Op 1
december 1988, juist 25 jaar geleden, ging Eigen Thuis Grimbergen, een
home voor 30 zwaar fysiek gehandicapten met 55 personeelsleden en 10
voor de Dienst Aangepast Vervoer in staking die, na een algemene
stakingsactie in de gehele gehandicaptensector en Bijzondere Jeugdzorg
vanaf 1 februari 1989 tot 8 mei 1989 geduurd heeft. Het was de start van
de Witte Woede die enkele maanden later ook de Gezondheidszorg in
beweging bracht.
In 1985 liet Paul Pataer toe dat een
directeur van een gehandicapteninstelling lid werd van het Nationaal
Verbond van Kaderpersoneel (NVK) dat toen nog een aparte organisatie
was, los van LBC. Niet lang daarna werd LBC-NVK als organisatie boven de
doopvont gehouden onder stimulans ondermeer van Jan Smet, nu
onderdirecteur van de Nationale Bank, toen actief in het bestuur van het
NVK. Met
Joos Wauters en zijn visie op een democratische vakbond en het
‘nooit meer vakbondsverraad zoals in de mijnstaking 70’ waren alle
elementen structureel aanwezig voor de ontwikkeling van de Witte Woede.
Enkel jaren na het samengaan van NVK en
LBC was de sectie kaderpersoneel in de gehandicaptenzorg mede de
drijvende kracht achter de tot standkoming van de Witte Woede en de
eerste langdurige stakingsactie in de gehandicaptensector in 1988/1989.
Op dat ogenblik hadden de directie-werknemers, leden van NVK, een hogere
syndicalisatiegraad in de gehandicaptensector dan de bedienden. Door de
inbreng van hun know how moesten de werkgevers continue de vakbonden
achterna hollen en konden de administratie en het kabinet rekenen op
sluitende dossiers en budgettaire berekeningen. De inbreng en actief
gebruik van de beginnende informatisering maakten het plaatje rond voor
een nieuwe dimensie in de syndicale actie in de Non-Profit sectoren, nl
de Witte Woede. De steun die het personeel aan de gehandicapten gegeven
hadd bij
‘hun actie’s tegen Steyaert in 1983 tegen de bijdrageverhoging
hebben mede de basis gelegd voor de wederkerigheid gebruikers/personeel
die de kern vormt van de witte woede.
Eigen Thuis Grimbergen, een
gehandicaptenvoorziening voor 30 zwaar fysiek gehandicapten, was vanaf
1982 een soort van ‘socialistische enclave’ in de gehandicaptensector en
zeg maar de Belgische economie. 5 principes waren vanaf 1982
doorslaggevend in haar werking:
1. Hoofdelijke stemkracht voor iedere werknemer in elke beslissing die
gevolgen had voor z’n werkomstandigheden.
2. De gehandicapten en personeel hebben elk de helft van de stemkracht
in beslissingen die hen beiden aangaan. Beleidsbeslissingen dienen met ¾
van de stemmen genomen
3. Halftijdse deelname aan het basiswerk voor elke staffunctie
(maatschappelijk werker, ergotherapeeut, verpleegkundige) en
gezagsfunctie (hoofdbegeleider, groepschef).
4. De gehandicapten hadden op beheersvlak een blokkeringsminderheid,,
zij hadden 1/3 van de stemmen en beleidsbeslissingen dienden met ¾
meerderheid genomen. Dit principe werd in 2011 onderuit gehaald,
ondermeer met steun van de vakbonden zodat het ‘machtsevenwicht’
verbroken werd en Eigen Thuis (terug) een ‘klassieke’ voorziening werd.
5. Tav van beslissing van de beheerraad was de afspraak dat de ‘werking’
adviesrecht had tav deze beslissing, en tot voor kort is hier nooit
enige tegenstelling geweest, dwz het advies vanuit de werking werd
altijd gevolgd.
In feite was Eigen Thuis gedurende enkele
decennia een concretisering van de ‘culturele revolutie’ zonder de
deviaties en destabilisatie die het in China heeft meegebracht. Dat
concretiseerde zich ook in 1985 toen arbeiders- en DAC-personeel werden
gelijkgeschakeld met het bediendenstatuut: de carensdag voor arbeiders
viel weg en het DAC-personeel kreeg anciënniteit en premies voor
onregelmatig werk.
Een uittreksel uit een
toespraak nav het 25 jarig bestaan van de vzw Eigen Thuis maakt
volgend historisch verslag:
“Als in de Nationale Belangengroep
van LBC-NVK in september 1988 het eerste voorstel Lenssens aanvaard
wordt beslist Eigen Thuis om vanaf 1 december in algemene staking te
gaan voor onbepaalde duur met respect voor de minimumdiensten.
Hiermee werd de essentiële verbondenheid van werknemers en
gehandicapten de motor van een staking die 5 maand en 8 dagen geduurd
heeft – een van de langste stakingen uit ’s lands geschiedenis. Anders
dan vandaag werd de dienstverlening tot 60% teruggebracht, hetgeen een
grote belasting maar tevens grote solidariteit betekend heeft vanwege
de bewoners. Door voortdurende mobilisatie, straatactie, gefundeerd
dossier en open informatie in gemeenschappelijk vakbondsfront heeft
Eigen Thuis alleen, maar gesteund door de vakbonden, het bewijs geleverd
dat in deze gevoelige sector een langdurige stakingsactie met respect
voor de minimumdiensten mogelijk was. Op 1 februari 1989, Eigen Thuis
was toen reeds twee maand in staking, werd de staking van onbepaalde
duur uitgeroepen in de gehele gehandicaptensector die pas op 8 mei 1989
zijn einde vond in een akkoord dat vooral de lonen drastisch verhoogde
en de tewerkstelling verbeterde. Dat is het recept geweest dat de
volgende 17 jaar alle sectoren van de welzijns- én gezondheidssector
heeft opgetrokken tot een degelijke en gelijke verdienste – de gehele
welzijnssector werd in 2000 verhoogd naar het weddenniveau dat in 1989
werd uit de brand gesleept. In 2005 is het perspectief geopend op een
dertiende maand waarvan nu al ¾ zal gerealiseerd worden, een
eindeloopbaan en bijkomende verlofdagen vanaf 45 jaar om u tegen te
zeggen. Recent werden deze regelingen nog in het generatiepact expliciet
verankerd.
De inbreng en betekenis van Eigen Thuis, personeel én gehandicapten, in
actie, dossieropbouw en gedrevenheid is daarvoor essentieel geweest, dwz
daarzonder zou het niet zijn wat het nu is. En de gehele
Non-Profitsector mag jullie daar dankbaar voor zijn. Voorzover de
geschiedenis van de Witte Woede ooit geschreven wordt, zal dit
onomstootbaar komen vast te staan.
De rol van de beheerraad van Eigen Thuis is hierin altijd voorbeeldig
geweest – zij hebben ten volle de interne beslissing en advies op basis
van de hoofdelijke stem van elke personeelslid en gehandicapte,
gerespecteerd – en hierin wil ik mijn appreciatie en respect voor elke
beheerder betuigen.”
Zie
persverslag over het verloop van de stakingsacties. Als resultaat
van deze maanden durende stakingsacties werd een akkoord bereikt over
een volledig nieuw baremiek stelsel, bestaande uit een evenwijdige
loonopbouw voor alle personeelscategorieën, die dus dezelfde
loonspanning kenden van 1,68 (dw een loonsverhoging van 68% tav het
begin van de carrière, bovenop programmatie en index) en een beperkte
loonspanning van 1 tot 2 op alle ancienniteitsniveau’s tussen het
laagste barema arbeider en dat van directeur. Voor alle
personeelsgroepen betrof het een gemiddelde loonsverhoging van 20%,
uitgespreid over een aantal jaren, een unieke realisatie. Deze barema’s
werden in 2000 door minister Vogels veralgemeend tot de ganse welzijns-
en culturele sector, met inbegrip van een regularisering van de
DAC-tewerkgestelden en ze zijn nog altijd van toepassing.
Ter verduidelijking een
beschouwing over de Lenssens-Barema’s nav het overlijden van
Lenssens:
“Geen enkele Minister van Welzijn in
de Vlaamse gemeenschap heeft sinds 1982 langer dan 1 termijn ‘gediend’.
Na de opwarming bij minister Steyaert door gehandicaptenacties tegen
bijdrageverhoging kreeg de Witte Woede onder Jan Lenssens zijn volle
ontplooiing. Een langdurige staking van de gehandicaptensector en
Bijzondere Jeugdzorg vervoegde op 1 februari 1989 Eigen Thuis dat reeds
drie maanden in staking was met verzekerde minimumdiensten voor beter
loon en hogere tewerkstelling. Onder druk van de vakbondsacties
realiseerde Jan Lenssens met Frank Cuyt als kabinetsmedewerker (naast
Jef Foubert, kabinetschef) en Hugo Van Geel als gedreven ambtenaar een
volledig nieuw baremiek systeem voor de sector van de Opvoedings- en
Huisvestingsinstellingen en kwam over de brug met een forse verhoging
van de tewerkstelling. Het was voor het eerst dat een minister toeliet
dat de administratie voluit een syndicale dossier kon documenteren.
Tevens kon binnen onderhandelde budgettaire marges de vakbond een eigen
invulling geven aan haar eisen. Deze ervaring heeft mede de ‘drive’
gegeven aan de ‘Witte Woede’ om altijd solidair, op eigen kracht, met
volledige dossierbeheersing, ‘luisterend naar wat de mensen wilden’ en
met respect voor de minimale dienstverlening aan gehandicapten en
patiënten, door te gaan.
Op 8 mei 1989 werd zo voor de eerste
maal een ‘historisch akkoord’ afgesloten met een baremieke opwaardering
van gemiddeld 21%. De loonspanning tussen de verschillende functies werd
gereduceerd en de loonspanning binnen elk barema werd opgetrokken van
100 naar 170 zodat binnen elke functie een ‘carriëre’perspectief
ontstond. Spilbarema was het overheidsbarema op A1 niveau dat in feite
al een samenvoeging was van drie barema’s met een sprong om de 10 jaar.
De loonspanning tussen het laagste arbeidersbarema en de hoogste
directiewedde bedroeg bijvoorbeeld 1 tot 2, en dit voor alle
anciënniteitjaren. De baremieke opbouw bestond uit ‘evenwijdigen’ zodat
de afstand tussen de barema’s voor alle loopbanen gelijk bleef. Ook de
arbeidersbarema’s met gemiddeld 43% en de bediendebarema’s met 34%
werden mee opgetrokken vanuit een extreem laag niveau. Vergelijkbare
arbeiders en bediendenfuncties in het onderwijs bv verdienen nu nog
altijd aanzienlijk minder.
Een groot eerbewijs voor oud Minister
Jan Lenssens bestond, 10 jaar na hun in voege treding, uit de
veralgemening van zijn barema’s tot alle sectoren van de Welzijnszorg,
want na de acties en stakingen van 2000 werd opnieuw een teken van grote
solidariteit gegeven. De gehandicaptensector als grootste sector met de
hoogste barema’s zag voor de komende 5 jaar af van loonsverhoging zodat
een aanzienlijk budget vrijkwam om de gezinszorg, poetsdienst,
kinderopvang, beschutte werkplaatsen en de socio-culturele sector op te
trekken tot het niveau van de bestverdiende sector. Deze operatie is in
2005 voor alle sectoren afgerond. Op hetzelfde ogenblik zag ook de
ziekenhuissector af van loonsverhoging om aan de bejaardenhomes en de
thuiszorg toe te laten hun weddeniveau op te trekken naar dat van de
ziekenhuizen met een gemiddelde loonspanning van 100 tot 168.
De ontwikkeling van een eigen
baremiek systeem in de gehele welzijnssector is zeker een belangrijke
factor geweest om alle personeelsuitbreiding door verbeterde normering
en stijgende behoeften te kunnen invullen en voortdurend voldoende
jongeren en ook ouderen te kunnen interesseren voor welzijnsjobs of een
upgrading ervan. Het is dan ook van essentieel belang dat de
Lenssensbarema’s de druk kunnen weerstaan van de markt en concurrentie
waarin men komaf wil maken met onderhandelde sectorbarema’s en
de‘automatische’ loonsverhogingen bij anciënniteit.”
De IF-IC, de paritaire organisatie die
een nieuw functieclassificatiesysteem voorbereidt in de gezondsheids- en
welzijnssector zou wel eens het breekijzer kunnen worden om de barema’s
in de welzijnssector te verlagen en de lineaire anciënniteitverhogingen
aan kant te zetten, dwz naar onder te downgraden. Ook de loonspanning
tussen de barema’s zou fors naar omhoog gaan en de loonspanning binnen
het barema afgebouwd. Als die loonspanning tussen barema’s in de
welzijnssector 1 tot 2 was zou dit 1 op 5 worden, en de loonspanning
binnen een barema die nu gelijk is voor elk barema in de welzijnssector,
nl 1,68, zou gemiddeld dalen tot 1,56 en zorgen voor een
loonvermindering op carrièrebasis van10 tot 12%.
Dat vakbonden goedbedoeld maar allicht te
kritiekloos meewerken aan deze loonafbraakplannen in het IF-IC mag
gerust de wenkbrauwen doen fronsen. Zeker nu de economische machten en
de politiek de aanval hebben ingezet
tegen de anciënniteitverhoging waar nu 1,7 miljoen werknemers, met
inbegrip van het personeel van de gehandicaptenzorg, van genieten. Het
doorzetten van deze plannen zou pas een afgang zijn voor de Witte Woede
die nog maar 25 jaar jong is.
Jan Hertogen, socioloog
en
oud-directeur Eigen Thuis Grimbergen
van 01/09/1982 tot 1990