Hoofdstuk 5 De massaorganisaties van Amada

 

In dit laatste hoofdstuk zullen we vanuit een thematische invalshoek aandacht besteden aan vier massaorganisaties van Amada. Achtereenvolgens bestuderen we de Marxistisch Leninistische Beweging, de Geneeskunde Voor Het Volk, de Kommunistische Jeugdbond en het Vrouwenkomitee.

 

1. De Marxistisch Leninistische Beweging

 

Het verhaal van de Marxistisch Leninistische Beweging begint in het academiejaar ‘70-‘71. In de beschrijving van de ontwikkeling van Amada werd al getoond hoe in Leuven de SVB ontstond en evolueerde. In de mijnstaking ging de SVB over in Mijnwerkersmacht. Maar daarnaast bleven in Leuven marxistisch-leninistische studenten aanwezig (overgebleven uit de DWB en de SVB) die zich organiseerden in de Marxistisch Leninistische Beweging, kortweg de MLB.[1]  De MLB ontstond uit de idee dat er naast de grote nadruk die werd gelegd op de arbeiders, ook nog aandacht moest zijn voor de studenten. Deze organisatie, die vanaf oktober 1970 als studentenafdeling van Amada optrad, richtte zich op de studenten van zowel de universiteit als het NUHO.[2]    

Hieronder zullen we eerst de MLB even definiëren, om vervolgens aandacht te hebben voor de structuur en het lidmaatschap van de beweging. Daarna bekijken we achtereenvolgens het programma, de taken en de werking en houding ten overstaan van de andere studentenorganisaties. Ook hebben we aandacht voor het tijdschrift en de vormingsvergaderingen van MLB, een aantal problemen in verband met het praktiseren van de politieke lijn en als laatste voor het actieterrein. Besluiten doen we met een evaluatie van de MLB in de studentenwereld.

 

Een definitie

 

De MLB was dus een communistische massaorganisatie onder de studenten van het universitaire en niet-universitaire onderwijs. ‘Communistisch’ betekende volgens de MLB: “de politieke lijn volgen van Amada, die de politieke leiding heeft over MLB en die de partijcampagnes plant waaraan MLB moet deelnemen”.[3] Zoals het een communistische groep betaamt, maakte ook de MLB het onderscheid tussen de intellectuelen en het proletariaat. De intellectuelen, en dus ook de studenten, werden gezien als de marionetten van de burgerij. Maar toch, zo stelde de MLB, bleken steeds meer studenten zich aan de kant van het volk te scharen en zich te willen inzetten voor het volk. Daarom traden ze toe tot de communistische arbeiderspartij. Deze communistische studenten waren volgens de MLB belangrijk voor de strijd, want zij waren het die de wetenschappelijke theorie van het marxisme-leninisme konden bestuderen en dan doorgeven aan de arbeiders. Op die manier konden er onder arbeiders ook intellectuelen gevormd worden. En dat was dan ook meteen de taak van de communistische student. Maar communistisch student was men niet vanaf het begin. Dit was een resultaat van vorming, waarover verder meer. Het waren trouwens niet alleen de universiteitsstudenten die zich revolutionair opstelden. Heel de jeugd had volgens de MLB laten zien aan de kant te staan van het volk tegen de onderdrukking van de burgerij en het kapitalisme.[4]
  

Daarmee is de link gelegd met het ‘Massaorganisatie’-aspect van de MLB. De MLB richtte zich op de studenten die een bijdrage wilden leveren aan het communisme. Hierbij waren propaganda en het banden leggen met de arbeidersklasse en andere werkende bevolkingsgroepen een belangrijk onderdeel. De MLB leidde haar militanten op voor de toetreding tot de partij van Amada. ‘De studenten’, als laatste aspect uit de definitie van de MLB, betekent dat de MLB niet gewoon een verlengstuk van Amada was. De MLB had een eigen terrein, met name de studenten in hun schoolmilieu. Dit betekende echter niet dat de MLB volledig los stond van Amada. De politieke leiding van Amada over de MLB bleef gewaarborgd door de rechtstreekse onderschikking van de nationale leiding van de MLB aan de nationale leiding van Amada.[5]   

 

De structuur

 

Voor de opbouw van een structuur haalde de MLB haar ideeën bij haar moederorganisatie Amada.[6] De organisatorische structuur van de MLB bestond uit verschillende lagen, onderaan te beginnen met de cellen, de basiseenheden. Die werden opgericht volgens de indeling van het hoger onderwijs en volgens de beschikbare krachten, en bestonden uit de leden van de MLB. Ze werden geleid door een celleider, die eventueel bijgestaan werd door een celbureau bij uitgebreide cellen. Op het niveau van de cel had de MLB eenzelfde taakverdeling als de Amada-cel. In de MLB-cel bestonden, anders dan bij Amada, de functies van verantwoordelijke “studentenproblematiek” en van verantwoordelijke “band met de arbeidersklasse”. Die laatste taak betekende enerzijds het zoeken naar methodes en organisaties van politiek contact tussen studenten en werkende bevolking, en anderzijds het strijden voor de gedachte “arbeiders-studenten één front”. De cel had volgens de leiding van de MLB de taak zich te bekommeren om het gehele leven van de MLB. Dit betekende dat ze de belangrijkere beslissingen en richtlijnen moest bediscussiëren, vormingsvergaderingen en politieke vorming moest organiseren, de balans maken van de positieve en negatieve kanten van de werking, kritiek en zelfkritiek toepassen en een zo volledig mogelijke democratie binnen de werking ontplooien.[7]
  

In de structuur en werking van de MLB bestonden er naast cellen ook nog wat men noemde “werkgroepen”. Men probeerde deze groepen, bestaande uit alle sympathisanten en progressieve studenten, uit te bouwen in iedere faculteit.[8] De werkgroep was een instrument om deze studenten te organiseren, politiek op te voeden en aan het werk te zetten. Ook was de werkgroep een hefboom waarmee de MLB het politieke inzicht van de brede middengroep wilde vergroten en hen rond concrete acties in beweging wilde zetten, vertrekkend van wat er in de faculteit leefde. Een derde functie van de werkgroep was de band tussen de cel en de niet-MLB-studenten van de faculteit aanhalen. In een werkgroep werd in de eerste plaats aandacht besteed aan de studie van het marxisme-leninisme om de werking van de MLB in de juiste richting te duwen en alle mensen die mee werkten in de MLB op te voeden in de basisprincipes van het marxisme-leninisme. Ten tweede bestudeerde elke werkgroep een concreet aspect van de sociale werkelijkheid, dat aansloot bij de faculteit. In deze studie baseerde men zich op wat leefde onder de massa van studenten en op wat nuttig was voor de klassenstrijd. Iedere werkgroep moest “volksgebonden” zijn, dit wil zeggen dat er een band moest zijn met de massa’s (studenten en arbeiders), dat er een link naar de praktijk diende te bestaan. Die link legde de MLB door het enquêteren. De uit de enquêtes vergaarde informatie werd verwerkt in brochures, teksten en pamfletten. Aan ieder project werd de actie en mobilisatie gekoppeld. Men moest naar buiten treden en niet alleen bezig zijn met de eigen kring, de hele faculteit moest betrokken worden.[9]
 

Boven de cellen en de werkgroep stond de centrale groep. Deze groep leidde een centrum (de koepel van de cellen) dat alle kaders en kaders in opleiding uit dat centrum verzamelde. Eventueel werd binnen de centrale groep een dagelijks of permanent bureau opgericht. In de centrumleiding zaten liefst de twee hoofdtaken (voorzitter en organisatie), uitgevoerd door kameraden die geen celleider waren. Daarboven bevond zich de nationale leiding, die op zichzelf onder de rechtstreekse leiding van Amada stond. De MLB was een nationale en gecentraliseerde organisatie, dus gingen de beste kaders naar de hogere leiding en waren die kaders verantwoordelijk voor de gehele organisatie. Ook betekende dit centralisme dat de hogere leiding richtlijnen uitgaf die bindend waren.[10] In de nationale leiding zaten op zijn minst de vier centrale taken (voorzitter, organisatie, agitatiepropaganda en vorming), vervuld door kameraden die geen centrum hadden.[11]
 

Uit documenten over de MLB bleek dat er een “vriendenkring van MLB” bestond. Lid hiervan werd je door het nemen van een jaarabonnement voor 200 BEF op Dien Het Volk. De leden van die vriendenkring worden omschreven als “geïnteresseerden in de werking en de politieke lijn van de marxistisch-leninistische beweging”.[12]  Deze vriendenkring was belangrijk voor de MLB, omdat ze op die manier nog meer studenten kon bereiken en de massa kon mobiliseren. Ook betekende deze kring meer financiële mogelijkheden voor de MLB om kranten, pamfletten, muurkranten, enz. te kunnen maken.[13]  Kenmerkend voor de structuur en werking van alle deelorganisaties van Amada en bijgevolg ook voor de MLB was de clandestiniteit. Dit werd gezien als een middel om “de krachten van de organisatie te waarborgen, om een organisatie uit te bouwen die een strijd op leven en dood kon aangaan met de burgerij”.[14] Door de MLB werd zelfs een aantal richtlijnen gegeven over hoe men de clandestiniteit kon bewaren. Van adressen en andere informatie bijvoorbeeld mocht men niets bijhouden dat niet nodig was en uit petitieboekjes moesten de gebruikte blaadjes gescheurd worden. Als een huisadres zeker moest bewaard worden, hield men dit bij op een clandestien adres.[15]
 

De MLB was in de verschillende universiteitssteden aanwezig. Een eerste stad was Gent met een cel op Blandijn en Plato en propaganda over de hele RUG. Ten tweede was er Antwerpen met een cel aan de UFSIA en aan de UIA. Hier deed de MLB aan propaganda in de sociale school en de academie. In Leuven was er enerzijds voor de KUL een cel en propaganda voor de hele universiteit en voor de sociale school en anderzijds voor de UCL een cel voor een te bepalen faculteit en propaganda door KUL-militanten.[16] Brussel had voor de VUB een cel voor de humane wetenschappen en propaganda aan hele universiteit, de Hiskwa (Hoger Instituut voor Sociaal en Kultureel Werk – Arbeidershogeschool) en de Poststraat. Voor de ULB was een cel voorzien voor humane wetenschappen en propagandahulp van VUB-militanten. Te Luik bevond zich een cel in de faculteit humane wetenschappen. Bergen had enkel propagandawerk, gecontroleerd door de cel uit Brussel. In Kortrijk had de MLB een celwerking aan de universiteit (waarschijnlijk was dit de KUL) en propagandawerking aan de sociale school. Limburg had celwerking aan de Economische Hogeschool en het LUC.[17]

 

Lidmaatschap

 

Lid worden van de MLB kon men door het lidgeld van 200 BEF per jaar te betalen. Wie betaalde kreeg bovendien een jaarabonnement op de krant van de MLB Dien Het Volk.[18] De leden van de MLB konden deelnemen aan “lezers-actiegroepen” (waarschijnlijk in gebruik vanaf de tweede helft van 1977). Dit waren 2-wekelijkse vergadering in de faculteiten waar de MLB werkzaam was. In deze vergadering, met een duur van 2 uur, werden telkens 2 punten uit de marxistisch-leninistische theorie besproken. Daarnaast namen deze groepen ook deel aan de acties van de MLB.[19]

Militant worden behelsde meer dan alleen lidgeld betalen. Men moest aan een aantal voorwaarden voldoen om militant te mogen worden. Een eerste voorwaarde was dat men de algemene doelstellingen van de MLB erkende. Ten tweede was het nodig ten volle deel te nemen aan de werking van de cel, de politieke lijn van Amada, en moest men de leer van het marxisme-leninisme bestuderen. Ook werd geëist dat men als lid actief het blad van Amada verspreidde en de bijdrage betaalde. Die laatste eis bracht financiële middelen binnen en versterkte bovendien de band met de beweging.[20] 

 

Politiek programma

 

Het politieke programma van de MLB, sterk verwant met dat van Amada, behelsde meerdere aspecten. Ten eerste constateerde de MLB dat er een aantal problemen aanwezig waren in de bestaande maatschappij, waarvan de oorzaak de heerschappij van het grootkapitaal was. Tegen dat grootkapitaal wilde de MLB strijden, met als doel de creatie van de socialistische maatschappij.[21] 

Ten tweede had het MLB-programma aandacht voor een aantal bestaande tegenstellingen. In België was net als in andere kapitalistische landen een tegenstelling ontstaan tussen de arbeiders, de “productiekrachten” en de kapitalisten, de burgerij. Die tegenstelling moest geanalyseerd en bestreden worden. Op wereldvlak bleken de bestaande tegenstellingen aan verandering onderhevig te zijn. Waar Amerika vroeger de grote overheerser was geweest, zat deze nu in een crisis en was de dreiging van de SU veel groter geworden. Hieruit zou een derde wereldoorlog ontstaan tussen de VS en de SU. Ook die tegenstelling moest aandacht krijgen en opgenomen worden in de strijd voor de socialistische samenleving. Naast België, de VS en SU moest men vanuit het maoïstische standpunt ook kijken naar de toestand in de Derde Wereldlanden. In dat opzicht begonnen de MLB en de DWB trouwens steeds meer één geheel te vormen, hun publicaties waren inhoudelijk steeds meer inwisselbaar. Het standpunt was dat de West-Europese landen niet meer in staat waren hun kolonies uit te buiten, als gevolg van de revolutionaire strijd van die kolonies tegen hun onderdrukkers. Een eerste land dat door de MLB onder de loep genomen werd was Vietnam, waar de heldhaftige Vietmings in een “volksoorlog” als voorhoede van het hele volk streden tegen de Amerikanen en Fransen. De gruweldaden van de Amerikanen, die uitvoerig werden beschreven door de MLB, zouden het volk niet kunnen tegenhouden om te winnen.[22]

Ten tweede bewees de MLB lippendienst aan de Palestijnen in hun volksstrijd tegen het complot van de VS - met knechten Israël en Jordanië - en de SU. Zoals bij Vietnam werd ook hier door de MLB China als de grote helper van de volksstrijders voorgesteld. Ten laatste verleende de MLB haar morele steun aan de opstand van de Portugese kolonies tegen Portugal. De NAVO-landen, en opnieuw vooral de VS, werden verweten Portugal te steunen om hun eigen economische en strategische belangen in Guinee-Bissau, Angola en Mozambique te vrijwaren.[23]

 

De taken

 

De MLB stelde zichzelf drie taken. Een eerste en voornaamste opdracht was de aanzet geven tot de opvoeding en organisatie van de revolutionaire studenten tot communisten en volwaardige leden van de communistische partij. Met deze revolutionaire studenten bedoelde de MLB de voorhoedestudenten, degenen die het eerst spraken en het eerst in actie kwamen, de meest strijdvaardige studenten. Die studenten moesten actief opgespoord worden en met de MLB verbonden worden door uitleg te geven over de MLB en vragen te beantwoorden of door discussie, om ze zo te laten zien dat ze iets konden betekenen voor de MLB, dat ze de link waren van de MLB naar de andere studenten, de massa. Spontaan kenden die studenten het communisme niet, ze hadden nog burgerlijke ideeën, die bestreden moesten worden in een ideologische strijd. Deze strijd veronderstelde drie zaken: verkeerde opvattingen binnen de partij opsporen en verbeteren in discussies met elkaar, het marxisme-leninisme en maoïsme bestuderen en deelnemen aan de realiteit van het proletariaat om het zo te leren kennen en de lijn van Amada beter te begrijpen. Door het linken van de studie en de praktijk kwam men dan tot de echte kennis van het communisme.[24]
 

Een tweede taak behelsde de politieke opvoeding en organisatie van de progressieve middengroep van studenten - die ook negatief ten opzichte van de bestaande maatschappij stond - om zo de oorspronkelijke tegenstelling tussen de communistische studentenorganisatie en deze middengroep weg te werken. De middengroep bestond uit de studenten die op het moment zelf bepaalden welke kant ze uitgingen. Deze groep had men nodig om de actie massaal te maken en de overwinning in de strijd te behalen. Stuk voor stuk moesten deze mensen binnengerijfd en overtuigd worden, zodat zij zelf mensen konden overtuigen en de MLB steeds meer mensen binnen haalde. Dit bereikte men door in basisdiscussies de burgerlijke ideeën onder de progressieve studenten te elimineren.[25] Een derde taak was het steunen van de juiste strijd van de studenten binnen de universiteit en het verbinden van die strijd met de strijd van de arbeiders. Om dit te kunnen doen, moesten die studenten georganiseerd worden in een communistische organisatie, met name in de MLB.[26] 
 

Volgens de MLB waren wel niet alle studenten progressief. De achterhoede van mensen, zoals men de “niet-progressieven” noemde, moest geneutraliseerd worden. Dit was een klein deel van de mensen, dat zich absoluut niet bekommerde om de maatschappij die haar omringde, dat zich steeds op sleeptouw liet nemen door de rechtse elementen. Neutraliseren betekende zorgen dat die mensen niet actief optraden tegen de MLB, maar de beweging aanvaardden. Dit moest men doen door het voeren van discussies waarin zij toonden wie zij waren of door gewoon vriendelijk te zijn in de omgang. Op die manier kon de MLB ervoor zorgen dat de niet-progressieve groep meeliep in acties, niet tegendraads was en misschien ervaringen opdeed die hen meer in de richting zou brengen van de MLB.[27]
 

Naast de achterhoede bestonden ook nog groepen onder de studenten die door de MLB als “de contrarevolutionairen” en “rechtsen” werden aangeduid en die volgende de MLB uitgeschakeld moesten worden. De “contrarevolutionairen” waren degenen die zich actief tegen de MLB afzetten en die hen aanvielen bij elke gelegenheid. De “rechtsen” waren zij “die de voorroepers waren bij de jouwers”.  Hen isoleren betekende dat ze geen volk meer achter hun wagen zouden krijgen, dat ze door de massa verstoten werden en zich zelfs niet meer durfden te laten zien. De “rechtsen” konden geïsoleerd worden door hen aan te zetten tot gesprek op het terrein waar hun argumenten slecht en emotioneel waren en waar ze dus te pakken waren.[28]

 

Werking en houding ten overstaan van andere bewegingen

 

Banden smeden tussen de studenten deed de MLB in de eerste plaats via de werking in de faculteit en in de jaren. Deze plaatsen werden uitgekozen omdat ze het natuurlijke milieu waren van de studenten. Best concentreerde men zich op het eerste jaar want hier werd nog geen selectie doorgevoerd, waren de studenten nog het talrijkst aanwezig, liep de student als idealist de grootste ontgoocheling op en buisden de meeste studenten, die dan ontvankelijk waren. Ook aan de NUHO werd aandacht besteed.[29] 
 

Om al die studenten te bereiken werden verschillende middelen gebruikt. Een eerste groep middelen bestond onder meer uit de algemene agitatie en propaganda in de vorm van krantenverkoop en -productie (mensen dus betrekken bij het maken van de krant), de debatten (waar veel volk bereikbaar was) of het samen maken en verspreiden van traktaten over verschillende onderwerpen. Een tweede belangrijk middel was de vorming, die werd gebruikt om de burgerlijke ideeën te verdrijven en communistische ideeën te verspreiden. Hieronder wordt die vorming uitvoeriger besproken. Ten derde maakte de MLB gebruik van kritiekgroepen waarin de burgerlijke wetenschap en de marxistisch-leninistische wetenschapsvisie besproken werd. Dit gebeurde aan de hand van de studie van het marxisme-leninisme en door het voeren van acties tegen de “burgerlijke” wetenschap aan de universiteit. Een vierde instrument om de studenten te bereiken waren de hierboven beschreven werkgroepen om mensen op te voeden en te organiseren tot communist en om de brede middengroep van de studenten “omhoog te trekken”. [30]
 

In de dagelijkse propaganda en agitatie was het volgens de MLB belangrijk een juiste houding aan te nemen. Dit betekende dat je als MLB-er geen afbrekende en verwerpende houding mocht aannemen. Op die manier vermeed de MLB-er de indruk na te laten dat hij of zij een betweter was en verwaand overkwam. Tegenspreken op de juiste manier was wel toegelaten. Een afstotende en enggeestige houding was verkeerd, men moest leren luisteren en tonen dat men belangstelling had voor andermans mening. Een gepast antwoord geven op de vragen van de mensen, rekening houdend met de nuances van de gestelde vraag, was de manier waarop de mensen moesten benaderd worden.
 

Speciale aandacht werd gegeven aan andere organisaties die nog nodig waren om de revolutie tot een goed einde te brengen. Mlutie tot een goed einde te brengen. ere organisaties die nog waren om de reven moest volgens de MLB een soepele tactiek aannemen ten aanzien van die organisaties. Dit moest leiden tot de situatie waarin die organisaties met de MLB wilde samenwerken, misschien zelfs de leiding bij een actie wilden overdragen aan de MLB of de MLB-idee zouden verspreiden aan de top van andere organisaties. Welke waren deze organisaties? Een eerste groep waren de “bevriende en progressieve organisaties”, waar heel wat sympathisanten en militanten van de MLB in zaten. Hun karakter en publiek moesten gerespecteerd worden, ze moesten gezien worden als tussenschakel tussen de MLB en de massa. Voorbeelden hiervan waren het Centrum voor Vorming en Actie (CVA), het Katholiek Universitair Centrum (KUC), de Universitaire Parochie, Wetswinkel,… met wie de relatie zo goed mogelijk moest zijn. Ten tweede waren er de faculteitskringen, andere studentikoze organisaties en “studentenbureaucraten”. Faculteitskringen waren belangrijk want ze hadden veel macht onder de studenten. Tegenover deze groep was het daarom belangrijk een welwillende houding aan te nemen en hen op de hoogte te houden van de MLB-activiteiten en -meningen. Deze groepen moesten zoveel mogelijk mee getrokken kunnen worden. Daarom moest elk MLB-lid tevens lid zijn van een faculteitskring. Ten derde waren er de “contrarevolutionaire organisaties” (de RAL, Clarté e.a.). Hun bestaansgrond was voor de MLB het anti-communisme. Die groepen moesten “met woorden organisatorisch en politiek uitgeschakeld worden”, wat betekende dat men moest uitleggen wat het verschil was tussen hen en de MLB en wat er bij hen verkeerd was.[31] 
 

Eén van die contrarevolutionaire organisaties was de RAL. Deze beweging, begin 1971 opgericht door de jongerenorganisatie van de trotskistische Socialistische Jonge Wachten (SJW), was oorspronkelijk de jongerenafdeling van de Belgische Socialistische Partij (BSP) maar had zich in maart 1965 afgescheurd om autonoom verder te werken. Volgens de MLB predikte de RAL de derde wereldoorlog en verdedigde ze het Russische imperialisme, wat twee te bestrijden zaken waren voor de MLB. Voor de MLB was de trotskistische theorie van de permanente revolutie eigenlijk een           “«theorie» van sabotage van de revolutie”. De theorie van de permanente revolutie van Trotsky stond in scherpe tegenstelling met de wetenschappelijke theorie van de revolutie in twee etappes, gebaseerd op de concrete analyse van Lenin, Mao, Stalin en de KP van Albanië en Vietnam, de landen waar de socialistische revolutie geslaagd was. De trotskistische theorie kwam neer op het zaaien van verdeling tussen de revolutionaire krachten die eigenlijk verenigd zouden moeten zijn in de strijd. Zo werden in de Derde Wereld de boeren, het grootste deel van de bevolking, door de trotskisten weggeduwd van de arbeidersklasse. Dit was volgens de MLB verkeerd, alleen door de vereniging van boeren en arbeiders was immers de echte revolutie mogelijk. [32] 

In de industriële landen verdedigden de trotskisten de idee dat de jonge intellectuelen de echte leiders en voortrekkers waren van de strijd (de vaststelling dat het trotskisme alleen in studentenmilieus verspreid was, vormde hiervoor het grote bewijs). De studenten konden eigenlijk alleen maar een bijdrage leveren als ze zich verenigden met de arbeiders en onder leiding van de partij de revolutie meevoerden.[33]  Ook had de RAL geen aandacht voor de band tussen arbeiders en studenten, in die zin dat de RAL dacht dat het sluiten van een front met de vakbondsleiding betekende dat men een front sloot met de arbeiders. Maar dat was volgens de MLB een volledig verkeerde visie. Ook over hoe de arbeider de kapitalist zou klein houden in een dictatuur van het proletariaat zweeg de RAL. [34]

Wat betekende deze houding van de RAL volgens de MLB? Het was de houding van een kleinburgerlijke groep die bang was om met geweld op te treden en bloed te vergieten en die eerlijke mensen afhield van het marxisme. De RAL wilde een regering van arbeiderspartijen, wat de MLB afdeed als een politieke klucht.[35] De RAL van haar kant liet zich ook niet onbetuigd in het spuien van kritiek op de MLB. In Leuven bijvoorbeeld organiseerde de SJW, toen er hier nog geen RAL-kern bestond, infoavonden en meetings om in de tegenaanval te gaan tegen de MLB. Een dergelijke meeting werd gehouden op 5 maart 1971 door de SJW-ers Ernest Mandel en François Vercammen om de verscheidenheid tussen de MLB en de SJW aan te tonen. Het tijdschrift Omtrend, dat rapporteerde over de gebeurtenissen, brandmerkte de MLB als een “sectaire troep” en vond “het gebekvecht tussen de twee ronduit zielig”. Voor de SJW-ers was Omtrend dan weer uitermate positief.[36]
 

Ten vierde waren er ook nog een aantal rechtse organisaties zoals de Vlaams-nationalistische Studentenunie (VNSU) of het Liberaal Vlaams Studentenverbond (LVSV). Met deze organisaties moest de discussie gevoerd worden, ze stonden immers politiek nog voor veel open, waren nog niet echt politiek geschoold. Een vijfde groep bestond uit de fascistische organisaties zoals de VMO, Were Di, Tak, Nem, KVHV-Gent, KVHV-Antwerpen, Wolfsangel, enz. Met hen wilde de MLB geen contact hebben. Bovendien probeerde de MLB er voor te zorgen dat deze organisaties aan geen enkele activiteit (betoging of andere actie) mochten meedoen. Men moest hen in de kiem smoren, geen kans geven propaganda te laten verspreiden en over hen uitleg geven. Zo werd concreet een massa-actie tegen de VMO gehouden op 8 oktober 1975 omdat de VMO op die dag een betoging in Leuven hield. Hiertegen werd, na een oproep door Amada en Anti-Fascistisch Front, door 2.000 mensen uit Leuven betoogd. Tegen de VMO werd met geweld opgetreden en zodoende lieten de VMO-ers zich, volgens het document van de MLB, sindsdien niet meer zien in Leuven.[37] Ook ten aanzien van Alternatief, een organisatie van de VMO, werd door de MLB sterke actie gevoerd.

Algemeen merkte de MLB op dat men bij contact met de verschillende organisaties, die we hierboven beschreven, steeds moest opletten voor de linkse fout (geen contact leggen omdat men zag dat er niet onmiddellijk veranderingen optraden) en de rechtse fout (in het contact de eigen identiteit verloochenen).[38]

 

Het tijdschrift Dien Het Volk

 

Hierboven werd al gesproken over de vorming van de communistische studenten als een belangrijke taak van de MLB. In die vorming, waarover hieronder meer, nam het blad Dien Het Volk een belangrijke plaats in. Dit blad was ontstaan in 1974. De kostprijs ervan was 10 BEF en het werd uitgegeven door H. Verwimp in Brussel. De titel van het blad maakt duidelijk dat het voor de MLB in haar werking ging om het ondersteunen van de strijd van het volk, om het bieden van hulp om die strijd tot een goed einde te brengen. De titel verwijst naar de titel van een toespraak die Mao Tse Tung ooit hield ter ere van een soldaat die zijn leven had gegeven in de strijd voor het volk. In de krant kwam een diversiteit aan onderwerpen aan bod: studentenproblemen (zoals wetgeving rond studiebeurzen, statuut van het katholiek onderwijs, de numerus clausus, enz.), maandelijkse informatie uit de verschillende centra, nieuws van andere scholen (bijvoorbeeld over een staking aan de Utrechtse universiteit of over de studentenstrijd in Brazilië), buitenlands nieuws (vooral over de Derde Wereldlanden waar revolutionaire groepen strijd voerden, over de socialistische voorbeeldlanden, over het Chinese onderwijs en wetenschap of over de supermachten VS en SU), nieuws van het “arbeidersfront” (uit de verschillende fabrieken), informatie over de MLB zelf (over vormingscycli, betogingen of meetings) en over Amada (haar politieke lijn, activiteiten en haar tijdschrift).[39]

De MLB stelde dat studenten die zich aan de kant van het volk opstelden, hun problemen zagen en hiervoor een oplossing wilden, geen antwoorden vonden in de burgerlijke wetenschappelijke kennis. De echte antwoorden, zo bleek uit ervaringen van die studenten met marxistische artikels, lagen in het wetenschappelijke socialisme en marxisme-leninisme. Het blad had de bedoeling die kennis aan te reiken in de vorm van artikels die qua inhoud verschillend waren van de artikels in het Amada-tijdschrift. Een meer wetenschappelijke klemtoon werd gelegd omdat de doelgroep, de studenten, juist daarin geïnteresseerd was en zich daarmee kon vormen tot volwaardige communistische studenten. Daarnaast had het blad ook een belangrijke functie voor de bredere massa van progressieve studenten. Het blad moest ten eerste acties propageren om ze breder en massaler te maken. Ten tweede kon men via het blad de ordewoorden en het platform aangeven en verdedigen. Ook was het blad een middel om antwoord te geven op wat de pers schreef en de achtergrond van een actie te duiden. Ten vierde wilde de MLB via het blad inzicht geven in het socialistische wereldbeeld, in de theorie van het marxisme-leninisme en de politieke lijn van Amada. Een laatste functie van het blad was de marxistisch-leninistische ideeën verdedigen tegenover de “valse” ideeën van de zogenaamde reformisten, revisionisten en trotskisten die de bedoeling hadden het marxisme-leninisme te bekampen en de studenten voor hun eigen kar te spannen.[40] 

Dien Het Volk was niet de enige publicatie van de MLB. Vanaf februari 1971 startte de MLB ook met Het Marxistisch-leninistische Informatiebulletin. Dit blad stelde zich een aantal doelen. Ten eerste wilde het de ongelijkheid wegwerken tussen studenten en arbeiders betreffende het krijgen van informatie over wat er in de wereld allemaal gebeurde met de arbeiders. Ook voor studenten uit de provincies was dit blad met die bedoeling geschreven. In de tweede plaats moest het blad een hulpmiddel zijn voor het duiden en illustreren van ideologische en politieke stellingen. Ten derde wilde men zoveel mogelijk gegevens uit de dagelijkse klassenstrijd systematiseren en ter beschikking stellen, zodat een groter aantal studenten en arbeiders kon meewerken aan het ontwikkelen van de politieke lijn van Amada.[41] De bronnen voor het tijdschrift waren Péking Information, Belgische kranten en tijdschriften, buitenlandse kranten zoals Le Monde en informatie van medewerkers. De samenstelling van het blad moest steeds gebeuren in dienst van de noden van de werking. De informatie die men bundelde handelde kort gezegd over: de crisis van het imperialisme in de wereld van dat moment, de economische en ideologische crisis van het kapitalisme, de klassenstrijd in de kapitalistische landen, de bevrijdingsbewegingen in strijd tegen het imperialisme, de opbouw van het socialisme en de verwezenlijkingen van de dictatuur van het proletariaat (China).[42]

 

De vormingsvergaderingen

 

Op het gebied van vorming waren er naast de krant de wekelijks vormingsvergaderingen, georganiseerd in de verschillende centra. Per vergadering werd een punt uit het marxisme-leninisme grondig uitgelegd en een aantal teksten grondig bestudeerd.[43] Deze vergaderingen stonden open voor iedereen en de nadruk werd er gelegd op de eenheid van arbeiders en studenten.[44] Men kan veronderstellen dat de onderwerpen van deze vormingsvergaderingen dezelfde waren voor de verschillende centra.[45]

Ook op het centrumoverschrijdende niveau werd aan vorming gedaan aan de hand van vormingsweekends voor militanten en “goede” sympathisanten. Een ervan werd georganiseerd van vrijdag 16 tot en met zondag 18 juli 1976 ergens in de bossen van de Oostkantons, nabij St-Vith-Reuland. De doelstelling van die vormingsdagen was een aantal elementaire begrippen uit het marxisme-leninisme, die door het jaar niet aan bod kwamen in de vormingsvergaderingen, aan te brengen. Door met verschillende centra samen te werken kon de vorming op eenzelfde niveau gebracht worden en eenzelfde kwaliteit voor iedereen bereikt worden. Door een eenvormige studie te organiseren hoopte de MLB ook dat men er zich makkelijker op zou baseren in de werking door het jaar en dat de dagelijkse studie er zou door aangemoedigd worden.[46]

 

Afwijkingen

 

De tot hiertoe beschreven structuur en werking van de MLB bleek niet altijd te zijn zoals men het in de verschillende documenten voorstelde. De MLB stelde vast dat er een aantal groeipijnen aanwezig waren in haar beweging. Het bij Amada beschreven “liberalisme” werd ook gevoeld door de MLB. Dit liberalisme zorgde ervoor dat de politieke lijn niet kon omgezet worden in de praktijk van de klassenstrijd. Hiertegen wilde men in de rectificatiebeweging strijd voeren. Studenten kwamen uit verschillende milieus maar werden later allemaal deel van het (klein)burgerlijke milieu, wat maakte dat hun wijze van leven, politieke ideeën en wereldvisie meestal kleinburgerlijk waren. Dit uitte zich in de MLB in ongedisciplineerdheid, liberalisme, individualisme of intellectuele verwaandheid. De MLB zou van binnenuit kapot gaan als deze negatieve ontwikkeling niet bestreden werd.[47]   

Bovendien bleek op sommige momenten dat de werking naar de massastrijd toe te traag verliep. Bij verschillende acties (de grote mijnstaking van 1970, de actie tegen de plannen van Claes-Hurrez, de plannen van de VDB, enz.) was de greep van de MLB op de acties te klein door (te) laattijdig aansluiten bij de actievoerders. Als reden hiervoor werd het “intellectualisme” aangegeven, dat stelde dat het marxisme een theorie was die fijn was om te bestuderen en de wereld mee uit te leggen, maar meer niet. Ook zagen de volgelingen van dit standpunt de MLB als een “praatbarak”.[48]  En dat was verkeerd.
 

Een ander probleem, dat ook bij andere marxistisch-leninistische organisaties aanwezig bleek te zijn, was het individualisme en de kliekjesgeest.[49]  Zoals Amada had de MLB ook te maken met wat het “rechts-opportunisme” heette. Dit betekende dat bepaalde MLB-leden zich niet meer met de strijd bezighielden, het doel van de dictatuur van het proletariaat uit het oog verloren en zich alleen met onmiddellijke zaken bezighielden zonder leidraad. Het rechts-opportunisme weigerde de strijd te voeren tegen Rusland (wat door de MLB aangeduid werd met sociaal-imperialisme) omdat men onder invloed van trotskisten en revisionisten dacht dat Rusland echt socialistisch was. Dit rechts-opportunisme, als het niet werd aangepakt, kon leiden tot revisionisme (= “de ontkenning van de politieke klassenstrijd, de proletarische revolutie en de dictatuur van het proletariaat”). Op die manier zou men enkel nog de burgerij dienen.[50]  Een ander probleem was dat de krant, toch een belangrijk instrument zoals hierboven beschreven, niet altijd correct werd verkocht. Dus werden er richtlijnen uitgevaardigd om dit te verbeteren.[51] 

 

Het actieterrein

 

Nadat we hierboven al globaal bekeken op wie de MLB zich richtte en wat het wilde verwezenlijken, willen we hier concrete acties van de MLB onder de aandacht brengen. Een blik op dat concrete actieterrein van de MLB laat zien dat men in de eerste plaats bezig was met de studentenwereld en de hier bestaande problemen. De universiteit werd gezien als een instrument in de handen van de burgerij en vertoonde daardoor een aantal burgerlijke kenmerken. Zo maakten bijvoorbeeld de meeste cursussen de studenten tot een bruikbare productiefactor in het productieproces of kwam het grote deel van de proffen uit de burgerij.[52] Tegen die burgerlijkheid van de universiteit wilde de MLB optreden en acties voeren.[53] Een voorbeeld van een actie op dit terrein was de strijd tegen de veranderingen die op til waren binnen de opleiding geneeskunde (het postgraduaat huisartsgeneeskunde en de numerus clausus). Deze veranderingen waren in strijd met de vorming van de dokter tot een arts voor het volk.[54]         

Op het terrein van de studenten was de MLB ook actief binnen de VVS. De MLB, toen nog in de gedaante van haar voorloper de SVB, vormde zeker in het begin van de VVS een radicaal links front dat zich ondermeer richtte naar de arbeiders. Zo bleken bijvoorbeeld VVS-ers aanwezig te zijn tijdens de Ford-staking in ’68 en de textielstaking in Gent in ’69.[55]  VVS werd een ware politieke beweging, die zich zelfs wilde omvormen tot een echte vakvereniging voor studenten. Het sektarisme dat zich geleidelijk aan meester maakte van de VVS-leiding, bereikte een hoogtepunt met de mijnwerkersstaking van 1970 in Limburg en had tot gevolg dat de VVS haar voeling met de studenten volledig verloor. Vanaf ‘70 werd de VVS een verlengstuk van de MLB (dat telkens van ’69 tot ’74 de VVS-verkiezingen won) en verloor het haar functie van nationaal discussieforum. De maoïsten waren immers niet bereid compromissen te sluiten.[56]

De MLB hield zich vooral bezig met het leveren van partijkaders voor Amada en met de arbeidersklasse en haar strijd tegen het kapitalisme. Dit zorgde ervoor dat men de interne ontwikkelingen van de VVS uit het oog verloor en voor de werking alleen op zichzelf ging steunen. In 1974 kende nog maar weinig volk de maoïstische studentenvereniging. ‘74 was het jaar waarin het stilaan bergaf begon te gaan voor de MLB door de opkomst van Tendens, een samenwerking van het CVA en de SJW, en van de Beweging voor Kristenen van het Socialisme (BKS).[57] Tendens en BKS, in een samenwerking onder de naam de “Kuisploeg”, haalden het bij de verkiezingen in 1974 van de MLB. Dit was het begin van een stelselmatige achteruitgang van de MLB binnen de VVS. De MLB probeerde dit tegen te gaan door het eigen programma meer te laten aansluiten bij dat van Tendens.[58]

Dit leidde tot het in 1977 opgestelde Frontprogramma voor de VVS-verkiezingen. De MLB vond dat ze het recht had op een plaats in de VVS-ploeg, omdat vele progressieve studenten de mening waren toegedaan dat de MLB in het verleden de studenten goed had verdedigd en omdat ook Tendens de juistheid van de MLB-lijn inzag. De MLB wilde met het Frontprogramma een eenheidsfront oprichten waarin ze niet alleen maar samen met andere progressieve groepen één front vormde. Kon samenwerking met de RAL dan wel? Hierboven hebben we immers duidelijk aangetoond dat de MLB een zeer negatieve houding had ten overstaan van de RAL. Er waren fundamentele verschillen tussen de twee, maar dat bleek volgens de MLB geen voldoende reden te zijn om als MLB niet in het front mee te doen. De MLB kon bij afwezigheid immers de strijd niet mee aanvatten tegen de burgerij en het kapitaal.[59] Vanaf 1979 wilde de MLB de VVS laten terug keren naar de tijd waarin zij een representatieve overkoepeling was om zo aan nationale studentenpolitiek te kunnen doen. De VVS vond dit geen goed idee.[60]

De MLB hield zich met meer bezig dan de studenten alleen. Er was natuurlijk ook de steun voor de arbeiders. Een voorbeeld van een actie op het terrein van de arbeiders was het geven van actieve steun aan de stakers van Sidmar en Sidac in Gent door het schrijven van brieven naar het Amada-tijdschrift, door het bezoeken van de piketten of het geven van financiële steun voor de bestaande of op te richten stakingscomités. Deze staking en strijd pasten binnen de strijd tegen de nieuwe programmawet en de loonstop.[61]

Naast de fabrieksarbeiders was er bij de MLB ook aandacht voor de boeren, een andere door het kapitalisme onderdrukte groep. Zo was er bijvoorbeeld de campagne voor de boeren die in het najaar van 1974 een landbouwcrisis meemaakten. Studenten van Leuven, Antwerpen, Gent en Kortrijk gingen toen de boeren helpen om de witloof-, bieten- en aardappelenoogst binnen te halen. Volgens de studenten van de MLB stelde de overheid de crisis van de boeren voor als het resultaat van klimaat (overstromingen e.a.), wat volgens hen niet klopte. Volgens de MLB en Amada waren de vijanden van de boeren de oorzaak van de landbouwcrisis. Deze vijanden waren ten eerste de EEG en de kapitalistische regeringen die een landbouwpolitiek oplegden in het voordeel van de grote industriële monopoliekapitalisten. Een tweede vijand waren de grote kapitalistische bedrijven in de landbouwsector (veevoederbedrijven, handel in vlees en landbouwproducten, melk-, conserven- en fruitfabrieken, de grootwarenhuizen en de fabrikanten van landbouwmachines en installaties). Voor de boeren werd het volgens Amada bijgevolg duidelijk dat zij uitgebuit werden door de zelfde vijand als de arbeider, m. n. het grootkapitaal, dat alleen bezorgd was om haar winsten.[62] 

De productiemiddelen van de boeren waren sterk gestegen, de markt van land- en tuinbouwproducten was oververzadigd en had te kampen met overproductie en de inflatie tastte de koopkracht van de bevolking aan. Deze slechte situatie leidde tot betogingen in juli en augustus. Maar de overheid en de Boerenbond deden volgens de MLB niets. Zij stelden zich in hun doen en laten ten dienste van het kapitaal, dat alleen dacht aan haar eigen winst (of in dit geval eerder verlies) en zich van de boeren niets aantrok. Het plan-Mansholt, een poging van de regering om iets te doen aan de landbouwcrisis, hielp niets. Er moest volgens de studenten gestreden worden voor en met de boeren, een solidariteitsband moest ontstaan tussen arbeiders en boeren.[63]

Door het Brusselse studentengenootschap van de VUB werd een plan opgemaakt om van 25 tot 30 november 1974 met zoveel mogelijk studenten van de VUB de boeren te gaan helpen. Het vertrek was telkens gepland om 8 uur, behalve op maandag om 8u30. Elke student moest voor vertrek een papier invullen voor de verzekeringen. Men keerde ’s avonds terug rond 17u30. Gedurende de dag hielpen de studenten de boer met het rooien van de groenten, zodat deze op tijd binnen geraakten. Men had de steun, zo zegt het pamflet over de campagne, van de minister van Nationale Opvoeding, die er bij de academische overheden had op aangedrongen de cursussen te schorsen. De rector (welke rector hiermee bedoeld werd is niet duidelijk) had toestemming gegeven op voorwaarde dat voldoende studenten deelnamen. Er werd gevraagd aan de decanen die dit nog niet hadden gedaan, het toch te doen.[64] Door de studentengroep Politika van de Leuvense universiteit werd voor de boeren eveneens een benefietavond georganiseerd in Alma II, een studentenrestaurant van de Leuvense universiteit, op donderdag 21 november. Men had ook een boerenbrochure gemaakt.[65]

Ook aan het milieu werd, zij het in zeer beperkte mate, aandacht besteed, zo bleek uit de actie tegen de bouw van het kanaal Oelegem - Zandvliet. De MLB streed hiertegen omdat het kanaal een “zakkenvullertje was van het kapitalisme, die mens noch natuur ontziet”. Het kapitalisme was volgens de MLB “de enige oorzaak van milieuvervuiling, de ware moordenaar van ons leefmilieu”. De staat wilde gewoon geen geld steken in milieuvriendelijke afvalverwerking, die koste immers geld. Volgens de MLB kon het op een andere manier, namelijk zoals in de socialistische landen van China en Albanië.[66]

In de acties door Amada uitgevoerd droeg de MLB natuurlijk ook haar steentje bij. Zo werd bijvoorbeeld meegestreden tegen het psychiatrisch onderzoek tegen de Amada-dokter Kris Merckx in 1973. Dat onderzoek werd bevolen door de rechtbank om uit te maken of Merckx’ gewelddadig optreden een karakter- en geestesstoornis of criminaliteit als oorzaak had. Voor het onderzoek werden drie psychiaters door de rechtbank aangeduid.[67]  Als reactie werd door Amada een protestcomité opgericht, dat een aantal initiatieven op poten zette: petities laten tekenen door de proffen, assistenten advocaten, dokters, journalisten en kunstenaars. Ook werd een brochure uitgebracht met informatie over de vonnissen en de interpretatie van het proces. De MLB was ook aanwezig op het proces op 17 maart 1973. MLB-Leuven en -Brussel werkten mee aan de pogingen om de drie aangeduide psychiaters te overtuigen niet mee te doen aan het onderzoek. De burgerij had volgens de MLB een nieuw, fascistisch middel gevonden, dat werd vroeger alleen gebruikt door de VS, de SU en Hitler-Duitsland. Maar nu had de Belgische burgerij het middel ook ontdekt om de bevolking te onderdrukken.[68] Verbonden hiermee werd een kritiek geuit ten aanzien van de burgerlijke geneeskunde in België. Deze kritiek zullen we uitgebreider bekijken bij het stuk over de Geneeskunde Voor het Volk (GVHV), dat hierna volgt. Met de realisatie van een geneeskunde voor het volk als doel voerde de MLB dan ook strijd tegen de afbraak van de ziekteverzekering, het beroepsverbod van de GVHV, de superwinsten van de farmaceutische industrie en de Orde Der Geneesheren.[69]

Ook op het gebied van de internationale politieke kwesties liet de MLB zich niet onbetuigd. Zo steunde de beweging ondermeer de strijd van het Griekse volk tegen het fascisme van dictator Papadoulos en zijn militaire junta en voor het herstel van de democratische vrijheden. De dictator hield sinds de staatsgreep de mensen in de tang aan de hand van een aantal fascistische maatregelen (bijvoorbeeld de versterking van het leger) om zo de binnen- en buitenlands kapitalisten aan de macht te houden. Hierrond werden door de MLB stakingen georganiseerd, bijvoorbeeld aan het Griekse consulaat. Er werden ook volksvergaderingen gehouden en pamfletten verdeeld. De situatie van Griekenland werd verbonden met België, meerbepaald met het plan van VDB.[70]

MLB deed niet alleen aan politiek. Binnen de beweging bestond er een groep onder de naam “MLB-cultuur”. De verantwoording van dit initiatief was dat kunst een wapen was in de klassenstrijd, een manier was om een gemeenschap te organiseren. In die gemeenschap zou het de kunstenaar zijn die door zijn werken de maatschappij een spiegel toonde, de maatschappij met zichzelf confronteerde.[71] De burgerlijke kunst was verschillend hiervan, zij vertekende de samenleving en werkelijkheid omdat deze kunst het klassenkarakter van de maatschappij verborg. Daarom moest een kritiek ontwikkeld worden die deze burgerlijke bedriegerij blootlegde, samen met een praktijk die het marxisme-leninisme in de plaats stelde. Zoals het allesoverheersende kapitalisme en de burgerij waren doorgedrongen in de maatschappij, zo was de beïnvloeding ook duidelijk voor de kunst. Dit wilde de MLB veranderen door de creatie van een revolutionaire kunst, dit wil zeggen een kunst die het kapitalisme uitschakelde en het socialisme opbouwde. Op die manier werd de ideologie van het marxisme-leninisme doorgevoerd in de kunst. Maar alleen aandacht voor de inhoud was niet voldoende, ook discussie over de vorm was belangrijk. Een kunstwerk diende een vorm te hebben die maximale slagkracht gaf aan de revolutionaire inhoud.[72]   

De kunstenaar had als taak de arbeider bewust te maken van haar historische taak, de strijd voor en opbouw van een socialistische maatschappij. Men wilde zich verbinden met de arbeiders en er zich onder mengen, met hen meevechten. Ook moesten de kunstenaars hun kunstwerken gebruiken om de goede ideeën van de arbeiders uit te beelden en zo te propageren en om de slechte ideeën te bekritiseren. Hiervoor citeerde men Mao : “het leven van het volk is op zichzelf een mijn van grondstoffen voor de literatuur en de kunst, onbewerkt, maar het meest levendige, het meest rijke, het meest wezenlijke”.[73]   Juiste oriëntatie aan het kunstwerk geven en het kunstwerk op de juiste manier gebruiken kon de kunstenaar maar via de studie van het marxisme-leninisme. De MLB gaf ook kritiek op alle revisionistische, trotskistische en anarchistische afwijkingen van de zogenaamde progressieve kunstwerken. Deze groepen propageerden het individualisme in de kunst. Aan de studenten wilde MLB-cultuur via de kunst de weg tonen naar de eenheid met de arbeiders en naar de revolutie.[74]

Concreet betekende MLB-cultuur een filmwerkgroep, een fotoclub, een werkgroep toneel - zang - muziek - kleinkunst en een werkgroep drukwerk - affiches. De filmwerkgroep stelde zich als doel een “andere” vorm van filmvoorstellingen te geven om via het culturele product film mensen politiek bewust te maken. Concreet bestond een voorstelling uit drie delen: een inleiding op de film, de film zelf en als afsluiter een discussie over het thema of probleem uit de film. De films werden op dinsdagavond gedraaid. Een voorbeeld van de getoonde films was: “De Moeder” van Poudowkin, naar het boek van Maxim Gorki. Deze film verhaalt het langzame bewustwordingsproces van een simpele vrouw, die het klassenkarakter van de ellende van haar dagelijkse bestaan ontdekt.[75]  Een deel van de werkgroep toneel - zang - muziek - kleinkunst, bijvoorbeeld de toneelgroep “Proton” (Brussel-Leuven), deed straattoneel tijdens grote betogingen, campagnes of stakingen met als doel de mensen met haar toneel aan te zetten tot politieke discussie of om te enthousiasmeren. Daarnaast werden toneelstukken opgevoerd in zalen. Ook zocht deze werkgroep mensen die in hun eigen stijl muziek met revolutionaire inhoud wilden maken.[76]

 

Besluit

 

Wanneer we het totaalbeeld van de MLB bekijken, lijken we hier te maken te hebben met een beweging die heel wat heeft kunnen losweken op haar gebied. Dit heeft zeker te maken met het feit dat de MLB zich in het milieu van universiteits- en hogeschoolstudenten bewoog, een actieterrein met jongeren die nadachten en op dat moment (de jaren ‘70 met haar economische en politieke crisissen en kritische houding van de intellectuele wereld ten overstaan van de op dat moment woedende oorlogen) ontvankelijk waren voor linkse ideeën. Door die context wist de MLB bijvoorbeeld een grote macht te verwerven in de VVS en deze vereniging in een bepaalde richting te duwen of kon de MLB vele studenten op gang krijgen voor acties zoals de steun aan de boeren.

Qua structuur lijkt de MLB een goed geoliede machine geweest te zijn. Men volgde de organisatieprincipes van Amada en paste ze waar nodig aan de schoolsituatie aan. Op die manier ontwikkelde de marxistisch-leninistische studenten een organisatie die het hele hoger onderwijsgebied kon bestrijken. Ook dat feit zal bijgedragen hebben aan de invloed die de MLB had binnen de studentenwereld. De vraag of de MLB als kweekvijver voor Amada werkte, beantwoorden we binnen deze eerder kleine bijdrage over de MLB niet. Wel lijkt het, op basis van de informatie die we ter beschikking hadden, dat de MLB het sterkst van alle massaorganisaties verbonden was met Amada en daarom ook het beste werkte. Een negatief gevolg van de band was dat de ideologische problemen bij Amada ook voorkwamen binnen de MLB.

 


[1] DOCU-MARX. Oprichting van de MLB, p.1. De Gazet van Antwerpen beschreef de oprichting van de MLB in Leuven op de volgende manier: “Het masker werd afgeworpen: de Derde Wereldbeweging was als een citroen uitgeperst en werd weggeworpen. Zo ontstond de MLB.” Volgens de krant was de MLB een bond voor naïeve studenten. DE WITTE, “1. Geboren in de schoot van de «Alma Mater»”, Gazet van Antwerpen (4 augustus 1975) 4.

[2] “Voor een stevige communistische studentenorganisatie. Perspectieven, plaats en rol van MLB”, Dien het Volk (jg. 2 nr. 1 -8 september 1975) 9. ALAERTS, Tussen ideologie en pragmatisme, de dynamiek rond de derde wereld in Leuvense studentenmilieus van 1970 tot 1978, 15.

[3] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2, AII5en6 Werkmap / interne organisatie 1975, p. 2.

[4] DOCU-MARX. De taken van de communistische studentenbeweging (s.d.), p. 1-3.

[5] Dit hield in dat de MLB verslag uitbracht aan Amada, ofwel minstens om de 3 weken, ofwel wanneer zij of Amada het nodig achtte. Binnen de nationale leiding van Amada kreeg één kader daarenboven de taak zich met de MLB bezig te houden, wat betekende dat hij of zij de MLB-vergaderingen volgde en de richtlijnen uitwerkte voor de MLB op basis van verslagen en overleg met de MLB. Een aantal militanten van Amada werkten bovendien mee in de MLB, behalve voor de propagandawerking en de propagandavergadering. Er dienden ten laatste ook contacten gehouden te worden via coördinatievergaderingen of de verantwoordelijken van de plaatselijke afdelingen. Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII5en6, Werkmap / interne organisatie 1975, p. 2.

[6] Men baseerde zich meerbepaald op de teksten die Amada zelf uitbracht over de organisatie van een communistische cel en een communistische partij. Deze teksten vermelden we in hoofdstuk drie paragraaf twee van Amada.

[7] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII5en6, Werkmap / interne organisatie 1975, p. 12-15. Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 Niet geklasseerde documenten, Document van MLB i.v.m structuur en organisaties (s.d.), p. 5.

[8] Een werkgroep bestond uit zoveel mogelijk sympathiserende en progressieve studenten die voldeden aan een viertal voorwaarden. Die voorwaarden sommen we hier niet op. Men hield 1 vergadering per week. Na maximaal twee inleidende vergaderingen (over de werking van de projectgroep en haar programma) volgde men volgend plan: een derde vergadering voor de studie van het marxisme-leninisme (door 1 militant en 1 à 2 sympathisanten voorbereid ), een vierde vergadering voor discussie rond een bepaald stuk van het project en een werkvergadering door de militanten (voor het verwerken van enquêtes, uitdiscussiëren en uitwerken van voorstellen, de beoordeling van de voorbije actiepunten, het kort vastleggen van afspraken). Militanten, zijnde iedereen die voldeed aan de 4 basisvoorwaarden, zaten in de basisvergadering van een werkgroep. Deze militanten waren verantwoordelijk voor de politieke oriëntatie van de werkgroep en werden gecontroleerd door de faculteitscel. Om de maand was er een interfacultaire vergadering voor alle militanten uit de verschillende werkgroepen. De werkgroep moest steeds de band onderhouden met de faculteit, wat wil zeggen regelmatig informatie geven van haar werk, nieuwe mensen in het werk betrekken, rekening houden met kritieken en voorstellen uit de faculteit en weten in te pikken op de gebeurtenissen in de faculteit. Idem, p. 4. Een kritiek op die werkgroepen was dat ze soms te sterk betrokken waren op hun eigen vak en te weinig contact hadden met de strijd van de werkende bevolking. De oorzaak hiervan was het niet plaatsen van werk in een wetenschappelijke en maatschappelijk perspectief. Anderzijds hadden ze voor veel bewustmaking en hulpverlening gezorgd (vooral de wetswinkel en de groepen uit geneeskunde). “Waarom frontprogramma”, Dien Het Volk (jg. 3 nr. 6 - april mei 1977) 6.

[9] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 Niet geklasseerde documenten, Document van MLB i.v.m structuur en organisaties (s.d.), p. 1. Voorbeelden van wat precies bestudeerd werd, worden niet vermeld in het document.

[10] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII5en6, Werkmap / interne organisatie 1975, p. 12-15.

[11] Ibidem. Concreet betekende dit dat de leiding de taak had een richting uit te zetten, weekschema’s te maken, stapsgewijs een actie op te zetten met gestructureerde vergaderingen, aangenomen beslissingen die realistisch waren ook uit te voeren en in herinnering te brengen, enz. Ook moest er een juiste ideologische strijd gevoerd worden binnen de leiding, enerzijds tegen het “amikalisme” (niet erg vinden dat de ander fouten maakte, er licht over heen gaan, het verstoppen voor de militanten en geen aandacht hebben voor de kritiek geleverd door miltanten) en anderzijds tegen het “ideologisme” (niet verder gaan met de ideologische strijd dan aanduiden dat er een burgerlijke of kleinburgerlijke ideologie achter steekt). Ook moest de leiding een band hebben met de werkelijke praktijk van de militanten. Dit betekende juiste normen stellen en richtlijnen uitschrijven met kennis van zaken; bij een algemene richtlijn ook een concrete aanpak geven, vertrekkend vanuit eigen ervaringen, en nagaan hoe het verloopt door te tonen; de samenhang van de verschillende activiteiten tonen; steeds het stuur in handen houden en de koers van de MLB bepalen.

[12] MLB, Medische opleiding in dienst van het volk, 112.

[13] Een kritiek op het KVHV in dit verband was dat deze organisatie veel subsidies kreeg van rechtse professoren. De MLB diende te steunen op sympathiserende studenten. Ibidem, 92.

[14] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII5en6, Werkmap / interne organisatie 1975, p. 16.

[15] Andere regels waren: tijdens stakingen of acties had men geen partijkaart, adressen of papieren van de beweging bij. Een telefoon gebruikte men in principe niet, als men wel wilde bellen moest eerst de boodschap op papier gezet worden, zodat “het wel doordacht is en men geen flaters uitslaat”. Nooit mocht men telefoneren tussen het partijhuis en een privé-huis, alleen telefoongesprekken vanuit een telefooncel waren toegelaten. In cafés en andere openbare plaatsen waren politieke discussies toegestaan, maar moest gezwegen worden over het interne leven van de partij. Een MLB-lid moest altijd nuchter blijven en zichzelf onder controle houden. Op vergaderingen werden partijnamen gebruikt voor elke militant of dichte sympathisant. In het openbaar werden deze namen niet gebruikt, “kameraad” was dan de aanspreekvorm. Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII5en6, Document interne organisatie richtlijnen in verband met de clandestiniteit (s.d.), p. 1-2.

[16] In Leuven waren in het academiejaar 1970-1971 Patrick Debosere, Charles Ducal en Jos Van Der Velde zeer invloedrijk aan de KULeuven. De MLB beheerste hier ondermeer de Kringraad en de Sociale Raad. ALAERTS, Tussen ideologie en pragmatisme, de dynamiek rond de derde wereld in Leuvense studentenmilieus van 1970 tot 1978, 34. Over de belevenissen van Charles Ducal zie DUCAL, C. “De meesterknecht: Charles Ducal over zijn maoïstisch verleden: een verhaal”. Nieuw Wereldtijdschrift, jg. 5 nr. 1 (1988) 33-41.

[17] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII5en6, Commentaar bij de richtlijnen voor MLB van september ’75, p. 7-8. In Dien Het Volk wordt aangegeven dat in september 1975 de centra in Antwerpen, Brussel, Gent en Leuven de bestaande centra waren die uitgebreid moesten worden. Ernaast zou men nieuwe centra oprichten: Kortrijk, Diepenbeek, Bergen en Luik.”Voor een stevige kommunistische studentenorganisatie. Perspectieven, plaats en rol van MLB”, Dien Het Volk (jg. 2 nr. 1 - 8 september 1975) 9.

[18] Redenen om lid te worden waren er volgens de MLB voldoende: omdat zo de strijd tegen de burgerij veel makkelijker en beter kon verlopen, samen stond men sterk; omdat men zo koos voor de arbeidersklasse; omdat men de MLB financieel wilde steunen; omdat men zo Dien Het Volk kreeg, een krant die een tegengewicht vormde tegen de burgerlijke pers, burgerlijke cursussen en indoctrinatie aan de universiteit. “Wordt lid van MLB”, Dien Het Volk (jg. 4 nr. 2 - november 1977) 5.

[19] Ook geïnteresseerden die nog geen lid waren van de MLB mochten eraan deelnemen. Ibidem. Een voorbeeld van de besproken punten: uit november ’77: “China-Alabanië” of “de theorie van de drie werelden”. Een voorbeeld van een actie was de studiebeurzenactie. Dien Het Volk (jg. 4 nr. 2 - november 1977) 5.

[20] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII5en6, Commentaar bij de richtlijnen voor MLB van september ’75, p. 4. De aanwerving van nieuwe militanten gebeurde via een welbepaalde procedure met een aantal stappen. In een eerste fase werden ten eerste door de cel de goede en slechte kanten besproken van de persoon die in aanmerking kwam om lid te worden.Vervolgens werden met de kandidaat de statuten doorlopen. Dan werd een planning voor een minicursus opgesteld voor de eerste 2 weken. Ook was het belangrijk dat men in de eerste uitleg nadruk legde op de strijd tussen de twee lijnen en op de 4 wapens van een communistische organisatie (marxistisch-leninistische theorie, democratisch centralisme, kritiek en zelfkritiek, massalijn). Tegen de kandidaat mocht niet gelogen worden over de hoeveelheid werk die zou komen. Een tweede fase van de aanwervingprocedure behelsde de begeleiding van het nieuwe lid. Die begeleiding bestond uit het aanleren van het idee dat men een mening had en moest tussen komen in een discussie, van het plannen van de opgegeven taken, het bespreken en verslaan van de activiteiten, het geven van aangepaste lectuur en veel discussiëren met het lid. Mogelijke zwakke punten bij een nieuwe militant waren zeer zwakke politieke kennis, ongeloof in de revolutionaire mogelijkheden van de student of de massa’s in het algemeen, ongeloof in de eigen mogelijkheden om als communist op te treden of verzoeningsgezindheid ten opzichte van allerlei opportunistische en revisionistische stromingen of ideeën. Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII5en6, Werkmap / interne organisatie 1975, p. 4.

[21] MLB, Medische opleiding in dienst van het volk, 93.

[22] Deze visie paste volgens Alaerts perfect binnen het revolutieschema van Mao, meer bepaald de revolutie die start van op het platteland (hier het Vietnamese volk) en zich zo verder zette naar de stad (de VS). ALAERTS, Tussen ideologie en pragmatisme, de dynamiek rond de derde wereld in Leuvense studentenmilieus van 1970 tot 1978, 35.

[23] ALAERTS, Tussen ideologie en pragmatisme, de dynamiek rond de derde wereld in Leuvense studentenmilieus van 1970 tot 1978, 35-36.

[24] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII2, Interne informatie (4) van MLB-Leuven (23 februari 1972), p. 2.

[25] Dit doen veronderstelde twee zaken. Ten eerste de autonome communistische propaganda, om onbekenden in te wijden in de politiek van Amada en om “progressieven” meer uitleg te geven over de Belgische klassenstrijd en de wereldrevolutie. Ten tweede veronderstelde dit het mobiliseren van de progressieve massa. Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII2, Interne informatie (4) van MLB-Leuven (23 februari 1972), p. 3. Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII5en6, Tekst van het MLB over de tactiek, p. 3.

[26] DOCU-MARX. De taken van de communistische studentenbeweging.( s.d.), p. 1.

[27] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII5en6, Tekst van het MLB over de tactiek (s.d.), p. 4.

[28] Ibidem.

[29] Werken in de faculteit betekende de wetmatigheid ervan achterhalen. Dit deed men door in de praktijk te staan en daar te werken, door eerst het jaar te leren kennen en uit te zoeken wie voor en wie tegen de MLB was. Dan moest men zorgen dat steeds dezelfde militanten het jaar bezochten. Deze MLB-ers moesten bovendien geduldig blijven doorgaan en zich niet laten doen door tegenslagen. De MLB wilde op de verschillende faculteiten aanwezig zijn. De wetenschappelijke richtingen mochten zeker niet verwaarloosd worden. Deze faculteiten werden bestempeld als moeilijke, als gevolg van het ontbreken van een traditie van politieke werking en van een andere situatie. De raad voor de hier werkende MLB-ers was andere werkmethodes te vinden. De interessante terreinen voor de universiteit waren geneeskunde, rechten, economie (management, organisatiewetenschappen), politieke en sociale wetenschappen (diplomatie, journalistiek, vakbondswerking), geschiedenis, wetenschappen en ingenieurs (scheikunde, elektronica, bouwkunde) en voor de NUHO sociale scholen, technische ingenieurs, foto- en filmscholen, drukkersscholen en kunstscholen. Ibidem, p. 6.

[30] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII5en6, Tekst van het MLB over de tactiek (s.d.), p. 12-15.

[31] Ibidem, p. 16-18.

[32] Archief van de Sociale Raad. Doos B V 1 Allerlei studentenverenigingen, Tekst over het trotskisme van de MLB (30/10/73), p. 1-2.

[33] Ibidem.

[34] “Debat Amada –RAL”, Dien Het Volk (jg. 2 nr. 7 - 23 maart 1976) 12.

[35] Archief van de Sociale Raad. Doos A IV 5, De RAL: hun kiesbeloften en … de feiten,  p. 3.

[36] ALAERTS, Tussen ideologie en pragmatisme, de dynamiek rond de derde wereld in Leuvense studentenmilieus van 1970 tot 1978, 37-38.

[37] Archief van de Sociale Raad. Doos A III 9 FKK  Mei - September 1976, Halt aan het fascisme van de VMO, p. 1-2.

[38] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII5en6, Tekst van het MLB over de tactiek (s.d.), p. 16-18.

[39] Deze analyse van het blad Dien Het Volk werd gemaakt op basis van beschikbare nummers uit 1977 (4de jaargang). Aan de andere jaargangen werd op deze manier geen aandacht gegeven.

[40] DOCU-MARX. De taken van de communistische studentenbeweging, p. 2-4. In verband met waar en wanneer de krant te verkopen golden twee principes: iedereen moest de kans krijgen het blad te kopen en men moest een grondige discussie hebben over de inhoud van het blad. Dit kon bereikt worden door te verkopen met een grote ploeg, verschillende keren terug te gaan naar een zelfde plaats, naar zowel grote als kleine lessen te gaan, vroeg op voorrand naar de les te gaan om mensen individueel te kunnen aanspreken en tijdens de labo’s te gaan waar ook individueel studenten konden aangesproken worden. Het was ook belangrijk zich niet te laten afschrikken of afschepen. “Nooit ophouden, blijven doorgaan” was het motto van de MLB. Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII5en6, Tekst van het MLB over de tactiek, p. 11.

[41] Archief van de Sociale Raad. Doos B V 1, MLB, Het Marxistisch-leninistische Informatiebulletin nr. 1 (03-02-71), p. 2.

[42] Archief van de Sociale Raad. Doos B V, MLB, Het Marxistisch-leninistische Informatiebulletin nr. 1 (03-02-71). Een voorbeeld betreffende de inhoud: nr. 3 ( 01-03-71) had als onderwerpen: een gewapende opstand in Turkije tegen de imperialistische onderdrukking, het belang van de strijd tegen het Amerikaanse imperialisme dat atoomwapens wilde gebruiken in Indochina, de anti-imperialistische bevrijdingsstrijd in Zuid-Afrika en de sociale strijd in België. Opgemerkt moet nog dat het tijdschrift gesponsord werd door het Centrum voor Sociale Subsidies D’Harp vzwd uit Leuven.

[43] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII5en6, Marxistisch-leninistische vormingnota nr. 1 01/01/76, p. 1.

[44] “Voor een stevige communistische studentenorganisatie. Perspectieven, plaats en rol van MLB”, Dien Het Volk (jg. 2 nr. 1 - 8 september 1975) 9.

[45] Een poster van de MLB en de Vriendenkring van MLB geeft informatie over 13 vormingsvergaderingen van oktober ‘76 tot en met maart ‘76, met thema’s als: “de filosofie van het marxisme”, “de noodzaak van de socialistische revolutie”, “het imperialisme”, “de Belgische arbeiderspartij en Amada”, “het Russisch sociaalimperialisme”. Archief van de Sociale Raad. Doos A IV 2 subsidies vrije verengingen 1976. Een voorbeeld van zo een vormingsvergadering voor de MLB Leuven had als thema “de wereldsituatie en de petroleumcrisis”. Gesteld werd dat de Arabische volkeren het beu waren zich hun petroleum te laten ontfutselen tegen de laagste prijs om ze dan verkocht te zien tegen een immens hoge prijs, zodat enorme winsten konden gemaakt worden. Dit leidde tot een olieboycot door de Arabische landen tegen alle landen die Israël steunden. Maar de kapitalisten speelden het slim en gebruikten de boycot om hun prijzen de hoogte in te jagen. De westerse arbeiders mochten dit niet langer nemen. De overheid deed niets en dus zou de gewone mens het grote slachtoffer van de oliecrisis worden. Daarom riep de MLB op om “steun te verlenen aan de Arabische landen in de strijd tegen het imperialisme en om zich te organiseren in de nieuwe communistische partij Amada en zo de revolutie voor te bereiden”. De studieteksten hierbij waren de teksten nr. 55 en 59 van Alle Macht Aan De Arbeiders en Peking informatie nr. 39, 40 en 41. Deze teksten waren te verkrijgen in de boekwinkel Het Rode Boek. Archief van de Sociale Raad. Doos B V 1, vormingsvergadering MLB, p. 1-2.

[46] Het programma bestond uit drie grote thema’s: “economie en klassenstrijd” voor dag 1, “imperialisme, sociaalimperialisme en verzet der volkeren voor de nationale onafhankelijkheid” voor dag 2 en “trotskisme, handlangers van het sociaalimperialisme” voor dag 3. De eerste dag begon met een inleiding over de methode en het karakter van de vorming en over de kapitalistische economie. Vervolgens werden een aantal thema’s behandeld: “de onverbrekelijke eenheid tussen de economische strijd en de politieke strijd van de revolutionaire massa”; “hoe kan het kapitalisme in een socialistisch land worden hersteld?”, “hoe kan het herstel van het kapitalisme in een socialistisch land worden voorkomen?” enz. Over het concrete verloop van de vorming werd geen informatie gevonden. Archief van de Sociale Raad. Doos A III 9 FKK Mei - September 1976, “MLB Dien het volk” p. 1-2.

[47] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII3, Rectificatiebulletin betreffende de organisatorische opbouw van de MLB (1973), p. 1 en 9.

[48] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII3, De massastrijd (november 1973), p. 2.  In de voorbereiding van het academiejaar ‘75-‘76 werd gezegd dat een deel van het intellectualisme en liberalisme al was weggewerkt, maar dat er in het volgende academiejaar nog aandacht aan moest besteed worden, door te zorgen voor vorming en opvoeding van militanten en door het bestrijden van verkeerde opvattingen over de studentenmassa. Archief Rudi Van Doorslaer doos 2 AII5en6, De oriëntatie van MLB voor het jaar 75-76. campagne in heel MLB voor het opdrijven van de communistische agitatiekracht. Training van een nationale ploeg MLB-kaders. (september 75), p. 2.

[49] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII3, De massastrijd (november 1973), p. 2.

[50] “Ideologische strijd bij de algemene militantenvergadering van januari”, Dien Het Volk (jg. 2 nr. 6 - 17 februari 1976) 12.

[51] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII5en6, Document van AGITPROP, Kokak: openlijk als communist militeren, opdrijven van de bladverkoop (13/02/76), p. 1-2. Een eerste richtlijn stelde dat de mening moest gevraagd worden aan iedereen binnen de MLB over de gang van zaken betreffende de bladverkoop. Mogelijke problemen bij de bladverkoop waren: angst om voor het communist-zijn uit te komen of onervarenheid bij het militeren. Ten tweede was de gouden regel voor een goede krantenverkoop: mensen aanspreken, het mondelinge contact is heel belangrijk om het communisme te verspreiden. Ten derde werd informatie gegeven over de verkoop in de jaren: deze verkoop schommelde in 1976 rond 5% voor de jaren alleen en 30% voor jaren en faculteiten, elke cel moest het doel stellen alle kranten in de jaren te verkopen tegen 1 mei. Ten vierde was een regelmatige verkoop belangrijk: het moest gedisciplineerd gebeuren, niet alleen wanneer men zin had. Ten vijfde moest de krantenverantwoordelijke ervoor zorgen dat ieder cellid zijn krant op tijd had, ze kon bestuderen en vervolgens kon verkopen. De voorwaarde was dat het lid zelf minimum 3 kranten had gekocht. Wat niet verkocht geraakte kon men op donderdagavond terug inleveren. Ten zesde was de krant het hoofdwapen van de partij en dus moest de verkoop omhoog. Deze stond op dat ogenblik op gemiddeld 7 kranten per week voor elke militant. Men wilde tegen 1 mei naar 20 kranten per militant per week verkopen. De resultaten van de krantenverkoop moesten elke donderdagavond doorgegeven worden.

[52] Over de productie van studenten voor het kapitalistische systeem stelde de MLB elders: “Studenten in de rechten worden opgeleid om wetten, gemaakt door en ten dienste van een kleine kliek machthebbers, te verdedigen. De arbeidssociologen staan volledig ten diensten van de patroon en helpen hem de arbeiders nog meer uit te buiten en nog meer te onderdrukken. De arbeidsgeneeskunde is gewoon een oplapgeneeskunde.” Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 3, Tekst van de MLB van 15 oktober 1973, p. 2.

[53] “Als de kapitalisten de macht hebben dan draagt ook de universiteit in al haar verschijningsvormen en uitbuiting de stempel van de burgerij”, zo stelde de MLB. Archief van de Sociale Raad. Doos B V 1 Allerlei studentenverenigingen, Marxistisch-leninistische beweging (KJB-ML), p. 1.

[54] Het postgraduaat huisartsgeneeskunde was volgens de MLB een opleiding die men wilde invoeren voor dokters om ten eerste een sociale selectie door te voeren onder de studenten – want financieel was zo een opleiding niet haalbaar voor arbeiderskinderen – en om ten tweede het aantal huisartsen systematisch te beperken. Volgens de MLB had deze verandering tot gevolg dat de huisarts als specialist nog verder van de gewone man zou staan. De numerus clausus was volgens de MLB een selectiesysteem waarmee burgerij de controle wilde bewaren over wie geneeskunde studeerde (dus niet de jongeren met communistische sympathieën). Voor de MLB werden bovendien door de nadruk op de exactwetenschappelijke vakken in de geneeskundeopleiding heel wat verkeerde mensen afgeleverd. MLB, Medische opleiding in dienst van het volk, 11-12 en 39-42.

[55] HENKENS, De vereniging van Vlaamse studenten 1974-1983: van nationale overkoepeling naar klein-linkse vakbond, 27.

[56] De congressen van de VVS bijvoorbeeld werden clandestien georganiseerd door de MLB om zo de meerderheid binnen de VVS te bewaren. Ibidem, 35.

[57] Het CVA was in juni 1973 ontstaan door een fusie van het door haar moederorganisatie afgestoten Jond-Davidsfonds met de University Clearing Office for the Developing Countries (UCOD). HENKENS, De vereniging van Vlaamse studenten 1974-1983: van nationale overkoepeling naar klein-linkse vakbond, 43.

[58] HENKENS, De vereniging van Vlaamse studenten 1974-1983: van nationale overkoepeling naar klein-linkse vakbond, 47-61 en 109. Voor cijfers van die achteruitgang: Ibidem, 110.

[59] “Waarom frontprogramma”, Dien Het Volk (jg. 3 nr. 6 - april mei 1977) 5.

[60] HENKENS, De vereniging van Vlaamse studenten 1974-1983: van nationale overkoepeling naar klein-linkse vakbond, 178.

[61] Archief van de Sociale Raad. Doos A III 9 FKK  Mei - September 1976, Groeiende stakingsbeweging tegen loonstop en herstelwet, p. 1-2.

[62] “Samen tegen grootkapitaal, staat en eeg”, Alle Macht Aan De Arbeiders (nr. 77 - 12 augustus 1974) 1. De in Amada verkondigde visie over de landbouwcrisis werd door de MLB, zo gaf ze zelf aan, ondersteund.

[63] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 3, Help de boeren in nood: steun de strijd van de boeren tegen het grootkapitaal, staat en EEG, p. 1-2.

[64] Ibidem, p. 3.

[65] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 3, De trotskisten vallen de hulpacties aan van de studenten aan de boeren door MLB Leuven, p. 5. De acties van de studenten voor de boeren gedurende die twee weken werden bekritiseerd door de trotskisten van de RAL in een pamflet dat ze hadden opgesteld en verspreid. Hierin werden studenten gezien als “onderkruipers, die het werk van de werklozen afpakten” en die door hun gratis arbeid “de burgerij aan het helpen waren haar crisis op te lossen”. Maar volgens de MLB hadden de trotskisten zelf geen besef van hoe de strijd van de werkende boeren moest ondersteund worden. De oplossing van de trotskisten, rep met geen woord over de revolutie, was verkeerd. De opvattingen van de troskisten in het pamflet over de hele landbouwcrisis werden door de MLB gezien als contrarevolutionair en moesten ontmaskerd worden. Dit was nodig om de strijd van arbeiders, boeren en studenten tegen het grootkapitaal en de staat een juiste revolutionaire richting te geven. Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 3, pamflet RAL, p. 1.

[66] Voor voorbeelden over de strijd tegen milieuverontreiniging in China en Albanië werd verwezen naar Het Rode Boekje van Mao. Archief van de Sociale Raad. Doos B V 1, Geen kanaal Oelegem – Zandvliet!, p. 1-2.  

[67] Uiteindelijk kwam het onderzoek er niet. GEERTS, Amada: de rode missionarissen, 35.

[68] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 2 AII5en6, MLB richtlijnen voor de campagne “neen aan het psychiatrisch onderzoek tegen Merckx”, p. 1-2.

[69] Deze strijd werd vooral gecoördineerd door de werkgroep Geneeskunde van de MLB. MLB, Medische opleiding in dienst van het volk, 3. Meer uitleg over Kris Merckx is te vinden in het hoofdstuk over de Geneeskunde Voor Het Volk.

[70] Deze strijd werd vooral in het najaar van ’73 gevoerd. Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 3, Leve de massale solidariteit met de Griekse studenten en arbeiders, p.2. Meer uitleg over het plan VDB is te vinden in hoofdstuk 3 rond Amada.

[71] Met de hier vermelde definitie bedoelde men waarschijnlijk de socialistische gemeenschap geregeerd door arbeiders, waar Amada naar streefde.

[72] “Voor een stevige communistische studentenorganisatie. Perspectieven, plaats en rol van MLB”, Dien Het Volk (nr. 1 - 8 september 1975) 9.

[73] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 3, Document van de werkgroep cultuur van de MLB, p. 1-2.

[74] Archief van de Sociale Raad. Doos ASR/Sora progressieve studenten, MLB-kultuur, p. 1-4.

[75] Archief van de Sociale Raad. Doos ASR/Sora progressieve studenten, De Moeder film van Poudowkin, p.1.

[76] Archief Rudi Van Doorslaer. Doos 3, Document van de werkgroep cultuur van de MLB, p. 3-4.