Op het beeld klikken voor een
vergroting, sluiten om terug te keren
Bij het overlijden van E.H. Nestor De Crick,
"Crickske"
Hasselt 13/04/1983
Beste Vrienden,
Hoe dikwijls ik vertelde over Eerw. Heer De
Crick aan m'n gezin, mijn vrienden en kennissen weet ik niet, maar zonder
hem ooit gezien of gesproken te hebben zijn er vele die van deze
eenvoudige en goedhartige priester en vriend, met wat ik over hem
vertelde, dankbaar en aangemoedigd geweest zijn in hun christelijk en
sociaal engagement.
In de jaren 1941-1942, als ik als kajotter,
gezonden door Mons. Cardijn vanuit Brussel, langs Ninove-Geraardsbergen,
Brakel naar Ronse en Oudenaarde met de fiets reed om als propagandist 'n
handje toe te steken, kwam ik meermalen 's avonds uitgeput terecht bij E.H.
De Crick, onderpastoor te Eine. Z'n eenvoudige, vriendelijke ontvangst en
zijn bekommernis, dat ik toch iets warmte en wat sober te eren zou hebben
was onuitputtelijk. Zijn dierbare huishoudster, zo attentievol, wist wel
dat er nog 'n late bezoeker op komst was.
Een tasje warme melk, dan 'n bord pap met
wat bruin bier en eer ik mocht gaan slapen warmde er ons voeten in de
kleine bakoveb, 'n paar aanmoedigende vragen over m'n bezoeken in de
namiddag en avond, samen 'n kort gebed, was 't beste wat 'n 26 jarige
jonge man, kajotter, hartgrondig nodig had.
Op andere ogenblikken kwam ik terecht bij
Moeder De Paepe in Appelterre, zoon Albert was K.A.J.-leider en Placide
was te Gent, goeie vrienden. Van haar kreeg ik, 's morgens bij m'n
vertrek, 'n pakje goeie tabak, 'n zaligheid voor 'n pijproker die ik toen
was, maar ik mocht nooit vergeten vanwege haar mijn groeten en beste
wensen over te brengen aan E.H. De Crick.
In Brakel, gezien ook als Limburger, die
steeds goed thuis was geweest bij de mijnwerkers in de Kempen en te Luik,
kon ik dan terecht bij E.H.Heeren, onderpastoor en vriend van de
mijnwerkers die naar de streek rond Mons (Bergen) gingen werken.
Wat 'n (honds)leven voor die mannen, hun
gezin, hier in de Kempen, in Zuid-Oost en West-Vlaanderen en in de Waalse
kolenbekkens beschoren.
Zeker wil ik niet vergeten, de stille,
eenvoudige, maar door een onverzettelijk kajottersideaal gegrepen Leona
Gezels. Zonder veel woorden maar toch zo goedhartig wist ze als ik kwam in
Oudenaarde, het klein kajottersbureeltje, 'n termosfles met warme soep
gereed te zetten omdat ik zo gemakkelijker m'nrogge boterham kon opeten.
Later, in 1943-1944 hebben we dan nog
samengewerkt te Brussel, Leona met 'n groep kajotsters, voor het contact,
de verzendingen, van overal omgehaald, kleine versnaperingen, het
onderduiken van opgeeiste jonge arbeiders. En dan is ze vertrokken naar
Haïti. Ik heb haar kunnen volgen door de geschriften en verslagen, in dat
positieve opbouwwerk en echt zware ontwikkelingswerk in Port-au-Prince.
Langs Broederlijk delen waar ik jaren in
het projectencomité was, hier te Hasselt met Irma Cuppens, de zuster van
de missionarissen Cuppens en voor de missionarissen en
ontwikkelingshelpers in de streek ginder.
Deze en nog vele andere behoorde allemaal
tot de sociaal bewogen mensen, alleszins in geest, van de zich totaal
gevende, eenvoudige en bezielende priester E.H. De Crick.
Ik heb hem zo willen gedenken omdat hij in
alle up-en-donws steeds in geest een aanmoediging voor mij is gewest. Dat
zal zo blijven. Zijn inzet was er een die altijd zal blijven.Wij bidden
samen voor hem en metalle vrienden en kennissen, dank aan allen. Moge we
ook eens tercht komen in de Hemel waar onze beste "Crickske", zijn
vriendennaam, zeker nu zal zijn.
Groeten,
|