gunstige periode voor revolutionaire kieskampagne”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 194 - 16 maart 1977) 9. “Het moeilijke Amada-denken”, Knack magazine (jg. 7 nr. 14 - 6 april 1977) 22.

[11] “Voor welke eenheid komt Amada op?”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 196 - 30 maart 1977) 8-9.

[12] In de verkiezingen van ‘77 had Amada, naast haar kritiek op de KPB, ook heel wat kritiek op de andere deelnemende partijen. Zo verweet het bijvoorbeeld de VU het Egmontplan te steunen of de BSP dat haar partijprogramma precies hetzelfde was als het volgens Amada verwerpelijke Egmontplan. Op die mannier steunde de BSP gewoonweg het kapitaal in haar onderdrukking van het volk. Ook de CVP werd afgeschilderd als knecht van het kapitaal die de arbeider uitperste. “Een tweelingbroer van het Egmontplan”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 196 - 30 maart 1977) 12. “Voor welke eenheid komt Amada op?”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 196 - 30 maart 1977) 8-9.

[13] “Eén strijd tegen krisis-politiek en oorlogsgevaar”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 198 - 13 april 1977) 8-9. Volgens Amada moest naar de ideeën van Lenin aan een aantal voorwaarden voldaan zijn om deze strijd te kunnen voeren. Die voorwaarden van Lenin waren: “de krachten van de bourgeoisie moeten verdeeld worden”; “de krachten die zich valselijk op de arbeidersklasse beroepen - zoals de KPB - moeten in de praktijk getoond hebben dat zij knechten zijn van het kapitaal, zodat ze ontmaskerd kunnen worden” en “er moet in de arbeidersklasse een machtige opgang zijn van de wil tot revolutionaire acties”. “Kan de arbeidersmacht weldra de macht veroveren?”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 197 - 6 april 1977), 8-9.

[14] DWTC, MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN, REKENCENTRUM VUB/ULB, VAKGROEP POLITIEKE WETENSCHAPPEN VUB, De Belgische verkiezingen op het Web. Een gegevensbank met resultaten van partijen. De RAL behaalde voor de Kamer 8 562 stemmen of 0,2 %. De Communisten behaalden voor de Kamer 62 410 stemmen of 1,1 % en voor de Senaat 69 966 stemmen of 1,3 %. Amada zelf zei dat ze voor de Kamer 24 876 stemmen (0,45 %) en voor de Senaat 27 698 stemmen (0,5%) haalde. “31 873 kiezers stemden op minstens een Amada-lijst”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 17 - 27 april 1977) 8-9.

[15] “Ons werk voor de opbouw van eenheidsfront voor klassenstrijd opvoeren”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 199 - 20 april 1977) 5.

[16] LUYCKX en PLATEL, Politieke geschiedenis van België. 2: van 1944 tot 1985, 765.

[17] Idem, 711-713.

[18] “Amada stelt verkiezingsprogramma 1978 voor”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 280 - 29 november 1977) 4-5.

[19] DWTC, MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN, REKENCENTRUM VUB/ULB, VAKGROEP POLITIEKE WETENSCHAPPEN VUB, De Belgische verkiezingen op het Web. Een gegevensbank met resultaten van partijen. De resultaten voor de RAL voor de Senaat: 3 477 stemmen of 0,1 %. De resultaten van de KPB voor Kamer en Senaat: 183 711 stemmen of 3,3 % en 180 234 of 3,3 %.

[20] “Amada-TPO overal sterk vooruit”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 283 - 20 december 1978) 3.

[21] “Amada en 10 juni”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 297 - 28 maart 1979) 2.

[22] “Programma Amada voor de Europese verkiezingen van 10 juni”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 296 - 21 maart 1979) 8-9.

[23] Een “democratisch karakter” betekende ondermeer: politieke vrijheid en vrijheid van organisatie voor de soldaten, afschaffing van de uitzonderingsrechtbank voor militairen en een volwaardig arbeidersloon. Die inschakeling van de bevolking werd heel letterlijk genomen in de eis: “algemene bewapening, verspreiding van wapenkennis en training van de arbeiders en werkers op basis van vrijwilligheid.” “Programma Amada voor de Europese verkiezingen van 10 juni”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 296 - 21 maart 1979) 8-9.

[24] “Programma Amada voor de Europese verkiezingen van 10 juni”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 296 - 21 maart 1979) 8-9.

[25] DWTC, MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN, REKENCENTRUM VUB/ULB, VAKGROEP POLITIEKE WETENSCHAPPEN VUB, De Belgische verkiezingen op het Web. Een gegevensbank met resultaten van partijen. In haar eigen krant verklaarde Amada dat ze 45 421 stemmen behaalde in deze verkiezingen. Bijlage bij Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 308 - 13 juni 1979).

[26] VERSTEEGH, D’un mouvement étudiant à un parti Alle Macht Aan de Arbeiders 1970-1979, 130.

[27] “Les uit de verkiezingen: de partij ruimer openstellen”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 288 - 24 januari 1979) 8. “Help Amada een volwaardige arbeiderspartij worden deel II”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 304 - 16 mei 1979) 11. “Na de Europese verkiezingen”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 309 - 20 juni 1979) 3.

[28] Volgens Versteegh waren verschillende delegaties van de leiding al in augustus 1978 en april 1979 op bezoek geweest in China om er ervaringen, kennis op te doen voor de oprichting en opbouw van een officiële, degelijke partij. VERSTEEGH, D’un mouvement étudiant à un parti Alle Macht Aan de Arbeiders 1970-1979, 137.  Hierover werd ook gerapporteerd in de krant aan de hand van een artikelenreeks.

[29] “Zes taken in voorbereiding van het stichtingscongres van de partij”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 303 - 9 mei 1979) 8-9.

[30] Twee mensen voor het nationaal secretariaat, één iemand voor de financiële afdeling, één iemand voor de samenwerking met de massaorganisaties van de partij en de democratische organisaties, één iemand voor het nationaal agitatie- en propagandawerk en vier mensen voor de krant (één hoofdredacteur, twee redacteurs binnenland, één redacteur buitenland en één verantwoordelijke voor verkoop, archief en abonnementen). Ibidem.

[31] “Help Amada een volwaardige arbeiderspartij worden deel II”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 305 - 23 mei 1979) 12.

[32] “Help Amada een volwaardige arbeiderspartij worden deel 3”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 306 - 30 mei 1979) 10.

[33] “Na de Europese verkiezingen”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 309 - 20 juni 1979) 3.

[34] “Waarom wordt Amada «Partij van de Arbeid»”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 318 - 29 augustus 1979) 15.

[35] De nieuwe partij moest “een solide organisatie zijn die een politieke richting kan geven aan de strijd van het Belgische volk, die een belangrijke infrastructuur voor de arbeidersstrijd is en een algemeen kader is voor de strijdbare personen die een socialistisch België willen”. VERSTEEGH, D’un mouvement étudiant à un parti Alle Macht Aan de Arbeiders 1970-1979, 128.

[36] “Feest van de stichting van de Partij van de Arbeid”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 309 - 20 juni 1979) 5.

[37] “Partij-programma van de partij van de arbeid”, BPA-bulletin (jg. 5 nr. 199 - 2 november 1979) 7.

[38] “Kris Merckx”, BPA-bulletin (jg. 5 nr. 199 - 2 november 1979) 27.

[39] François Vercammen haalde hier rond de houding van Amada ten aanzien van de veroordeling van een Chinese dissident door China aan. “François Vercammen”, BPA-bulletin (jg. 5 nr. 199 - 2 november 1979) 16. Eenzelfde afkeuring valt te horen bij Jef Turf. Voor hem was China een steunpilaar geworden van de imperialistische politiek van de VS. En als Amada die dan volgde, dan vond hij dit verkeerd. “Jef Turf (KP)”, BPA-bulletin (jg. 5 nr. 199 - 2 november 1979) 13-14 en 19.

[40] Voor François Vercammen was de samenwerking met Amada nooit goed verlopen, er was zelfs nooit sprake van samenwerking. Dit was volgens hem het gevolg van de visie van Amada, die stelde dat er maar één echte proletarische organisatie bestond, m.n. Amada. Als Amada over eenheid sprak dan bedoelde ze eenheid met de arbeiders, niet eenheid met de andere arbeidersorganisaties. Om die reden waren volgens Vercammen destijds ook veel actiecomités in Leuven mislukt. Amada zorgde er steeds voor dat hun platform zo samengesteld was dat eenheid onmogelijk was. Dit betekende voor Vercammen dat het om een “sektair” platform ging. “ François Vercammen”, BPA-bulletin (jg. 5 nr. 199 - 2 november 1979) 14-15.

[41] Ibidem, 16.

[42] Bij een arbeider en Amada-sympathisant die werkte in de GM-fabriek horen we eenzelfde geluid voor de beginperiode: “Vroeger kondt ge alleen bij Amada komen als ge vooral de juiste standpunten innam over alle dingen, als ge bereidt waart keihard te werken voor de partij. Ze laten u nu in uw persoonlijk leven ook veel meer u eigen gang gaan. Er wordt veel meer rekening gehouden met de mens. Vroeger werd ge veel meer tot van alles verplicht”. “Arbeider en Amada-simpathisant”, BPA-bulletin (jg. 5 nr. 199 - 2 november 1979) 30.

[43] “Jef Turf (KP)”, BPA-bulletin (jg. 5 nr. 199 - 2 november 1979) 21.

[44] Ibidem, 17.

[45] Ibidem, 19.

[46] “Marcel Deneckere (Links)”, BPA-bulletin (jg. 5 nr. 199 - 2 november 1979) 21-22.

[47] Ibidem, 24.

[48] Ibidem, 25.

[49] “Jan Bundervoet over Amada en de vakbonden”, BPA-bulletin (jg. 5 nr. 199 - 2 november 1979) 34.