Inhoud  Print ( 36p)

Mijnwerkersmacht Arbeidersmacht Ford Genk,
Sun, februari 1970

 

Inhoud

I. Mijnwerkersmacht

1. Feiten en dokumenten
  
     April 1969
     Eind oktober 1969
     November 1969
     St Barbara 4/12/69 
     11 december 1969
     15 december 1969
     23 december 1969
     24 december 1969

  5 januari 1970
  6 januari 1970 
  7 januari 1970
  8 januari 1970
  9 januari 1970
12 januari 1970
17 januari 1970
20 januari 1970
23 januari 1970
24 januari 1970
27 januari 1970
28 januari 1970
30 januari 1970
  2 februari 1970  
  7 februari 1970
  8 februari 1970
  9 februari 1970

 2. Vijanden van de strijd: Société Général en vakbonden
 3. De lessen die Limburg ons geeft
 4. Laten wij Mijwerkers macht organiseren

II. Arbeidersmacht - Ford Genk

1. Begin Fordstaking
2. Mijnen en Ford-Genk
3. Eisen vakbond
4. Wat te doen?

Achterflap
  

I. Mijnwerkersmacht

1. Feiten en dokumenten en hun betekenis 

April 1969

De algemene ontevredenheid bij de limburgse mijnwerkers uit zich in een wilde staking die uitbreekt in Waterschei, Winterslag en Beringen. Een aantal voorbeelden van lonen, die in Houthalen worden betaald voor de tweede loonperiode van november '69, betaald op 10 december (quinzaine): werk ondergrond: 5. 708 fr., 4.616 fr., 4.646£r., 6.184 fr...Onmiddellijk komen de syndikaten de patroons te hulp gesneld en slagen erin de beweging in te dijken, met als argument dat de kollektieve arbeidsovereenkomst pas op 1 december ten einde loopt.

De kollektieve arbeidsovereenkomst (KAO) is een tweejaarlijkse afspraak tussen patroons en syndikaten, onder leiding van de regering, waarin de lonen worden gepland volgens de wil van de patroons. De syndikaten verbinden zich in zo'n akkoord ertoe dat ze in die  bepaalde periode geen andere eisen zullen stellen. Daarvoor krijgen ze van de patroons een vergoeding van 0,5% van het loon van de arbeiders.   Daarmee worden de syndikaten in feite "gekocht" door het patronaat. Wanneer de syndikaten een wilde staking steunen wordt dit beschouwd als "kontraktbreuk" en verliezen ze een deel van de "premie".

Dit komt erop neer dat de syndikaten 'medebeheren", "verantwoordelijkheid" dragen ... voor de ekonomie van de patroons! "In geen geval een wilde staking", zeggen ze, "er zijn kollektieve arbeidsovereenkomsten en die moeten geëerbiedigd worden. Dat is de wet. Als de KAO op 1 december afgelopen is, kunnen wij allemaal samen staken. "

Eind oktober

De elektriekers in Zolder leggen spontaan het werk neer voor een onmiddellijke loonsverhoging. Opnieuw slagen de vakbonden erin deze wilde staking de kop in te drukken.

November

De diskussies onder de arbeiders blijven duren. De syndikaten voelen zich verplicht om iets van zich te laten horen. Ze voelen dat ze de arbeiders anders tegen hen gaan krijgen. Het ABVV eist een loonsverhoging van 8% gespreid over twee jaar, het ACV een onmiddellijke loonsverhoging van 15% vanaf 1 januari 1970.

St. Barbara 4 december

Dit is het traditionele mijnwerkersfeest van St. Barbara. Volgens traditie worden op die dag in de mijnen toespraken gehouden door de syndikale leiders en heeft de "kolenslag" plaats. Iedereen wordt zoveel mogelijk naar het "kolenfront" gestuurd en neemt onmiddellijk aan de produktie deel. De treinkondukteurs en de maneuvers voor het aanbrengen van de gereedschappen helpen mee aan de produktie tijdens hun wachttijd. De treintjes voor het vervoer van de kolen worden zo vol mogelijk geladen. Men wringt zich met veel meer mensen dan gewoonlijk in de liften. Maatregelen zoals het spuiten met water (tegen het stof) worden beperkt tot het allerstriktste minimum om de waterspuiters toe te laten mee te produceren. Iedereen werkt mee aan de produktie en iedereen werkt zo hard mogelijk. Zo wordt op één dag de hoeveelheid geproduceerd van 10 normale dagen. In Winterslag heeft deze produktieslag dit jaar vier dagen geduurd. De arbeiders krijgen voor deze enorme inspanning een kleine premie.

Waarom heel deze uitleg? Omdat deze traditionele "normale" gebeurtenis dit jaar een speciale betekenis krijgt: telkens de kollektieve arbeidsovereenkomst op haar einde loopt, zorgen de patroons ervoor dat ze in de maanden voor de vervaldagen - door overuren, opdrijven van het  ritme - een stock aanleggen tegen een gebeurlijke stakin .

Als er dan een staking komt kan dat de patroon geen pijn doen ... de vakbonden kunnen dan een lauwe staking organiseren, en de arbeiders zijn zo'n flauwe aktie na één of twee weken beu. Dan gaan de arbeiders opnieuw werken. De patroon heeft geen schade geleden: hij had een stock voor drie a vier weken. En de arbeiders zijn weer eens een jaar rustig.

Dit jaar paste de "kolenslag" zeer goed in dit kader!!! De vakbonden hebben niets ondernomen om deze kolenslag te boycotten. Integendeel: in april zegden ze: "Na 1 december kunnen we allemaal samen staken". Nu beweren ze dat de kollektieve arbeidsovereenkomst pas op 1 januari vervalt! Dit om de patroons de kans te geven op 4 december een stock te maken.

Terwijl alle arbeiders een staking eisen, helpen de syndikaten de patroons hun voorzorgen nemen tegen een gebeurlijke spontane staking die de arbeiders zelf zouden organiseren.

11 december

Men stelt zich de vraag of er zal gestaakt worden of niet. Er is onzekerheid. Allerhande geruchten doen de ronde. De syndikaten spreken nu van een loonsverhoging van 12% (ABVV) resp. 15% (ACV), gespreid over "slechts" achttien maanden . Deze toegevingen van de syndikaten hebben als enige bedoeling een staking te verhinderen. Er mag absoluut geen staking zijn, want we zijn in een periode van hoogkonjunktuur; de zaken van de patroons gaan uitstekend. De "ekonomie draait goed ", zegt men, en het zou "onverantwoord" zijn die te storen.

De  syndikaten doen dus die toegevingen niet onder druk van de basis, maar onder druk van de belangen van de patroon. 

Daarom verschijnt op 11 december een eerste pamflet in 6 talen voor alle mijnwerkers van Limburg opgesteld door een aantal arbeiders in samenwerking met studenten.           

In dit pamflet eisen de arbeiders van de syndikaten: "dat zij zo vlug mogelijk vrije vergaderingen bijeenroepen waarop zij kunnen beslissen over de voorop gestelde eisen, het verloop van de onderhandelingen en het begin van de staking". Verder vraagt men in het pamflet:" Waarom geen onmiddellijke vaste verhoging van 70fr. voor alle loonkategorieën i.p.v. 12 of 15% gespreid over 18 maanden? Moeten de laagste loonkategorieën niet afgeschaft worden?

15 december

Een kollektieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor een termijn van twee jaar. Deze bepaalt:

- dat de basisionen van de bovengronders en van de laagste kategorieën ondergron ders verhoogd worden met gemiddeld 3, 02%.
- dat vervolgens een algemene loonsverhoging zal worden toegepast van 10% over een periode van anderhalf jaar, die verdeeld zal worden als volgt: 4% op 1 januari '70, 2% op 1 oktober '70, en 2% op 1 juli '71.
- een verhoging van de eindejaarspremie met 1000 fr.
- een verhoging van de vergoeding voor werkkledij van 500 fr. vanaf september '70.

23 december

Sinds de bekendmaking van het akkoord wordt in alle mijnen heftig gediskussieerd. De arbeiders zijn zeer ontevreden over het akkoord en over het verraad van de syndikaten. De wilde stakingen van april en oktober komen opnieuw ter sprake. 

Studenten delen op aanvraag van ontevreden arbeiders het volgend viertalig pamflet uit:

"Mijnwerkers,

Vorige week maandag 15 december hebben de syndikaten een voor ons zogezegd gunstig akkoord afgesloten. De syndikaten hebben dit akkoord afgesloten zonder rekening te houden met wat de mijnwerkers er zelf van denken. Want anders was die 10% er nooit gekomen. Wij zijn niet tevreden met 10%. waarom niet?

1. Het is onjuist te spreken over een loonsverhoging van 10%. Die 10% bereiken we pas op 1 juli 1971; ondertussen moeten wij het stellen met een schamele 4% . Op 1 oktober en op 1 april 1971 komen er dan telkens 2% bij. Ondertussen komt echter de Belasting op de Toegevoegde Waarde (BTW) in voege. De zwaarste lasten van deze belastingen komen op de rug van de arbeiders: wij zullen immers veel meer moeten betalen voor de zelfde produkten. Er zal dus van de loonsverhoging niet veel meer voor ons overblijven: we zullen meer verliezen dan winnen.

2. De vergoeding voor de werkkledij zal met 500 fr. verhoogd worden. Maar ... vanaf volgend jaar zal er belasting geheven worden op het enkelvoudig vakantiegeld, d.w.z. dat ons vakantiegeld met minstens 600 fr. zal verlaagd worden.

3. Waarom verhoging in procenten inplaats van een vaste verhoging voor iedereen? Door een verhoging in procenten zullen de verschillen tussen de hoogste en de laagste kategorieën nog meer toenemen.

Tegenover het syndikale spel in de nationale onderhandëlingskommissies moeten wij onze echte kracht stellen. Inderdaad, slechts wanneer wij onze gerechtvaardigde eisen door een staking kracht bijzetten, kunnen wij ze erdoor krijgen. Wij eisen: 

- een onmiddellijke verhoging van 70 fr. voor alle kategorieën.
- een minimumloon van 400 fr. voor de bovengronders en 500 fr. voor de ondergronders
-
naleving van de veiligheidsvoorschriften door de patroon.
- gelijkschakeling van de bovengronders met de gelijkaardige kategorieën uit andere industrieën.
- wanneer wij in staking gaan, zullen de syndikaten ons moeten bijtreden, dit wil zeggen: vanaf de eerste dag stakingsgeld uit betalen. "

De studenten hadden veel bijval met hun pamflet. De studenten en arbeiders diskussiëerden aan de ingang van de mijnen over het nut van wilde stakingen. De studenten haalden voorbeelden aan van wilde stakingen in Italië, Frankrijk, Duitsland, en elders in België.

Als de voornaamste voordelen van wilde stakingen haalden ze aan:

- de patroon kan geen voorzorgsmaatregelen nemen voor het aanleggen van een stock omdat hij niet bij voorbaat verwittigd wordt.
- het initiatief van de arbeiders wordt niet gedood door eindeloze onderhandelingen. Want dit is meestal de taktiek van de syndikaten: ze kunnen de arbeiders daardoor ontmoedigen, en als er een staking komt, dan is die volledig gekontroleerd door de hoge vakbondsleiding. "De arbeiders moeten de ordewoorden van de syndikale overheid volgen",  zeggen ze dan. Ze beperken zich ertoe de arbeiders met wat geld naar huis te sturen, om niet te moeten diskussiëren over de betekenis van de staking en de methodes die de arbeiders willen gebruiken.

24 december

In Zolder wordt er door de syndikaten een staking uitroepen om  een maatregel te doen intrekken waardoor 12 arbeiders van hun premie worden beroofd. Reeds 's avonds wordt daarover met de direktie een akkoord bereikt.

Wat is debedoeling van de syndikaten en de patroons met deze staking ?

Deze staking wordt gehouden aan de vooravond van Kerstmis. Door de verlofdagen die dan volgen, denken de syndikaten dat de arbeiders niet langer kunnen staken dan één dag. Dat is dus niet heel gevaarlijk.

De syndikaten willen hierdoor aantonen dat zij het zijn die de staking organiseren; zij zijn een "strijdorganisatie"; zij bepalen wanneer er gestaakt moet worden. Ze willen daardoor aantonen dat zij de volledige kontrole over de arbeidersklasse hebben, en dat zij het "goed menen".

Zij willen door deze onnodige staking de aandacht afleiden van de eisen voor loonsverhoging, die de arbeiders blijven stellen. Het is een onnodige staking omdat voor iedereen duidelijk is dat het de patroons weinig kost om aan 12 arbeiders die premie toch te betalen...

De patroons geven dan ook 's avonds reeds toe.

We hebben dus alle redenen om aan te nemen dat ook deze staking een afgesproken spelletje was tussen de patroons en de vakbonden.

5 januari (maandag)

Alle arbeiders komen terug samen op het werk. In Winterslag breekt de eerste wilde staking uit bij de morgenpost: in de waszaal komen de arbeiders overeen te staken en verlaten onmiddellijk de mijnen. De buitenlandse arbeiders spelen hierbij een zeer belangrijke rol, vooral de Italianen en Spanjaarden. De maandagavond staakt men ook in Zolder.

"De vrienden van Zwartberg" moedigen de staking aan via de megafoon. Deze organisatie (soms ook Permanent Komitee genoemd) is ontstaan na de mijnstaking in Zwartberg en bestaat hoofdzakelijk uit Volksunie-leden uit de plaatselijke middenstand (die van de mijnen leeft) en van de ingenieurs en kaders uit de mijnen.

6 januari (dinsdag)

Arbeiders uit Winterslag en Zolder, samen met een dertigtal studenten gaan naar alle mijnen met pamfletten en borden om de arbeiders ertoe over te halen ook te gaan staken. Daartoe leggen in Beringen de arbeiders 's morgens het werk neer. 's Avonds slaat de staking over op Waterschei.

Ook in Eisden heeft men dinsdag en woensdag pogingen ondernomen, maar zonder resultaat. Daar wordt tot nu toe niet gestaakt om de volgende redenen:

Deze mijn wordt normaal gesloten tegen einde '70. Door bedreigingen van de overheid in samenwerking met de vakbonden vrezen de arbeiders van Eisden dat de sluiting bij een eventuele staking vroeger zou plaats hebben.

De meeste jongeren en de meest aktieve zijn reeds elders gaan werken.

Vele arbeiders die na de sluiting in vervroegd pensioen gaan, vrezen het recht daarop bij een eventuele staking te verliezen.

7 januari (woensdag)

Woensdagavond krijgen de delegees van Waterschei een brief van de vakbonden waarin er op wordt aangedrongen dat donderdag het werk absoluut moet hervat worden, daar de stocks zijn uitgeput. De delegees verhogen hun inspanningen om de staking te breken.

Zij krijgen daarbij de hulp van een honderdtal rijkswachters die donderdagmorgen komen opdagen en sindsdien niet meer geweken zijn. De delegees zijn een georganiseerde groep in dienst van de patroons om bij de  arbeiders de belangen van de patroons te verdedigen; zij zijn de "delegees van de patroons" in de  arbeidersklasse. Meestal blijkt deze taktiek efficiënter te zijn dan het brutale geweld. In essentie heeft het optreden van de vakbonden en de rijkswacht dezelfde funktie: de patroons beschermen tegen de arbeiders.

8 januari (donderdag)

11 uur: perskommunikee van MIJNWERKERSMACHT.

Sinds weken zijn studenten bij de mijn om pamfletten uit te delen en om met mijnwerkers te diskussiëren.

Vanaf het uitbreken van de staking hebben ze aktief meegewerkt om deze te helpen volhouden en uitbreiden (pamfletten, borden en piket staan). Aktieve arbeiders samen met die studenten bouwen hun eigen organisatie uit buiten en tegen de vakbond. Hun doel is: de verdediging van de belangen van de arbeiders tegen de patroons en hun knechten, de syndikaten.

Op hun perskonferentie deelden ze volgend eisenprogramma aan de pers mee:

1. Een verhoging van 70 fr. voor alle kategorieën en geen 10 of 15%.
2. Deze verhoging moet onmiddellijk verkregen worden en niet in vier keren gespreid over anderhalf jaar.
3. Een minimumloon van 400 fr. voor de bovengronders en van 500 fr. voor de ondergronders.
4. Gelijkschakeling van de lonen der bovengronders met gelijkaardige kategorieën uit andere industrieën.
5. De syndikaten moeten stakingsgeld uitbetalen aan alle boven- en ondergrondërs.

Welke zijn de belangrijkste elementen in dit programma?

1. De arbeiders eisen een hoog minimumloon en een direkte grote loonsverhoging. Zo doorbreken zij het kader waar de vakbond sinds jaren in werkt. De vakbonden komen altijd aandraven met de gekende uitleg: dat is "ekonomisch" niet verantwoord, we moeten "redelijke" eisen stellen, enz. In feite komt dit erop neer dat zij alléén eisen wat aanvaardbaar is voor de patroon. De arbeiders willen met dit spel niet langer meedoen. Zij willen de wet van de patroon (en vakbonden die door de patroon worden gestuurd) doorbreken.

2. De arbeiders eisen een gelijke loonopslag voor iedereen. Dat is een eis die de arbeidersklasse verenigt. De grote loonverschillen zijn een middel dat de patroon gebruikt om de arbeiders te verdelen. Aan de universiteit leert men bijvoorbeeld hoe groot men de verschillen in de lonen moet maken om de arbeiders te verdelen. Het loonverschil is een wapen van de patroon. Loonsopslag in procenten maakt het verschil nog groter.

9 januari (vrijdag)

Vrijdag worden in alle mijnen de lonen uitbetaald (quinzaine=14-daagse uitbetaling). In Waterschei waren daarbij ingenieurs en werktoezichters aanwezig die op iedereen druk uitoefenden, waardoor een aantal arbeiders ('n 200-tal) aan het werk gingen. Vandaar de grote berichten in de pers over "neiging tot werkhervatting". In de andere mijnen lachten men met de ingenieurs en niemand ging werken.

's Voormiddags om 10 uur had er een algemene ledenvergadering plaats van het ABVV, onder druk van de plaatselijke militanten van de Kommunistische Partij. De meeste arbeiders wisten echter van niets. Arbeiders die bij de vergadering aanwezig waren hebben fel gereageerd op de pogingen van de vakbondsleiders om voornamelijk de studenten te bekladden en zwart te maken.

Verder werd nogmaals de eis van onmiddellijke loonsverhoging van 70 fr. massaal door de mijnwerkers onderschreven. De vakbond ABVV gaf echter niet toe, zodat de meeste arbeiders woedend zijn buitengegaan: "wacht tot na de eindejaarspremie". Het is zo dat veel mijnwerkers wachten tot ze in februari hun eindejaarspremie krijgen om daarna hun lidboekje kapot te scheuren en naar de vakbond te sturen.

De waalse arbeiders van het luikse staalbekken bevestigen in hun pamflet aan de limburgse mijnwerkers hun volledige steun. In de kolenmijnen en in de staalsektor gaat het tegen dezelfde patroon: De Société Generale.

Wij vragen aan de kranten: zit de Volksunie daar misschien ook achter?

Natuurlijk niet !!! Daar zit maar één iets achter: de arbeidersklasse vecht voor haar rechten en bevrijding tegen het kapitaal, de arbeiders strijden overal en zijn overal met elkaar solidair!

De luikse arbeiders zegden het volgende: "Kameraden arbeiders,

In de staalindustrie klopte de produktie al haar rekords, toen deze prachtige staking begon. Dinsdag was de produktie der drie luikse cokesfabrieken met 30% verminderd. Woensdag werden de kleine hoogovens stilgelegd. Uw strijd brengt de kapitalisten zware slagen toe en uiteindelijk zullen we overwinnen. De vakbonden verraden uw strijd en de pers en de t.v. vertellen leugens. De arbeiders voelen zich door uw strijd aangetrokken en zijn met uw aktie volledig akkoord. "

Zaterdagavond verklaarde Thomassen van het ACV in het programma Aktueel (radio): "Onze delegees zijn bijeen geweest en hebben met 83% besloten het werk maandag te hervatten. De vakbond vertegenwoordigt de arbeidersklasse. Maandag zullen misschien wel niet 90 of 80% van de arbeiders gaan werken, maar de overgrote meerderheid zal ons toch volgen. "

De vakbonden hebben niets voor de staking gedaan. Maar ze voelen zich toch geroepen om met veel tam tam te beslissen dat de staking moet gedaan zijn. De patroon kon de staking niet breken, de regering kon de staking niet breken. De vakbond zou dit vuile werkje wel opkuisen ...

12 januari (maandag)

Niet minder dan 85% van de arbeiders blijven staken en verzetten zich radikaal tegen de vakbonden en het patronaat.

Het is nu voor iedereen duidelijk: de vakbonden strijden aan de kant van de patroons tegen de arbeiders. Alleen zijn de vakbonden veel sluwer en daarom gevaarlijker. Vandaag zijn de sluwe helpers van de patroon echter totaal ontmaskerd! De 'Gazet van Antwerpen' moet het failliet van de vakbonden erkennen: "Feitelijk was de staking totaal".   De vakbonden kunnen in de loop van maandag niets anders meer doen dan tot de arbeiders zeggen: "Ga naar huis".

Het is nu voor iedereen bewezen dat de vakbonden "bandieten" zijn - zoals de arbeiders het zeggen. En toch beginnen zij weer onmiddellijk te bedriegen en smerige manoeuvres uit te halen. Zij willen ten alle prijze opnieuw de kontrole krijgen over de arbeiders. Zij willen de arbeiders opnieuw in hun greep krijgen. Ze sturen iedereen naar huis om dan weer alleen de boel in handen te nemen en te gaan samenwerken met de patroons.

Waarom zou anders ABVV-afgevaardigde Olieslagers zeggen: "De talrijke stakings-komitees die elke verantwoordelijkheid afwijzen om aan een opbouwende aktie mee te helpen, hebben met hun eisenprogramma's en perskommunikees de toestand niet gemakkelijk gemaakt".

Dus zouden de eisenprogramma's van "Mijnwerkersmacht" niet 'opbouwend" zijn. Die van de vakbonden zijn zeer opbouwend, maar  voor  de patroons.

Maandag zijn ook voor het eerst de rijkswachters in aktie getreden. Met het geweer chargeerden zij in Waterschei. Met traangasbommen trachtten zij de mijnwerkers daarna uit elkaar te drijven.

17 januari (zaterdag)

De eerste betoging van de stakers heeft vandaag plaats in Hasselt. Een jonge mijnwerker van de "Mijnwerkersmacht" spreekt op de meeting en spoort alle stakers aan om zich verder te gaan organiseren buiten de vakbond. Mijn per mijn stappen de stakers op voor de 15%, voor de minimumlonen en tegen de vakbondspolitiek van sociale vrede.

20 januari (dinsdag) 

De stakingsbeweging breidt zich uit tot de laatste mijnen. In Charleroi en in het Luikse sluiten de mijnwerkers zich aan bij het limburgse stakingsfront. Het verzet van de vakbond is zeer groot. Limburgse mijnwerkers vertrekken herhaaldelijk in groot aantal naar de waalse mijnen om er te diskussiëren met de waalse koolputters. Vandaag staken te Luik 5 van de 7 aanwezige mijnen voor dezelfde eisen en ondermeer de 15%

23 januari (vrijdag)

De mijnwerkers besluiten aan de vijf mijnen de eindejaarspremie te gaan opeisen in de mijnen. De rijkswacht treedt vandaag erg brutaal op. Met traangas, knuppels en waterkanonnen probeert zij de mijnwerkers van de put te verdrijven. Het is de gendarmerie die het geweld als eerste gebruikt tegen de arbeiders. Maar de arbeiders verweren zich met duizenden tegen de brutale provokatie van de rijkswacht. Vanaf nu poogt de regering de staking met geweld te breken, maar dit heeft slechts één gevolg: de staking gaat onverminderd voort.

De mijnwerkers organiseren zich elke dag beter: er worden omhalingen  gedaan aan alle fabrieken van het  land. De financiële steun van alle andere arbeiders is voor de mijnwerkers een konkreet blijk van solidariteit in de strijd. Er kunnen nu levensmiddelen gekocht en verdeeld worden onder de stakers. De moraal van de mijnwerkers is hoger dan ooit tevoren. De staking gaat zeker voor de derde week verder.

24 januari (zaterdag)

Betoging te Genk . Een 7.000 arbeiders betoogden vastberaden doorheen Genk. Sommige politiekers wilden de aandacht van de arbeiderseisen afleiden: 15%, minimumloon van 400 en 500 fr., geen sociale vrede. Daarom  werd er door allerlei partijen veel gesproken over de regering die zou vallen (Volksunie, PVV) maar een nieuwe regering van die partijen zal niets veranderen aan onze uitbuiting. Wij verdedigen daarom in de eerste plaats de direkte belangen van de ganse arbeidersklasse. Daarom schudden de limburgse mijnwerkers al die politieke partijen van zich af en nemen verder de aktie zelf in handen. De politiek van al die partijen interesseert de arbeiders niet.

27 januari (dinsdag)

De regering beslist tot onmiddellijke uitbetaling van de eindejaarspremie aan allé mijnwerkers. Een week tevoren nog wilde de regering chantage plegen en zei: wij betalen de premie alleen aan werkwilligen. Maar niet een van  de 23. 000 stakende mijnwerkers is daarin gelopen. De staking werd met nog meer eensgezindheid doorgezet. Het regeringsmanoeuver was volledig mislukt. De arbeiders laten zich niet vangen door de regeringspolitiek. De regering buigt voor de aktie der arbeiders. Dat de premie toch werd betaald is daar het beste bewijs van.

De ganse diskussie over die premie is opgeschroefd door de patroons, de vakbond en de pers. Daarmee heeft men eens te meer gepoogd de aandacht af te leiden van de eisen zelf. Aan de mijnen echter wisten de mijnwerkers zeer goed dat de staking verder ging voor looneisen, tegen het sociaal akkoord. Niets kan de aandacht daarvan afleiden. De mijnwerkers blijven hun eisen beklemtonen: 15% in de eerste plaats.

28 januari (woensdag)

De stakingsbeweging breidt zich verder uit naar andere sektoren. Philips Hasselt ging reeds met bijna 3500 arbeiders in wilde staking en dwong van de patroons bijna 3 fr. loonsverhoging per uur af. Vandaag staken meer dan 300 arbeiders van de buizenfabriek Keramo voor de tweede dag volledig en ook hier zonder de vakbonden. Tegen de wil van de vakbonden ontstaat de direkte aktie van de arbeiders. Zij organiseren naar het voorbeeld van de mijnwerkers hun eigen piketten, formuleren buiten de vakbond zelf hun eisen. Net zoals in Philips moet ook de patroon van Keramo buigen: 4 fr. loonsverhoging per uur wordt onmiddellijk toegekend. Het bewijs is er: direkte aktie zonder vakbonden bereikt meer dan maandenlang onderhandelen tussen  vakbonden en patroons.  De studenten helpen ook hier de arbeiders bij het organiseren van een harde kern voor de aktie in de toekomst.

30 januari (vrijdag)

De 9.000 arbeiders van de autofabriek Ford-Genk beginnen op hun beurt een wilde staking zonder de vakbonden af te wachten. De eisen:

1. 15 fr. loonsopslag voor iedereen!
2. 40-urenweek.
3. eindejaarspremie van 10. 000 fr. voor iedereen die al één jaar werkt.

Ondanks het verzet van de fabriekspolitie breidt de staking zich bliksemsnel uit over de ganse fabriek. Mijnwerkers zijn ter plaatse en diskuteren met de Ford-arbeiders over de boykot van de vakbonden. De rijkswacht komt 's middags brutaal optreden: duizenden arbeiders worden verjaagd met traangas, knuppels en waterkanonnen voor de fabriekspoort. Kilometers ver worden de arbeiders verjaagd als wild. Maar de strijdvaardigheid vergroot slechts nadat de vakbonden één dag na het begin van de staking verplicht zijn te buigen en de staking te steunen.

2 februari (maandag)

De staking van de 23.000 Limburgse mijnwerkers gaat vandaag zijn 5e week in. Vanaf vandaag wordt ook gestaakt in de Antwerpse automobielfabrieken (General Motors).De regering en de vakbonden spreken over het bijeenroepen van een nationale Arbeidskonferentie om looneisen te behandelen van de arbeiders uit alle sektoren.

De sociale onrust en het verzet van de arbeidersklasse steekt inderdaad stilaan in gans het land de kop op.

Het stakersfront verbreedt zich. Vele fabrieken sluiten aan bij de aktie, elk met zijn eigen rechtmatige eisen: de onmiddellijke loonsverhoging tegen de sociale akkoorden tussen vakbonden en patroon.

De vakbonden willen deze beweging die overal in 't land ontstaat, tegenhouden en breken.

Dit is hun taktiek: ze willen nationaal, voor alle fabrieken, een aantal eisen stellen en zelf, vanuit Brussel, bepalen hoe men de eisen gaat bereiken.

Hun doel is de aktie van de arbeiders die in de loop van 't volgend jaar overal zal uitbreken, tegen te houden.

Tegen de eisen van de arbeiders - zal de vakbond een paar magere, "nationale" eisen stellen.

Tegen de strijdmethode van de arbeiders, de direkte aktie, zal de vakbond een flauwe "nationale" aktie met veel onderhandelingen en verzoeningen stellen. Alle arbeiders zijn nu verwittigd: ze weten hoe de vakbond hen in de loop van 't volgend jaar zal proberen te sussen.

7 februari (zaterdag)

De vakbonden, de patroons en regering vergaderen gedurende 10 uren. Ze hebben 10 uren nodig om te bedenken hoe ze de arbeiders het best kunnen bedriegen ! De vakbonden hopen dat de arbeiders nu al genoeg honger hebben om uit armoede aan het werk te gaan!

De vakbonden en de patroons hopen dat de rijkswacht nu al genoeg op de piketten heeft geklopt om de harde mijnwerkers bang te maken.

8 februari (zondag)

Aan alle mijnen zijn er vergaderingen van Mijnwerkersmacht.

De mijnwerkers maken pamfletten tegen het referendum. De vakbond en de patroon richten immers een "referendum" in! Over de 15% loonsopslag, zeggen ze géén woord!

Maar ze sturen wèl een briefje naar alle mijnwerkers om te stemmen:

"Wilt gij het werk hervatten - Ja
                                     - Nee
Plaats een kruisje in het vakje van uw keuze ".
Er staat ook nog bij: "Bespreek dit met uw huisgenoten".

Er heerst een zeer gespannen sfeer in de vergaderingen. Vele arbeiders zijn razendkwaad om deze nieuwe bandietenaktie: ze sturen een briefje naar iedereen thuis: ze hopen dat onze vrouwen en kinderen genoeg honger hebben om ons te dwingen "ja" te stemmen.

9 februari (maandag)

Voor elke mijn staan 's middags een duizendtal arbeiders. De arbeiders verzamelen zélf de briefjes. Ze zullen die briefjes dan zélf gaan binnendragen bij de vakbond en de patroon. Zo kunnen zij kontroleren dat er tóch al zeker 1. 000 man per mijn NEEN antwoorden.

2. Vijanden van de strijd: Société Génerale en de vakbonden

I.Wat doet de société Générale met de mijnen?

De staat stopt ieder jaar ongeveer 4 miljard frank in de mijnen. Dit geld gaat in de zak van de Société Général. De Société is immers de enige grote eigenaar van de mijnen van Waterschei, Zolder, Beringen en Houthalen.

Men moet echter toegeven dat de Société niet zéér veel miljarden meer kan verdienen aan de koolmijnen. Ze halen veel meer winsten uit "moderne" bedrijven als Sidmar. Waarom laat de Société Général dan de koolmijnen niet vallen om zich alléén nog bezig te houden met de staalindustrie en de scheikunde ?

Zeker niet uit bekommernis voor de 20. 000 arbeiders ..., maar wel de bekommernis om hun winsten. Hoe zit dit in elkaar ? 

De Société Général bezit vanaf dit jaar de gehele staalindustrie van Luik. Cockerill-Ougrée, Providence, Espérance-Longdoz: dit alles wordt door de Société gekontroleerd. De Société bezit dus de koolmijnen in Limburg en ze kan die koolmijnen gebruiken voor haar staalindustrie in Luik. De Société moet echter ook Amerikaanse kolen kopen omdat de kolen uit Limburg alleen onvoldoende zijn. De Amerikanen verkopen hun kolenoverschot 180 fr. goedkoper dan de belgische kolen!

Als de amerikaanse kolen zovéél goedkoper zijn, waarom sluit de Société dan haar mijnen niet en koopt ze geen amerikaanse kolen?               *

Als ze haar mijnen sluit, is de Société helemaal  afhankelijk van de Amerikanen. De Société zou dan niet meer voortkunnen zonder amerikaanse kolen. De Amerikanen zouden dan hun kolen duurder beginnen verkopen ... en de Société zou daar niets aan kunnen doen.

De Société behoudt dus in feite haar mijnen in Limburg om de Amerikanen te dwingen goedkope kolen te leveren.

Zo brengen de mijnen toch enorme voordelen aan de Société. Maar daar spreekt men niet over. De patroon zegt alleen: de mijnen zijn oud, dat brengt niet veel geld op. En de vakbond zegt: we kunnen toch geen hoge lonen vragen aan die 'arme' patroon. De arbeiders kennen dat liedje.

In de "moderne" bedrijven moet men aan een beestachtig ritme werken; de vakbond zegt: "De patroon heeft zoveel nieuwe investeringen gedaan en er is zoveel konkurrentie we kunnen zeker geen hoge lonen vragen".

In de "oude" bedrijven moet men vuil en ongezond werk doen; de vakbond zegt: "Het is een oud bedrijf en een arme patroon: we kunnen zeker geen hoge lonen vragen."

De arbeidersklasse is het beu zich aan handen en voeten te laten binden. De arbeidersklasse laat zich niet meer uitzuigen omdat de vakbond zo schoon kan preken. Overal wil de arbeidersklasse de wet van de patroons doorbreken. De "sociale vrede" van de patroons en vakbonden is in de Limburgse mijnen gedaan.

II. Hoe de vakbonden tegen de arbeiders strijden

De mijnwerkers hebben hun staking helemaal alleen gemaakt. Vanaf de eerste dag werden zij bekampt door de patroons, regering, pers, radio, t.v maar het meest nog door de vakbonden. Aan de mijnen kun je dikwijls horen: "We zullen die vakbondsmensen eens op hun muil slaan;" en "De vakbonden zijn bandieten". Hebben de arbeiders gelijk als ze zich zo tegen de vakbonden keren? Zéér zeker.

Hoe is het echter gekomen dat de vakbonden "zo'n bandieten" zijn geworden? Vroeger waren ze toch van de arbeiders ?

1. In het begin van het kapitalisme had iedere patroon zijn eigen fabriek. Hij konkurreerde tegen al de andere patroons. Hij probeerde de andere patroons kapot te krijgen en zelf een grotere fabriek te maken. De arbeiders stonden elk afzonderlijk tegen deze patroons. Zij hebben zich dan verenigd. Dit waren hun eerste steunkassen en vakbonden. Dit gebeurde meestal "illegaal": het was verboden door de wet van de patroon...

2. Het kapitalisme is sindsdien veel veranderd. De 'kleine patroons' zijn nu niet meer belangrijk: we hebben nu enorme financiële groepen die fabrieken nebben in heel het land. In België kontroleren een 5-tal financiële groepen bijna heel de industrie. De Société Général bezit bijna heel de staalindustrie, de koolmijnen, de tekstiel, en grote delen van de scheikundige industrie. De grote financiële groepen hebben hun mannen in de regering en in de staat. Vroeger waren de patroons tegen "staatsinmenging". Nu zijn ze ervoor omdat ze de staat helemaal in handen hebben. Elk jaar stopt de staat tientallen miljarden in de zakken van de grote patroons - subsidies, premies, geld voor wetenschappelijk onderzoek, geld voor de vorming van kaders: alles wordt door de staat 'geschonken'.

3. Vroeger was er konkurrentie tussen de kleine patroons. Nu zijn de "grote patroons" slimmer geworden. Ze zeggen: "We zijn maar met een 5-tal grote financiële groepen in België. Waarom zouden we elkaar bestrijden? Laten we hier afspreken hoe we de grootst mogelijke winst uit de arbeiders gaan trekken! Het is veel te gevaarlijk als we elkaar gaan bekampen. We hebben elk vele miljarden rijkdom - en we hebben tienduizenden arbeiders die voor ons werken. Als we mekaar bekampen kunnen we alles verliezen. We moeten alles goed plannen, geen onvoorziene dingen doen". Als alles goed gepland is volgens de wil van de patroons, moeten de patroons niet ongerust zijn en kunnen ze hun 'winsten steeds opdrijven. Als de patroons dergelijke afspraken maken, weet iedere arbeider dat dit voor hem wil zeggen: harder ritme, grotere kontrole, grotere intensiteit van het werk, meer tucht en dwingelandij in de fabriek.

En de patroons weten ook dat de arbeiders zich daartegen gaan verzetten. Daarom hebben de patroons een deeltje van hun winst afgestaan om de vakbonden te kopen. De vakbonden krijgen geld van de patroons en van de regering. De vakbonden krijgen hoge posten en ministerzetels. Sedert twintig jaar hebben de patroons de vakbonden geleidelijk kunnen veranderen. Met geld en allerlei voordelen hebben zij de vakbonden aan hun kant gehaald: de hoge vakbondsmannen zijn figuren waarop de patroons helemaal kunnen rekenen.

Een 5-tal grote financiële groepen kontroleren heel de ekonomie en al de staatsgelden. Iets is voor hen moeilijk te kontroleren: de strijdbaarheid van de arbeidersklasse die toeneemt wanneer de dwingelandij in de fabriek toeneemt. De vakbonden hebben daarom in de ekonomie van de patroons een eigen opdracht gekregen: zij moeten de arbeidersklasse 'in toom houden'.

4. De vakbonden zijn enorm logge machines geworden.

De hoge vakbondsmannen zitten voortdurend in gezelschap van ministers, parlementairen en patroons. Zij hebben studiebureaus die vol zitten met universitair gediplomeerden. Ze hebben een massa vrijgestelden, en ze hebben eigen mannen in regering en parlement.

De vakbonden zitten met de patroons en met de regering in tientallen organisaties. Patroons, vakbonden, regering: zij plannen gezamelijk de ekonomie. De vakbonden helpen de winstekonomie van de patroons plannen.

Hoe gaat het bijvoorbeeld in de Limburgse steenkoolmijnen?

Vooreerst formuleren de sindikaten een aantal eisen. Dan onderzoekt het Kolendirektorium in naam van de regering welke eisen men KAN aannemen. Ten derde worden deze dan voorgelegd aan een kommissie van sociale programmatie waarin patroons en vakbonden zitten. Tenslotte gaat het akkoord terug naar de regering.

Zo ziet men hoe de drie partners - de patroons, de vakbonden en de regering - onderling afspreken.

Het is echter vooral in de kollektieve arbeidsovereenkomsten dat patroons, regering en vakbonden aantonen dat zij één geheel vormen. De kollektieve arbeidsovereenkomsten dienen vooral voor twee dingen. Ten  eerste moeten zij ervoor zorgen dat de lonen niet méér stijgen dan de patroon verlangt. Het is ekonomisch niet verantwoord dat de lonen méér stijgen, zeggen ze dan. Dat betekent gewoon dat de patroon zijn wet oplegt om de arbeiders zo weinig mogelijk loon te betalen en zo veel mogelijk uit te zuigen. Ten tweede dienen de kollektieve  arbeidsovereenkomsten ervoor om de stakingen in de fabrieken zo veel mogelijk uit te schakelen.

De vakbonden beloven dat er geen wilde stakingen gaan zijn, Als ze willen staken moet dat weken op voorhand geweten zijn zodat de patroon maatregelen kan nemen en stocks kan aanleggen...

De kollektieve arbeidsovereenkomsten betekenen dus: de vakbonden aanvaarden de totale willekeur en almacht van het patronaat en zorgen ervoor dat die willekeur en almacht door de arbeiders wordt erkend.

5. We leven in 1970 in België in een staatskapitalisme. Dit betekent: de patroons, de vakbonden en de regering hebben gezamenlijk de winst-ekonomie van de grote financiële groepen.

Er zijn natuurlijk verschillen tussen de vakbonden, de regering en de patroons. Maar over het algemeen zijn ze totaal akkoord om samen 'de boel' rustig te houden en om er voor te zorgen dat er 'welvaart' is voor de patroon..

Hierom is de staking in de Limburgse mijnen ontzaglijk belangrijk. Meestal doen de vakbonden zich voor als 'organen van de arbeidersklasse'. Op die manier hebben ze de beste kontrole op de arbeiders. De patroons zeggen: "We zijn tevreden dat er sterke vakbonden zijn want die hebben de arbeiders goed vast". In Limburg zijn de vakbonden echter totaal ontmaskerd. Het kan onmogelijk klaarder bewezen worden dat de vakbonden eigenlijk vechten... tegen de arbeiders als de arbeiders eens echt goed voor hun rechten gaan strijden.

3. De lessen die Limburg ons geeft

De Limburgse mijnwerkers leren vechten tegen de patroons, de rijkswacht, de staat en de vakbond.
De Limburgse mijnwerkers leren op eigen kracht steunen.

I. Het enorme belang van de strijd in de fabrieken

De vakbonden hebben van de strijd in de fabrieken een klucht gemaakt. Door de kollektieve arbeidsovereenkomsten zorgen de vakbonden eigenlijk voor de tucht en de orde in de fabrieken. De arbeiders staan bijna zonder verdediging.

De patroon drijft het ritme onmenselijk op; er staan kontroleurs op uw vingers te kijken; de patroon vindt honderd trukjes uit om uw loon te stelen; nieuwe machines maken de arbeid nog meer intens en uitputtend...
De mijnwerkers in Limburg hebben ons getoond wat men daartegen kan doen. Men moet de vakbonden gewoon laten stikken: laat ze bij de patroons zitten en laat ze daar blijven.
De mijnwerkers hebben zelf een groep gemaakt, de Mijnwerkersmacht, die de strijd tegen de patroons organiseert.
Alléén zo een eigen groep van de arbeiders zelf is in staat om de strijd tot het uiterste aan te gaan.
Zo een groep kan werkelijk het vertrouwen van de arbeiders krijgen: het  vertrouwen van de arbeiders in hun eigen  macht, dat is het sterkste wapen dat er bestaat.

Rond welke punten wordt er gevochten?

1. de Mijnwerkersmacht eist een grote loonsopslag van 70 F voor iedereen en een speciale opslag voor de laagste kategorieën.        '

Loon verschillen zijn een wapen van de patroon. Een arbeider denkt misschien: ik heb een paar  frank meer per uur dan een  ander. Hij vergeet dat hij één belangrijk iets minder heeft: de solidariteit, de eenheid, de onderlinge hulp van de arbeiders wordt gebroken.

De arbeiders worden verdeeld en zwak gehouden door de loonverschillen.

2. De belangrijkste manier van de patroon om de arbeiders uit te buiten wordt méér en méér: het opdrijven van het ritme zodat het onmenselijk wordt.

Er wordt op het ogenblik 3 tot 4 keer meer arbeid per uur uit  een  arbeider geperst dan vroeger! Wordt ge daarvoor vier keer meer betaald?

De strijd tegen het ritme is de strijd tegen de dwingelandij van de patroon.

In de Fiatfabrieken van Italië hebben de arbeiders zelf tientallen metodes gevonden om het ritme te breken. De vakbonden maakten zich daar niet vuil aan. In de Fiatfabrieken van Turijn werken 40. 000 arbeiders. Ze kennen het meest beestachtige ritme van Italië.

De arbeiders kwamen dikwijls bijeen na het werk in de café's of in de koffiebars om in groepjes te bespreken
hoe zij het ritme konden breken. Wilde stakingen werden per atelier gevoerd - waarbij heel de fabriek kon lamgelegd worden.
Groepen jonge arbeiders blokkerden de aanvoerbanden zodat niemand meer moest werken... Arbeiders maakten afspraken dat ze maar een bepaald aantal auto's zouden maken.

Laten de strijd tegen het ritme en tegen de dwingelandij van de patroon zelf organiseren.
De patroon maakt onze gezondheid en onze zenuwen kapot - hij wil het onderste uit ons persen.
Er is maar één iets dat ons kan helpen: het vertrouwen in onszelf en de durf om de wet van de patroons te breken.

3. De patroon geeft ons een bazisloon plus premies.

Sommige arbeiders denken dat het goed is dat men premies krijgt en men premies kan maken.

Maar de patroon is sluw: hij weet wat hij doet. Door de premies kan hij  de arbeiders verdelen!. Door de premies kan hij de   arbeiders geweldig opjagen! Door de premies kan hij ons bedriegen: hij kan dreigen bepaalde premies af te nemen

De premies moeten gewoon ingeschakeld worden in het loon. We moeten ons niet laten verdelen en uitpersen: een hoog loon voor iedereen zonder onder­linge strijd.

4. De  vakbonden binden de arbeiders aan handen en voeten aan de patroon met hun kollektieve arbeidsovereenkomsten. De  mijnwerkers hebben het ijzeren  harnas van die kollektieve arbeidsovereenkomst doorbroken.

Ze laten ons begrijpen dat de arbeiders moeten toeslaan en staken op het ogenblik dat de patroon daar het meest bang voor is.
Ze laten ons begrijpen dat de arbeiders zelf de stakingen moeten organiseren. Anders gaan de vakbonden alles overbrieven aan de patroon. 

II. Waarvoor vecht de arbeidersklasse?

De arbeiders organiseren in de fabrieken eigen groepen om de almacht van de patroon te bekampen en de arbeidersklasse te verdedigen. Er komt een nieuwe generatie die fier is dat zij voor de arbeidersklasse vecht. De vakbonden en "socialistische" partijen zitten op de schoot van de patroons: laat ze daar maar zitten. Maar ondertussen moet men toch toegeven: het is ver gekomen!

Honderd jaar geleden (!!!) streden de arbeiders voor de 8-urendag. We hebben die nog niet...
Honderd jaar geleden streden de arbeiders tegen de kontroleurs en de spionnen van de patroons. Ze zijn er nog steeds.
Honderd jaar geleden was de fabriek een kazerne. De fabriek is nu een "moderne" kazerne geworden.
Zullen we dat eeuwig laten duren?
Zal het niet  tijd worden dat de arbeidersklasse zelf haar zaken in handen neemt ?
De patroons zijn de baas in de fabriek: maar omdat ze in de fabriek baas zijn - zijn ze overal baas!

De huisvesting, het vervoer, de geneeskunde, de ontspanning, de pers, het toerisme:overal zit er een patroon achter om er geld uit te kloppen. Overal waar je komt zie je de almacht van de patroon.

Er is maar één klasse die deze almacht kan breken. Er is maar één klasse die de maatschappij kan veranderen. Sinds honderd jaar vecht de mensheid voor een maatschappij van de arbeid.

Alleen de arbeidersklasse kan deze nieuwe wereld  veroveren . De arbeider moet opnieuw de ambitie krijgen om de hele maatschappij te veranderen. De vakbonden,  de "socialisten", en de patroons leren ons een klasse van slaven.

In de strijd tegen de vakbonden, tegen de bourgeois-socialisten, tegen de patroons zal er een nieuwe arbeidersklasse opstaan die fier en vrij is. De arbeidersklasse zal dan de macht nemen en de dwingelandij van de patroons in de maatschappij en in de fabrieken vernietigen.

III. Wat staat ons te wachten

Er is op dit ogenblik over heel de wereld een strijd aan de gang. De arbeiders en boeren van Azië, Afrika, en Zuid-Amerika vechten tegen hun uitbuiters: Amerika, Duitsland, Japan en Rusland.
(We denken dat ook Rusland een land van uitbuiters is waar een staatskapitalisme heerst.)

Onze kapitalisten (Société Général, Bekaert, Bayer) hebben ook grote fabrieken in Afrika, Azië en Zuid-Amerika.
De winsten van onze patroons in die landen worden kleiner precies door die strijd van de uitgebuite mensen.
Het gevolg is: De patroons willen absoluut hun winsten behouden en gaan daarom de arbeiders hier bij ons nog meer uitbuiten.
Maar grotere uitbuiting vanwege de patroon betekent: grotere weerstand vanwege de arbeidersklasse. In Zwartberg lieten de patroons twee mijnwerkers neerschieten.

In Citroën-Vorst trokken 150 gendarmes met het geweer door de fabriek om 63 arbeiders aan te houden.
Vandaag zijn weer honderden gendarmes bijeengeroepen in Limburg.
De arbeidersklasse weet wat dat wil zeggen!
De arbeiders beginnen zelf de strijd te organiseren tegen de patroon in de fabriek en tegen de maatschappij van de patroon.
De arbeiders weigeren nog langer loonslaven te zijn.
Als de patroons voelen dat hun macht in gevaar komt zullen zij niet aarzelen .

Zij zullen in België precies zoals in Griekenland een fascistisch bewind aan de macht laten komen!
In Italië zijn er al plannen bekend van een militaire staatsgreep.
Toen de arbeiders te sterk werden, hebben de patroons de eerste en de tweede Wereldoorlog uitgelokt. Zo konden zij miljoenen arbeiders uitschakelen.

De patroons zullen niet aarzelen om zoiets opnieuw te doen. Gisteren in Griekenland. Morgen in Italië. Overmorgen in België. De arbeiders kunnen zich daarbij niet als bangerikken gedragen. De arbeiders beginnen zich vandaag zelf te organiseren. In Limburg, maar ook in Gent, in Brussel, in Antwerpen, in Luik, in Charleroi... De groepen van arbeiders en studenten die in de strijd ontstaan, zullen geleidelijk mekaar leren kennen en met elkaar leren samenwerken. Zo zal er een nieuwe en sterke organisatie van de arbeidersklasse groeien. Dit zal veel tijd en veel strijd vragen. Maar we moeten er aan beginnen.

Wanneer de arbeiders goed georganiseerd zijn, zullen zij het geweld van de patroons met dezelfde middelen beantwoorden, om een einde te stellen aan de dwingelandij van de patroons in de fabrieken en aan de almacht van de patroons in de fabrieken en aan de almacht van de patroons in de maatschappij.

4. Laten wij mijnwerkersmacht organiseren

Vrijdag 30 januari, vierde stakingsweek in de mijnen.

Vijftien mijnwerkers zijn bijeen gekomen in Waterschei. Iedereen voelt de noodzaak aan om MijnWerkersMacht goed te organiseren. De vlaamse arbeiders moeten op de eerste plaats zéér stevig worden georganiseerd. Zij moeten de harde kern zijn die kan vóórgaan. Alle vreemde arbeiders hebben dit met nadruk gevraagd. Wanneer de Belgische arbeiders vóórgaan, kunnen de Marokkanen, Spanjaarden, Italianen, Grieken enz. zich ook beter organiseren. Anders staan zij te zeer bloot aan de vervolging van politie en rijkswacht.

De vijftien mijnwerkers van Waterschei die vrijdag 30 januari bijeen zijn, zullen het vlaamse komitee van MijnWerkersMacht vormen. Er wordt gesproken over alle problemen: hoe zullen we MijnWerkersMacht organiseren? Hoe kunnen we blijven samenwerken met de studenten? De volgende tekst is de neerslag van deze vergadering.

In deze tekst zeggen de mijnwerkers voor 't eerst hoe ze de opbouw van hun eigen macht, van MijnWerkersMacht, zien.

Tientallen studenten van Mijnwerkersmacht werken sinds vier weken dag en nacht rond de mijnen.

De laatste dagen worden steeds meer studenten opgeleid door de politie. Kris Hertogen, een van de militanten van Mijnwerkersmacht en woordvoerder te Zolder, zit reeds sinds 27 februari in de gevangenis. Waarom worden deze studenten opgeleid?

Omdat zij de mijnwerkers helpen zich zelfstandig te organiseren buiten en tegen de vakbond.

De rijkswacht wil verhinderen dat de mijnwerkers zich zelfstandig kunnen organiseren! Zo ziet men hoe de rijkswacht de belangen van de vakbonden en de patroons verdedigt. Deze weten maar al te goed wat er nu tijdens de staking het belangrijkste is: de organisatie van de arbeiders zelf.

Hoe is MijnWerkersMacht ontstaan?

In mei 1966 was er een machtige studentenbeweging in Leuven. Het begon rond "Leuven Vlaams", de aktie voor de overheveling van het franstalig deel van de universiteit naar Wallonië. De studenten kwamen echter zeer gauw in opstand tegen alle vormen van uitbuiting in onze maatschappij. De studenten zochten kontakt met de arbeiders.

Zij kwamen in kontakt met de vakbonden en de kommunistische partij. Zij zagen echter zeer vlug dat deze helemaal niet vochten met de arbeiders en voor de arbeiders.

De studenten besloten: er is geen enkele organisatie die werkelijk van de arbeiders is, die de strijd  van de   arbeiders helpt voeren en het vertrouwen van de arbeiders geniet. Bijvoorbeeld: de vrijgestelden van de vakbonden zijn mensen die nooit hun handen vuil gemaakt hebben. De délegués zijn mensen die meestal de beste posten hebben, die méér de mouw van de patroon wrijven, dan zich in te zetten voor de problemen van de arbeiders. Wat moesten de studenten doen?

Zij besloten naar de arbeiders toe te gaan en samen met hen te vechten. Studenten die een paar jaar aan de universiteiten hadden gestudeerd of die al een diploma hadden, gingen als gewoon arbeider in de fabriek werken. Een paar studenten gingen als mijnwerker in de put werken.

Zij wilden zo helpen om de arbeiders te organiseren tegen de patroon en de vakbond. Deze studenten leerden in de put een heleboel mijnwerkers kennen. Zo ontstond Mijnwerkersmacht.

De Limburgse mijnwerkers ontmaskeren de vakbond!

Alle stakingen die wij de laatste tien jaar hebben gekend waren "politieke" stakingen. De vakbonden zijn immers gebonden aan politieke partijen. En de politieke partijen zijn helemaal gebonden aan de patroons!

Als de vakbonden een staking uitroepen, zit er bijna altijd een "politieke" bedoeling achter. Bijvoorbeeld de staking van de schoolmeesters in '56. De  grote  wilde staking van de mijnwerkers is daarom de eerste  grote strijd voor de eigenlijke belangen van de arbeidersklasse.

De studenten van Mijnwerkersmacht hebben 2000 brochures over deze staking verkocht aan vijftien fabrieken van Gent: ACEC,Sidmar, Fabelta, Volvo, textiel­fabrieken enz. Overal kwamen de arbeiders enthousiast diskussiëren! Overal willen zij het voorbeeld van de mijnwerkers volgen: een staking van de   arbeidersklasse   zelf, geleid door de arbeiders zelf en helemaal los van de vakbond!

Wat is de vakbond?

50 jaar geleden had ieder patroon zijn eigen fabriek. Hij konkurreerde tegen al de andere patroons om zelf een grotere fabriek te maken. De arbeiders stonden elk afzonderlijk tegen deze patroon, en daarom hebben ze zich verenigd tegen de patroons. Dit waren de eerste steunkassen en vakbonden. Dit gebeurde meestal onwettelijk: het was verboden door de wet van de patroon. Syndikale leiders werden toen door de politie gezocht en soms jaren in de gevangenis gestopt, wat is de vakbond nu geworden?

De vakbond is een enorme machine geworden die niets meer met de strijd van de arbeiders te maken heeft! Honderden "gestudeerden" die nog nooit hun handen hebben vuil gemaakt, worden betaald om beslissingen te nemen.

De vakbonden werken dagelijks samen met de patroons en de regering. De vakbonden zetelen samen met de regering en de patroons in tientallen organisaties en plannen gezamelijk de ekonomie. "De centrale raad van het bedrijfsleven", "de nationale arbeidsraad", "het nationaal komitee voor ekonomische expansie"... Zo zijn er tientallen "raden"waarin de vakbonden en de patroons samenwerken! De vakbonden worden door de patroons betaald. Het programmatieakkoord van de metaalnijverheid bevat het volgende. De vakbond krijgt 0,5% van de lonen van de arbeiders...als er geen wilde stakingen zijn!

De vakbonden krijgen hoge posten en ministerzetels. Sedert 20 jaar zijn de patroons er geleidelijk in geslaagd de vakbond om te vormen: de hoge vakbondsmannen zijn figuren waarop de patroons helemaal kunnen rekenen.

De eisen van de vakbonden worden dan ook bepaald door hetgeen het kapitalisme kan toestaan, zonder zijn winsten te zien verkleinen.

Het syndikaat is helemaal vervlochten met het patronaat. De vakbond is een instrument van de patroon, het is de spreekbuis van de patroon !

Daarom is het belangrijk dat de arbeiders zich zelfstandig  organiseren.

Wie komt er al drie weken aan de mijnwerkers vertellen:
"Het akkoord is fantastisch! Het is een grote overwinning! Ge moet opnieuw gaan werken!" Het is de vakbond die dat vertelt. De vakbond brengt de stem van de patroon naar de  arbeiders!

Wie heeft de vakbond nodig?

Sinds tien jaar worden er in heel Europa "kollektieve konventies" afgesloten tussen de patroons en de vakbonden. De patroons geven een kleine loonsverhoging (ongeveer gelijk aan de stijging van de levensduurte!!!!). De vakbonden geven de waarborg dat er geen stakingen gaan zijn! Zo verkopen ze de arbeiders aan de patroons. Dat is de "sociale vrede"!

Waarom zijn deze kollektieve arbeidsovereenkomsten zo enorm belangrijk voor de patroons ?

De investeringen van de staalindustrie, de autoindustrie en de chemie belopen vele miljarden. Als deze industrie onverwacht wordt lamgelegd door een wilde staking, betekent dit groot verlies voor de patroon.   De  patroon is dus zeer kwetsbaar ! Dat wil zeggen: de macht van de arbeiders - de macht van de wilde stakingen is zeer groot.

Door de "kollektieve konventies" maken de patroons en de vakbonden deze wilde stakingen onmogelijk.

Door de kollektieve konventies beschermen de vakbonden de patroon... tegen de macht van de arbeiders. De patroon heeft de vakbond nodig!!! De patroon heeft de vakbond nodig om de arbeiders in toom te houden!

Deze kollektieve arbeidsovereenkomsten dienen vooral voor twee dingen:

- Ten eerste moeten zij ervoor zorgen dat de lonen niet meer stijgen dan de patroon verlangt.
- Ten tweede dienen de kollektieve arbeidsovereenkomsten ervoor om de stakingen in de fabrieken zoveel mogelijk uit te schakelen. De vakbonden beloven dat er geen wilde stakingen gaan zijn. Als ze willen staken, moet dat weken op voorhand gekend zijn, zodat de patroon maatregelen kan nemen en voorraden aanleggen... Zonder de vakbond zouden de arbeiders in de wilde stakingen de patroon aanvallen... en men weet hoe kwetsbaar de patroon is!

Dat is de reden waarom de staking in Limburg zo lang duurt! De patroons en de vakbonden willen de "kollektieve konventie" in de mijnen niet doorbreken: ze vrezen dat de "kollektieve Konventies" zullen doorbroken worden in de staalnijverheid en in de chemische nijverheid.

Zo zie je hoe de strijd van de Limburgse mijnwerkers van belang is voor alle arbeiders van het land!

Waarom is Mijnwerkersmacht ontstaan?

Mijnwerkersmacht is ontstaan omdat de mijnwerkers zelf een wilde staking zijn begonnen tegen de wil van de patroon en van de vakbond.

Iedere mijnwerker weet ook dat er een organisatie moet zijn die de arbeiders in de dagelijkse strijd verdedigt tegen de patroon en tegen de vakbond. Iedereen voelt dat in de staking die we nu meemaken. We moeten een groep hebben van 30 Limburgers die mekaar goed kunnen vertrouwen. Die groep steunt alléén op de mijnwerkers. Deze groep moet spreken over alle smerige maneuvers van de patroon en de vakbond. Zo'n groep zal werkelijk MijnWerkersMacht vormen!! !

Stel u voor dat er zo'n groep Mijnwerkersmacht had bestaan vóór de staking! Deze groep zou kontakt hebben genomen met de buitenlandse arbeiders en met de andere mijnen. Deze groep zou van tevoren de staking hebben gepland: organisatie van de piketten, organisatie van de aktie in de cités, organisatie van de betogingen... De staking zou zo een echte staking van mijnwerkers en van mijnwerkersmacht zijn geweest!

Nu is de staking veel zwakker! Waarom ?

Omdat er vanaf de eerste dag een "permanent komitee" is gevormd dat vooral van de Volksunie en van de PVV is en dat helemaal boven de mijnwerkers staat. Nu echter is de Mijnwerkersmacht ontstaan door de staking. We zullen na de staking samen blijven want dan zullen we ons moeten blijven verdedigen tegen de patroon en de vakbond.

Als de patroon iemand buitengooit moeten we allen samen kunnen reageren! We moeten samen kunnen strijden voor onze dagelijkse rechten: Tegen de lage lonen, tegen de grote loonsverschillen, tegen alle ingewikkelde berekeningen van het loonbriefje, tegen de lange arbeidsduur, tegen de ongezonde werkomstandigheden. Er zijn honderd en één problemen waarover de mijnwerkers willen spreken en zelf willen vechten voor hun rechten.

Wat is onze houding tegenover de vakbond?

De vakbond dient om de arbeiders te kontroleren. De patroon heeft de vakbond nodig om de mijnwerkers in toom te houden (in de kollektieve arbeidsovereenkomsten). Er zijn mensen die de mijnwerkers op een zijspoor proberen te brengen. Zij zeggen:'Wij zouden goede délegués moeten kiezen, we zouden mensen die nu de staking leiden moeten verkiezen als délegué die ons dan zullen verdedigen". Wij denken daar het volgende over: De délegués die werkelijk voor de mijnwerkers zijn, zullen vroeg of laat uitgeschakeld en buitengegooid worden. De goede mijnwerkers die délegué worden, zullen dikwijls zelf rot worden (goede postjes, goed betaald...)

Daarom moeten we er niet aan denken dat we ons laten verdedigen door... de délegués. Om ons te  verdedigen, mogen we alléén rekenen op onze  eigen macht, op Mijnwerkersmacht, op de eigen organisatie  van de mijnwerkers los van alle politieke partijen en politieke vakbonden .

Daarom steunen wij vooral op onze eigen groep van Mijnwerkersmacht. Indien Mijnwerkersmacht als organisatie goed uitgebouwd is, kan het misschien nuttig zijn in bepaalde gevallen om een paar van onze mensen in de vakbond (ACV of ABVV) te laten verkiezen. Die mannen werken dan als een soort spionnen die alles weten wat de vakbond en de patroon willen doen!

Nog een laatste probleem: moeten de mijnwerkers van Mijnwerkersmacht lid blijven van een vakbond of niet ?

Men moet gewoon kijken wat het meest voordelig is. Als ge profijt kunt doen met lid te worden, dan moet ge dat doen!

Ge moet dat dan zien als een verzekeringsmaatschappij tegen stakingen en voor praktiche problemen: pensioenen, kinderbijslag...

Maar om onze dagelijkse strijd te voeren, mogen we alléén rekenen op onze eigen kracht, op onze groep van Mijnwerkersmacht!

Wat kunnen de studenten doen?

Bij deze grote staking hebben de studenten van Mijnwerkersmacht de arbeiders goed geholpen, in het begin voornamelijk door mee piket te staan en te diskussiëren. Ze hebben vooral de ogen geopend voor de rol  van de vakbond: ze hebben aangetoond hoe de vakbond eigenlijk voor de  patroon werkt!  Ze hebben aan de mijnwerkers gezegd: organiseer uzelf met de mijnwerkers tegen de patroon en tegen de vakbond.

Het komt er nu echter op aan dat de mijnwerkers zélf de organisatie van Mijnwerkersmacht in handen nemen.

De studenten moeten hulp bieden, telkens wanneer de mijnwerkers dat vragen. Er gebeurt iets in de put. De mijnwerkers willen protesteren: ze vragen aan de studenten om een pamflet uit uit te delen.

De mijnwerkers willen in samenwerking met de studenten een blad uitgeven: de studenten kunnen dit blad verkopen aan de mijn.

De mijnwerkers willen informatie over de ekonomische toestand van de koolmijnen, over de winsten van de patroons, over de samenwerking tussen patroons en vakbonden: de studenten moeten dat allemaal gaan opzoeken.

Wat is de kracht van Mijnwerkersmacht?

Niet het geld.
Niet de grote heren.
De kracht van Mijnwerkersmacht is iets totaal anders: de solidariteit van de mijnwerkers.

Het zal langer duren en moeilijker zijn: maar deze kracht zal onverwoestbaar en onuitroeibaar zijn.

De partijen en de vakbonden halen hun macht vooral uit het geld en uit de hoge posities. Ze schijnen sterk - maar in feite zij ze zwak.

Neem bijvoorbeeld het ACV: die vakbond schijnt sterk - maar hij is in feite zwak. Waarom? Omdat alle mijnwerkers de vakbond vervloeken!

Alleen een groep die op de mijnwerkers zélf is gesteund, zal werkelijk sterk zijn omdat hij het vertrouwen heeft van de mensen. MijnWerkersMacht betekent immers: de solidariteit van alle mijnwerkers tegen de vakbond en de patroon. Wat is die solidariteit?

Op de eerste plaats: hechte samenwerking tussen de Belgische, Turkse,  Marokkaanse, Italiaanse, Spaanse,   Portugese en Griekse  mijnwerkers.

Wij zijn alle arbeiders - wij vechten samen tegen dezelfde patroon. Als wij deze solidariteit goed in handen nemen, zullen wij enorm veel leren: we moeten weten wat er in Marokko, in Italië, in Griekenland, in Turkije gebeurt! Moesten wij bijvoorbeeld nu weten hoe de arbeiders in Italië hun strijd voeren tegen patroon en vakbond, dan zouden wij nu in onze staking al heel wat verder zijn en onze 15% misschien reeds veroverd hebben. Wij moeten eikaars strijd leren kennen. Dat is de onschatbare rijkdom van de arbeidersklasse: de arbeiders leren elkaars strijd kennen.

Solidariteit is op de tweede plaats: kontakt leggen en samenwerken me de arbeiders uit Ford, uit Philips, uit Keramo, uit Luik, uit Charleroi. Overal zullen er groepen ontstaan zoals Mijnwerkersmacht, Als die groepen mekaar leren kennen en samenwerken, hebben we: Arbeidersmacht !!!

Hoe ons organiseren?

We moeten een vaste kern van 20 a 30 Vlaamssprekenden hebben. Die bespreken alle problemen uit de put.
Die komen regelmatig bijeen.
Die maken pamfletten en teksten als het nodig is en die doen akties als het moet.
We moeten bij alle nationaliteiten een groep hebben die ook regelmatig vergadert.

Er moet een samenwerking zijn tussen de Belgen en de vreemdelingen.
We moeten soms vergaderingen hebben met afgevaardigden van de verschillende mijnen. We moeten alle mijnwerkers bereiken door pamfletten, teksten, blaadjes, bijeenkomsten.

We gaan een blad uitgeven: MijnWerkersMacht. De mijnwerkers zullen daarin zélf de problemen en de moeilijkheden in de verschillende putten neerschrijven. Er zullen ook artikels vertaald worden die geschreven zijn door de vreemde arbeiders over hun situatie en over de strijd in hun land.

II - Arbeidersmacht Ford Genk

Deel 1 - Hoe we de Fordstaking zijn begonnen

We laten de arbeiders van Ford zelf aan het woord: hoe is de staking bij Ford begonnen ?

"Eigenlijk zou iedereen wel iedere dag een staking willen beginnen in Ford. Het is immers een echte kazerne. Ge hebt er precies dezelfde rangen als in 't leger. Er is tucht en dwang precies als in 't leger".
"Wij moeten in feite om 6 uur beginnen te werken. Maar héél onze band is al aanwezig om 5. 30 uur om het materiaal in orde te brengen. Anders kunt ge de band niet volgen.
We krijgen maar een half uur om te eten, en dit half uur wordt niet betaald! Dat is dus in feite twee maal een half uur dat de patroon ons besteelt!''
"Op Ford zijt ge gedwongen om overuren te doen. Als ge weigert vliegt ge er uit".
"Officieel werken we nog altijd 42 uur. Verleden jaar heeft men een akkoord gemaakt we werken 41 uur en dan nog 1 uur dat beschouwd wordt als "overuur"! De patroon draait het zoals hij wil".
"We hebben een half uur om te eten. We kunnen niet naar de eetzaal want dat is 10 minuten ver. We moeten tussen de banden eten".
"Verleden jaar was ik in kategorie 7. Nu ben ik omhoog gegaan naar 8, maar ik verdien minder omdat er nu méér wordt afgetrokken aan lasten..."
"Bij ons was er verleden week nog geen sprake van een staking. Het ACV had wel op 27 januari zijn eisen bekend gemaakt maar ik geloof niet dat daar iemand iets van wist.
Als we de staking begonnen zijn, was het helemaal een wilde staking. Ze had niets te maken met de eisen van het ACV.

Er was iemand van ons die kontakt had met de studenten. Toen we begonnen staken stonden we met een 40 man in de hoek van de hall. De personeelchef kwam ons uitlachen en hij zei: "Ziet ge met hoevelen ge zijt? Ge kunt niets bereiken." Maar ik zei hem: Wacht maar, morgen komen we hier met honderden mannen, we zullen mijnwerkers meebrengen en studenten! We hebben die dag nog tesamen met de studenten onze eisen opgesteld."

Wij nemen hier het pamflet over waarop voor 't eerst de eisen van de arbeiders zelf vermeld staan.
Het werd uitgedeeld op maandag 2 februari.

FORDARBEIDERS !

Zonder te wachten op het verdere verloop der besprekingen tussen de Ford-direktie en de vakbonden zijn de Ford-arbeiders einde vorige week volledig in staking gegaan. Deze staking is begonnen door de arbeiders zelf en zonder de vakbonden. De Ford-dealers willen zelf hun aktie leiden voor de volgende eisen:

- Een zelfde  loonsverhoging  voor  alle  kategorieën van 15F zodat  onze  lonen  gelijk worden  aan  de  lonen van  Ford Antwerpen.
- De  40 urenweek nu  en  onmiddellijk.
- Een volledige 13e  maand: 10.000F eindejaarspremie voor  iedereen  die  al  een  jaar  werkt.
- Gelijk loon voor  vrouwen  en mannen, dit wil  zeggen: gelijk  loon  voor  gelijk  werk.
- Gelijke lonen voor  jongeren  en volwassenen.
- Afschaffing der overuren.

Donderdag en vrijdag werden stakers met geweld door de direktie vastgehouden gedurende meerdere uren. Sommige aktieve stakers werden door de rijkswacht uit de piketten gehaald en bij de personeelschef gebracht die hen meedeelde dat ze ontslagen zijn door de Ford. De rijkswacht arresteerde ook 23 arbeiders. Maar alle Ford-arbeiders staan solidair achter de ontslagen en gevangen genomen kameraden. Daarom stellen wij als zevende eis en voorwaarde tot onderhandelingen:

- De  intrekking van het ontslag der aktieve stakers; degarantie  dat geen afdankingen of overplaatsingen van  aktieve stakers in de toekomst zullen doorgaan; de onmiddelijke vrijlating van alle gearresteerde werkmakkers.

Waarom hebben de vakbonden zich uiteindelijk toch achter de staking gezet toen die eenmaal begonnen was door de arbeiders zonder aanvankelijke steun van de meeste délegués?

1. Omdat de vakbonden willen beletten dat de arbeiders - naar het voorbeeld van de mijnwerkers - zich organiseren om zelf de staking te leiden. De vakbonden willen ervoor zorgen dat deze staking onder kontrole komt. Ze willen er een syndikale
staking van maken zoals in 1968.. .

Maar wij weten reeds uit ervaring dat een staking van de syndikaten weinig resultaat oplevert.

2. De vakbonden willen zich als enige onderhandelaar namens de arbeiders opwerpen. Ze beschouwen de Ford-arbeiders als onbevoegd om hun eigen belangen te verdedigen. Dat zou leiden tot onderhandelingen tussen patroons en syndikaten waarbij de stakers iets te zeggen hebben.

Wij zeggen dat de aktieve stakers zelf de piketten moeten organiseren en moeten optreden als onderhandelaars met de patroons .

De stakers zelf kunnen best de belangen van de Ford-arbeiders gaan verdedigen. Zo zullen we allemaal tenminste weten wat er bij besprekingen bedisseld wordt

Tot slot roepen wij alle Ford-arbeiders op om zo talrijk mogelijk bij de piketten aanwezig te zijn. Wanneer de vakbonden aanraden thuis te blijven, zeggen wij: neen, aan de piketten moeten we sterk staan, aan de piketten wordt de staking gewonnen, aan de piketten - niet thuis - kunnen wij ons organiseren voor de strijd! !

Een groep van Ford-arbeiders en studenten.

We kunnen deze eisen die de arbeiders van Ford zelf hebben opgesteld, vergelijken met de eisen van de vakbond.

De vakbonden laten de belangrijkste eis wegvallen: de 40 uren en géén overuren. De vakbonden stellen een reeks eisen die de arbeiders niet interesseren, maar alléén voor de vakbond voordeel brengen. Eisen van het ACV:

- Invoering van de dertiende maand.
- Gelijkschakeling van de lonen met die van de automobielnijverheid te Antwerpen.
- Gratis reiskosten voor al de arbeiders.
- Voor de vrouwen afschaffing van de drie laagste loonklassen.
- Vaststellen van aanvangsloon voor de nieuwelingen.
- Jongeren die het werk doen van volwassenen vragen hetzelfde loon.
- Geen afdanking zonder inspraak van de syndikale delegatie.
- Het arbeidsreglement (zodra er een is), loonbarema en de klassifikatie moeten aan de arbeiders gegeven worden.
- Geen wijziging aan lonen en klassifikatie zonder akkoord van de syndikale delegatie.
- Geen verhoging in het arbeidsritme zonder akkoord van de syndikale delegatie .
- Aanpassing van het aantal syndikale afgevaardigden aan getalsterkte van de onderneming en de nodige kredieturen.

WOENSDAG 28 JANUARI

"De matrijzenmakers in de B-hall hebben het werk al neergelegd op woensdag 28 januari. Dat was op de middagpost. De eisen waren vooral: een dertiende maand eindejaarspremie en loonsopslag. Verder in de fabriek wist men helemaal niets van die staking."

DONDERDAG 29 JANUARI

"Op donderdag is de staking overgeslagen naar de rest van de fabriek. Er was een lijnverdeler (die rijdt met de wagentjes rond) die op zijn kar een tekst had geplakt: "WIJ STAKEN".

Ze hadden afgesproken dat alle lijnverdelers dit zouden doen, 15 man tesamen. Maar hij was de enige. Hij werd 3 uur lang opgesloten in de personeelsdienst. Een Italiaan die ging langs de P-6-lijn vertellen dat er gestaakt werd. Hij werd meer dan twee uur ondervraagd in de wachtzaal - met een mikrofoon achter het gordijn. "

"Om 15 uur staakte de Transit-kamionafdeling. Op dit ogenblik maken we 75 kamions per post. Deze week wou men overschakelen naar 83 kamions. Toen ging men onderhandelen. De personeelschef, de vakbonden en drie arbeiders. Maar de arbeiders werden in feite uitgelachen en men zei , dat "zij niet bevoegd waren om te onderhandelen. "Toen zij om 17 uur terugkwamen sloeg de staking over op de Chassis Transit. Om 19. 30 uur begon men ook bij de luxewagens. Wij gingen naar deze P-6-lijn en overtuigden de mensen om te staken. De ploegbaas (forreman) begonnen de band in beweging te zetten maar de arbeiders legden hem achter hun rug stil. De P-6-lijn maakt nu 640 wagens en deze week zou men overschakelen op 740."

VRIJDAG 30 JANUARI

Vrijdagmorgen was de staking algemeen. De arbeiders hadden zelf piketten georganiseerd. Eén van de drie mannen die de vorige dag waren gaan onderhandelen, werd door vier rijkswachters uit de piketten gesleurd en binnen de poort gebracht. Daar zei men hem dat hij buiten lag.

Vrijdagmorgen stond de rijkswacht al aan de fabriek, 's Middags reden vele tientallen rijkswacht-auto's naar de Ford. Tweeduizend arbeiders stonden langs de weg om bussen tegen te houden. De rijkswacht trad zeer brutaal op. De gendarmen schoten traangasgranaten af. De arbeiders gooiden met stenen en verscheidene bussen werden buiten werking gesteld. De arbeiders werden in de velden gejaagd. Het treffen tussen de rijkswacht en de 2.000 arbeiders duurde twee uur.

De rijkswacht trad veel gewelddadiger op dan aan de mijnen. Ze beschermen de "moderne" kapitalisten op een "moderne" manier. Een poolse arbeider die uit de koncentratiekampen is gekomen zei: "De belgische gendarmen beginnen helemaal de manieren te krijgen van  de duitse Gestapo." Drieentwintig arbeiders werden gearresteerd.

Het ACV en ABW zijn bang dat de arbeiders in de uiterst explosieve Fordfabriek uit de hand gaan lopen. Ze willen alles doen om de aktie van de arbeiders weer in hun greep te krijgen. Ze "erkennen" de staking en ... sturen iedereen zo gauw mogelijk naar huis. Er worden geen piketten georganiseerd, er wordt niet gediskussiëerd met de arbeiders over hun eisen, de bussen worden niet tegengehouden. W

Vanaf de eerste "officiële" stakingsdag laten de vakbonden de boel verrotten. Het wordt weer een slappe, flauwe, ongeorganiseerde staking. De arbeiders hebben niets meer te maken met de staking: de vakbonden onderhandelen met de patroon ... om hun macht in de fabriek te vergroten.

MAANDAG 2 FEBRUARI

's Morgens worden een zevental studenten van Mijnwerkersmacht aangehouden Het ministerie van binnenlandse zaken heeft aan de rijkswacht bevel gegeven alle studenten voor de Fordfabriek aan te houden. Vele arbeiders zijn verontwaardigd over deze fascistenmethode.  Ze zeggen: "De vakbonden hebben ons sinds lang verkocht. De arbeiders staan alleen. We zijn zeer blij dat de studenten ons komen helpen want zij kunnen beter teksten opstellen, spreken en organiseren. De studenten hebben dus niet het recht om mee te strijden voor de belangen van de arbeiders???" 

Maandagmiddag. Tweeduizend arbeiders worden opnieuw brutaal in de velden gejaagd door de rijkswacht. Er is een helikopter van de rijkswacht die de operaties vanuit de lucht leidt. Vanuit de helikopter wordt met traangas geschoten op, de stakende arbeiders.

WOENSDAG, DONDERDAG EN VRIJDAG 4,  5 en 6 FEBRUARI

Op verscheidene plaatsen komen groepen Ford-arbeiders bijeen. Ze willen zich niet meer laten misbruiken door de vakbonden. Er wordt zeer veel gediskussiëerd over een eigen organisatie van de arbeiders zelf: arbeidersmacht ! Vele mensen herinneren zich nog de "grote staking" van 1968. De vakbonden hadden van deze staking een klucht gemaakt. De arbeiders weten dat de vakbonden weer precies hetzelfde spel spelen.  Ze willen niet dat dit in de toekomst zo blijft. Allen zeggen ze: in het vervolg gaan wij zelf aktie voeren wanneer wij het willen. En we gaan de eisen opstellen die wij willen verwezenlijken.

Deel 2 - Koolmijnen en Ford-Genk

DEZELFDE UITBUITING

De mijnwerkers hebben zich 25 jaar lang stil gehouden onder de voet van de patroon en het syndikaat. Sinds 25 jaar stapelt de woede zich op in de mijnen tegen de patroon en de syndikaten. De mijnwerkers zijn 5 weken geleden in opstand gekomen tegen de uitbuiting: zij leveren een prachtige strijd waarnaar heel de belgische en europese arbeidersklasse opkijkt!

Vele mijnwerkers hebben familieleden die in Ford werken. Vele Fordarbeiders hebben vroeger in de put gewerkt. Sommige mijnwerkers zijn weggelopen uit Ford.

De patroon van de mijnen heet: Société Général. De Société Général heeft de belangrijkste fabrieken van België in zijn macht (Sidmar, Cockerill-Ougrêe, textiel enz...). De patroon zegt: "De mijnen zijn een verouderde sektor. Die brengt bijna geen winst meer op. De regering moet ons  voldoende financiën geven, anders kunnen wij patroons die oude sektoren niet meer levend houden. " Sinds de oorlog heeft de regering al meer dan 100 miljard cadeau gegeven aan de Société Général!"

De patroon van Ford-Genk heet: Ford International. Hij is één van de grootste kapitalisten ter wereld. De patroon zegt: 'Mijn fabrieken zijn uiterst modern. Zij brengen werkgelegenheid en voorspoed. De regering moet ons voldoende  financiën geven, als zij onze fabriek in België wil krijgen. " Sinds de oprichting heeft de regering al meer dan 10 miljard gegeven aan Ford-Genk.

"Oude" of  "moderne" sektoren. Ze gebruiken alleen maar een verschillende uitleg voor hetzelfde   doel. De patroons  gebruiken de regering en de staat om miljarden op zak te steken!

"Oude" of  "moderne" sektoren. De patroon blijft  overal dezelfde. Hij kan zijn winsten maar vermeerderen door meer uit de  arbeiders te persen.

Wat voor arbeiders wil de patroon ? Hij wil arbeiders die zich gewillig laten uitpersen. In de mijnen dwingt hij de arbeiders aan een hongerloon te werken. Op allerlei manieren slaagt hij erin iets van het loon te stelen. Hij dwingt de arbeiders tot lastig en ongezond werk. Talrijke "arbeidsongevallen" vermoorden de arbeiders. In de mijnen dwingt hij de arbeiders aan een beestachtig ritme te werken, hij laat hen kontroleren door een soort fabriekspolitie, hij perst het laatste uit de arbeiders in de talrijke overuren.

De regering, de patroons en de vakbond: zij maken veel tamtam rond de zogezegde "moderne" en de zogezegde "oude" sektoren. Voor ons, arbeiders uit de mijnen en uit Ford, staat één feit vast: het is dezelfde patroon, het is dezelfde uitbuiting.

DEZELFDE VAKBOND

De vakbond heeft de mijnwerkers 4 weken laten uithongeren. Op radio en TV hebben de syndikaten gezegd: de mijnwerkers moeten opnieuw aan het werk! ! Steeds hebben zij de patroons beschermd en de arbeiders aangevallen.

In Ford willen de vakbonden presies hetzelfde. Maar ze proberen een slimmere werkwijze te volgen! De bandieten van het syndikaat hebben de lessen getrokken uit de mijnstaking! Ze proberen slimmer te spelen!

Toen de arbeiders met 150 man de staking begonnen, kwamen de delegees hen in het gezicht uitlachen. Een delegee wou een arbeider met een schaar te lijf gaan ... Maar een dag nadien hebben ze de staking "erkend". Waarom?

Ze willen ten alle prijzen voorkomen dat de arbeiders zelf hun staking gaan leiden ! Ze willen verhinderen dat de arbeiders zichzelf gaan organiseren !

Daarom stellen de vakbonden zich zo vlug aan 'het hoofd" van de staking! De  vakbonden willen verder  voorkomen dat de   arbeiders zelf hun eisen zouden opstellen en zouden onderhandelen. Voor de vakbonden zijn de arbeiders "onbevoegd"!

De vakbonden zijn zo snel bij de staking omdat zij de enigen willen zijn om te onderhandelen. Iedereen weet wat dat wil zeggen: geheime manoeuvers, lang aanslepende manoeuvers, onnozele resultaten !

DE VAKBOND WORDT MEER EN MEER . . . EEN PATROON !

Voor de grote kapitalisten komt het erop aan om op dit ogenblik de bestaande machtsstruktuur te behouden. Wat is deze "machtsstruktuur" voor de patroon? De patroon beslist hoeveel er zal geihvesteerd worden en waar. De patroon beslist hoe hij zijn kapitaal zal doen toenemen. De patroon beslist over de grootst mogelijke uitpersing in de fabriek. Wat is deze "machtsstruktuur" voor de arbeidersklasse?

Wij moeten vrede nemen met een lager loon - en we moeten ons dan nog laten bestelen .

Wij moeten vrede nemen met een beestachtig ritme. We moeten er vrede mee nemen dat onze zenuwemen onze gezondheid kapot gemaakt worden.

We moeten er vrede mee nemen dat de patroon ons aan de deur zet als we onze mond open doen.

Op dit ogenblik dient het syndikaat ertoe om deze machtsstruktuur in stand te houden. Om zijn almacht te behouden, is de patroon verplicht een klein deeltje van zijn macht af te staan aan de vakbond.

Op nationaal vlak staat het patronaat een deeltje van zijn macht af aan het syndikaat. Patronaat en syndikaat beslissen tesamen over de vooruitgang van de "winsten" en over de toename van de uitbuiting.

In "nationale akkoorden" en in "kollektive konventies" regelen de patroons en de vakbonden tesamen de uitbuiting in de fabrieken. Mannen van het patronaat (Snoy d'Oppurs) en mannen van het syndikaat (Major) zitten hand in hand in de regering. Dagelijks zitten patroons en vakbonden tesamen in "gemengde kommissies".

Op het vlak van de fabriek staat de patroon een deeltje van zijn macht af aan het syndikaat. In ruil daarvoor moet het syndikaat instaan voor de orde en de rust in de fabriek.

De syndikaten worden verklikkers en spionnen voor de patroon. De syndicaten worden een speciaal soort "fabriekspolitie" die de arbeiders in toom houdt. De syndikaten worden helpers van de patroon in hun eindeloze, flauwe "verzoeningspogingen en onderhandelingen".

De vakbond is  een kleine patroon geworden in  dienst van de grote patroon. De vakbond is een kleine  patroon die  de  arbeiders moet kontroleren en onder de knie houden.

WAARVOOR ZE DE "GOEDE DELEGEES" GEBRUIKEN!

Op nationaal vlak zijn de patroons overtuigd: de vakbonden bewijzen goede diensten aan het patronaat. Cappuyns, voorzitter van het Vlaams Ekonomisch Verbond (patroons) zegt op het Kongres van het Vlaams Ekonomisch Verbond in 1965: "Het patronaat verlangt machtige en representatieve vakbonden voor zich te zien, die gedisciplineerd zijn en die erkende en geldige gesprekspartners zijn, om met het patronaat te diskussiëren."

De patroons hebben begrepen: het syndikaat dat vroeger een vijand was, is nu een vriend geworden. Het syndikaat dat vroeger voor de arbeiders streed, is nu een nuttig instrument geworden voor de patroon!

De grote amerikaanse kapitalisten zijn ons land sinds een tiental jaar aan het "koloniseren". Ze zetten hier hun fabrieken en laten de "inlandse bevolking" zwoegen en zweten.

Deze "grote Amerikanen" dulden echter niet de minste weerstand van de 'Inlandse bevolking". Ze eisen blinde volgzaamheid.  Zij alleen zijn de onbetwiste meesters ...

Daarom willen zij ook helemaal niets weten van de syndikaten. De Ford-direktie wil ook de syndikaten zoveel mogelijk de mond snoeren. Dat brengt natuurlijk spanningen mee. Het syndikaat reageert: "De Ford-direktie is ondankbaar. Ze begrijpt niet dat wij het goed met hen voorhebben. Wij hebben toch in alle belgische fabrieken bewezen dat wij zeer nuttig kunnen zijn voor de patroon. Dit is echt het best voor de patroon: als de patroon en het syndikaat tesamen de fabriek leiden, dan blijft alles rustig en is de "vooruitgang" gewaarborgd .. .'

De syndikaten zijn dus verontwaardigd omdat de Ford-direktie hun diensten zo weinig waardeert. Zij zullen daarom bewijzen dat zij, de syndikaten, onmisbaar zijn voor de patroon.

Dat is de reden waarom zij toelaten dat er een paar 'goede" delegees komen bij ACV en ABW die werkelijk hard tegen de patroon vechten. Dat is de reden waarom die vakbonden meer "strijdbaar" zijn bij Ford-Genk dan in de mijnen. In de mijnen hebben de syndikaten hun doel bereikt: zij zijn de kleine patroon die hand in hand loopt met de grote patroon.

In Ford-Genk moeten de syndikaten hun "positie" van kleine patroon nog afdwingen; daarvoor gebruiken ze de strijd van de arbeiders en de strijd van een paar goede delegees. Ze gebruiken de strijd van de arbeiders alleen en uitsluitend met dit  doel:  hun macht van kleine patroon te vestigen

Deel 3 - De eisen van de vakbond -  De trouwe helper van de patroon

1. De vakbonden zijn de "enige bevoegde gesprekspartners"

Het ABVV heeft zaterdag 31 januari de "wilde staking" erkend. Maar het heeft dlrekt verklaard aan de pers: "Het ABVV benadrukt met klem dat de syndikaten de enige bevoegde gesprekpartners zijn voor de verdediging van de belangen van de arbeiders. "

De vakbonden willen verhinderen dat de arbeiders zelf eisen opstellen en zich autonoom organiseren om die eisen zelf aan de patroon voor te leggen. De vakbond wil onderhandelen op zijn manier: traag, geheim, en altijd bereid om te verzoenen en de arbeiders te verkopen.

Zo wil de vakbond zijn doel bereiken: de patroon zal weldra inzien dat de vakbond nuttig is voor de orde en de tucht en dus   ... de  winst in zijn  fabriek: "Het is best voor mij dat ik samenwerk met de vakbonden. Anders gaan de arbeiders zichzelf organiseren en dagelijks op onverwachte momenten de strijd beginnen. Ik doe er voordeel bij de syndikaten wat meer macht te geven in de fabriek. De syndikaten zullen dan zelf de meest aktieve arbeiders aanduiden om ze buiten te gooien. Het beste is dat ik een beetje van mijn almacht afsta aan de syndikaten. De syndikaten kunnen de arbeiders dan veel beter in de greep houden dan ikzelf. Dat is de betekenis van de eerste eis van de vakbond: de syndikaten zijn de "enige bevoegde gesprekspartners".

2. De vakbonden vragen:  "Geen  verhoging  van het  arbeidsritme zonder akkoord van de syndikale delegatie."

Het arbeidsritme maakt vele arbeiders zenuwziek en kapot bij Ford. Wat moeten we doen?

Het ritme breken ! Zelf per band en per atelier het ritme breken !  Schokstakingen houden per band, per afdeling en per hal tegen het beestachtig ritme. Zelf bepalen: zoveel wagens doen we en geen één meer!

De arbeiders moeten zelf direkt beslissen en aktie voeren tegen de dwingelandij! Het syndikaat voelt dat aankomen : de arbeiders gaan zelf hun zaken in handen nemen. Het syndikaat is een hoer: ze gaat zich verkopen aan de patroon. Het syndikaat zegt aan de patroon: "Laten wij samen het ritme bepalen. Nu perst ge het maximum uit de arbeiders. Maar dat is niet slim. De arbeiders gaan in opstand komen. Laten we tesamen het ritme bepalen en het een beetje minder snel maken. Dan zullen wij, syndikaten, ervoor zorgen dat er geen één arbeider nog durft of nog kan in opstand komen tegen U."

Dat is de betekenis van de tweede eis van de vakbond: "Geen verhoging van het arbeidsritme zonder akkoord van de syndikale delegatie."

3. De vakbonden vragen: "Geen  wijziging aan lonen en klassifikatie zonder akkoord van de syndikale delegatie."

Daar hebt ge de kleine patroon: "Sta ons een beetje van uw almacht af, en wij worden uw meest trouwe dienaar", zo maakt de vakbond een afspraak met de patroon. De vakbond wil tesamen met de patroon, het loon en de klassifikatie van de arbeiders bepalen. De syndikaten willen mede bepalen op welke manier de patroon de arbeiders zal uitbuiten en verdelen.

Wat kan de patroon beter dromen ? De syndikaten geven "hun" zegen over onze lonen en over onze klassifikatie. Als er dan nog eens iemand van ons, onbevoegde arbeiders, zijn mond durft opendoen, zal het syndikaat de eerste zijn om die "ondankbare oproerkraaier" buiten te gooien.

De syndikaten worden de stem van de patroon. Wat zegt de stem van de arbeiders? Over de lonen: een loonsopslag van 15 frank per uur voor iedereen. Een grote loonsopslag en een gelijke loonsopslag: zo wordt het loonsverschil niet groter. We weten dat de patroon altijd verschillende loonsopslag geeft om ons verdeeld te houden. Gelijke loonsopslag is eenheid van de  arbeiders tegen de patroon! Over de klassifikatie: schaf alle klassifikaties af die ons nodeloos verdelen. De patroons hebben een heel ingewikkeld systeem van klassen uitgewerkt om de arbeiders te verdelen en ze op die manier beter uit te buiten! 

Dat is de betekenis van de derde eis van de vakbond: "Geen wijziging van lonen en klassifikatie zonder akkoord van de syndikale delegatie."

4. De vakbonden vragen: "Geen afdanking zonder inspraak van de syndikale  delegatie."

Wij weten allemaal om welke redenen Ford de arbeiders pest en aan de deur zet. Een arbeider die aktief was geweest bij het begin van de staking werd vrijdag 30 januari door 4 gendarmen uit het piket gesleurd.  Ze sleepten hem binnen de fabriek en daar werd hem gezegd: "Ge zijt ontslagen".

Iedereen die zich verzet tegen de uitbuiting en de dwingelandij van Ford, wordt er uitgegooid. Iedereen die zijn mede-arbeiders helpt om gezamenlijk het verzet te organiseren tegen de patroon, wordt buiten gezwierd.

Daartegen bestaat maar één geneesmiddel: de direkte solidariteit van  de arbeiders. Onze reaktie zal duidelijk zijn: we leggen de band stil, we leggen het atelier stil. In de automobielfabriek FIAT in Italië gooide de patroon 150 arbeiders buiten die samen met studenten werkten in de groep " Lutta continuita" (de strijd gaat voort). Reaktie? De arbeiders legden de ene band na de andere stil. Tot de arbeiders terug waren aangenomen op dezelfde plaats.

De direkte solidariteit van alle arbeiders: dat is het enige wapen tegen afdanking, daaraan moeten we allemaal samen werken.

Het syndikaat wil ons dat wapen uit de handen trekken'. Deze heren willen mede hun zegen geven als een van onze aktieve kameraden aan de deur wordt gezet. Een prachtig aanbod van de patroon. De patroon zal deze hulp van de syndikaten niet weigeren.

De grote patroon en de kleine patroon, het syndikaat, gaan samen beslissen wie ze gaan afdanken. Gezamenlijk gaan ze de arbeiders aanpakken die voor hun rechten durven vechten; die weigeren de nek te buigen onder de uitpersing van de patroon, die hun kameraden helpen om gezamenlijk de uitbuiting te bekampen. Ze gaan die aan de deur zetten als 'onruststokers" en als "slechte werkers". En het syndikaat zal ervoor zorgen dat er niet één arbeider solidair durft te zijn en het werk neer durft te leggen voor zijn kameraad.

Dat is de betekenis van de vierde eis van de vakbond: "Geen afdanking zonder inspraak van de syndikale delegatie".

Na deze vier "eisen" van de vakbonden bekeken te hebben, zien we duidelijk: de vakbond wil een deeltje van de macht van de  patroon voor zichzelf  veroveren. Daarvoor vecht de vakbond. De vakbond wil een kleine patroon worden.

De vakbond wil er de patroon van overtuigen: in de vakbond vindt U de beste helper om de arbeiders onder de knie te houden.

5. De vakbond is een kleine patroon: nationale akkoorden en kollektieve konventies.

We hebben uitgelegd hoe de vakbond helemaal is verweven met het patronaat. De vakbond aanvaardt de bestaande uitbuiting in de fabrieken. Meer nog: de vakbond helpt de bestaande uitbuiting beter organiseren. De vakbonden en de patroons stellen tesamen teksten op over de manier waarop de arbeiders zullen worden uitgebuit'.

We citeren eerst: Protokol voor Nationaal Akkoord van 10 februari 1969. Ondertekend door: E.Sirleraut, secretaris Algemene Centrale van de liberale vakbonden; R.Javaux, alg. secr. Christ. Centrale van metaalbewerkers van België (ACV); R.van de Perre, adj. alg. secr. Centrale van metaalbewerkers van België (ABVV): Baron van der Rest, voor het komitee van de Staal nijverheid van België (patronaat)

De vakbonden en de patroons schrijven tesamen op de eerste bladzijde: "Met het oog op het regelen van de evolutie van het  geheel van de arbeidsvoorwaarden in alle bedrijven in een sfeer van orde en van sociale  vrede past het een nieuw akkoord van sociale programmatie te sluiten. De patronale en syndikale Beroepsorganisaties van de staalindustrie, vertegenwoordigd door hun afgevaardigden in de Nationale Paritaire Commissie voor de staalindustrie, hebben het volgende besloten".

Dit leest men op de eerste pagina: de patroons en de syndikaten willen het geheel van de arbeidsvoorwaarden regelen in "orde en sociale vrede".

De vakbonden en de patroons schrijven samen op de tweede bladzijde: "Zij zijn van mening dat de versteviging van de sociale verworvenheden uit het verleden en van de perspektieven van sociale vooruitgang voor de toekomst, voor de bedrijven de noodzaak meebrengen dat zij systematisch zoeken hoe hun aktiviteiten op de meest produktieve manier georganiseerd kunnen worden." Dit leest men op de tweede pagina: de patroons en de syndikaten willen zoeken hoe de arbeiders "op de meest produktieve manier" kunnen uitgebuit worden.

De vakbonden schrijven tesamen op de derde bladzijde: "De sociale partners (vakbond en patroon) in de bedrijven worden uitgenodigd om in deze geest de voorstellen te onderzoeken die als doel hebben de  organisatie van de arbeid aan te passen aan de technische noodwendigheden die worden meegebracht door de optimale aanwending van het materiaal: de kosten van dit materiaal worden steeds hoger en de vernieuwing van het materiaal volgt een steeds sneller ritme.

Hier ziet men werkelijk hoe de vakbond slaaf is geworden van de patroon. De grote patroons beschikken op dit moment over fabrieken die vele miljarden kosten. Deze enorme reuzebedrijven voeren tegen elkaar een strijd op leven en dood (Ford tegen General Motors en tegen Fiat...). Het is een strijd die zich op heel de wereld afspeelt, want in alle landen hebben deze reuzebedrijven hun belangen .

Neem nu bijvoorbeeld aan dat Ford een nieuwe uitvinding doet of een nieuwe techniek vindt. Daarmee kan Ford goedkoper produceren. Zolang General Motors deze techniek nog niet heeft overgenomen kan Ford ekstra grote winsten maken. Daarom zal Ford op zo'n moment de arbeiders tot het uiterste opjagen om er toch maar het maksimum uit te persen. De band gaat sneller, het ritme wordt meer geforceerd. De arbeider wordt gedwongen meer bewerkingen te doen in dezelfde tijd. De arbeider wordt gedwongen op zaterdag en zondag en op feestdagen te werken, het nachtwerk wordt ingevoerd en uitgebreid, het werk wordt nog eentoniger en eenvoudiger en dus... sneller gemaakt.

Dit alles noemen wij: de uitbuiting wordt nog intenser gemaakt.
De patroon en de vakbonden noemen dat "de organisatie van de arbeid wordt aangepast"

Wij hebben hierboven de tekst uit het nationaal akkoord tussen patroon en vakbonden weergegeven. De vakbonden vinden het natuurlijk dat de patroon de uitbuiting scherper en dieper maakt. Ze ondertekenen een nationaal akkoord waarin dit wordt "aangekondigd".

Wanneer men deze teksten goed heeft bekeken, dan begrijpt men: de vakbonden gaan helemaal akkoord met de uitbuiting door de patroons. De vakbonden zijn zelf kleine patroons geworden. Als ze dan toch nog een beroep doen op de strijd van de arbeiders, dan is dit om hun eigen macht te vermeerderen'.

Het zal nu wel niemand verwonderen, dat de grote patroon een "beloning" wil geven aan zijn trouwe helper, de vakbond.
Dat hebben ze dan ook snel gedaan'.
Op dezelfde 10e februari 1969 ondertekenden de vakbonden en de patroons een "Kollektieve konventie betreffende de syndikale waarborgen in de staalnijverheid".

De patroons lieten dit dokument opnieuw ondertekenen door baron van der Rest.

We lezen op bladzijde drie: "Artikel 4. In ruil voor het respekteren door de syndikale organisaties en door hun vertegenwoordigers op alle niveaus, van de verplichtingen die zij hebben onderschreven in de artikels 1 tot 3, zal het Comité van de Belglese Staalnijverheid (=patronaat) na elk trimester een bijdrage storten die overeenkomt met 0, 5% van de bruto-lonen die door de betrokken bedrijven worden aangegeven aan het RMZ. Deze storting zal gebeuren op een intersyndikale rekening.

Artikel 5. Deze bijdrage wordt verminderd wanneer zich  een totale of gedeeltelijke staking voordoet in een bedrijf.

Artikel 6. ïn geval van een wilde werkonderbreking is artikel 5 niet van toepassing (...). In zo'n geval zullen de syndikale organisaties en hun délégués alles in het werk stellen om het werk zo snel mogelijk te doen hernemen"

Zo kan iedere arbeider zwart op wit lezen hoe de vakbonden hem verkopen. De vakbonden zijn de betaalde knechten van de patroon geworden. Ze moeten er voor zorgen dat ze de arbeiders in bedwang houden, dat ze hen kontroleren en de mond snoeren.

Deel 4 - Wat te doen? - De strijd van de arbeiders tegen de patroon en de vakbond

We zien hoe de patroons en de vakbonden sinds tientallen jaren front vormen om de arbeiders in de fabrieken de mond te snoeren. Wat kunnen de arbeiders doen tegen dit front?

We kunnen hier iets leren van onze italiaanse kameraden.
De arbeiders van de italiaanse autofabriek Fiat hebben sinds meerdere jaren de strijd aangebonden tegen de patroon en de vakbond.

I. Ons wapen: de direkte aktie.

De italiaanse arbeiders zeggen: "Over het ritme kun je niet 'onderhandelen', het ritme moet je breken". Band per band en atelier per atelier hebben zij aktiés uitgedacht om het ritme te breken, om de produktie een paar uur stil  te leggen, om zelf te bepalen hoeveel wagens ze willen produceren per dag.

Ze zeggen: "We spreken af met andere ateliers om elk een paar uur per dag te staken. Wij staken bijvoorbeeld van 6 tot 8, een ander atelier van 8 tot 11 enzovoort. We maken van die wilde stakingen gebruik om twee uur onder elkaar te diskuteren. We leren onze eigen kracht kennen. De patroons en de vakbonden beginnen te beven". Als een arbeider door de patroon wordt ontslagen omdat hij voor zijn rechten durft op te komen, ligt meteen het hele atelier stil.

De direkte aktie van de arbeiders, band per band en atelier per atelier. Dat is het wapen van de arbeidersklasse.

II. Vechten voor onze eigen eisen.

We moeten ons niet langer laten lijmen door de vakbonden die ons allerlei 'eisen' in de schoenen schuiven.
Laten wij zelf onze eisen naar voren brengen die werkelijk de belangen van de arbeidersklasse omvatten.

1. Loonsverhoging.

De arbeiders van Ford-Genk eisen een loonsverhoging van 15F. per  uur. De patroons en de regering hebben er alle belang bij om de arbeiders gescheiden te houden: hoe meer de arbeiders gescheiden zijn, hoe meer zij weerloos staan tegenover de uitbuiting. De patroon profiteert van het vroegere verschil tussen Limburg en Antwerpen. De patroon houdt dit verschil in stand. De patroon perst de arbeiders van Ford-Antwerpen uit, maar ons, arbeiders van Ford-Genk, perst hij nog eens extra uit.15F   voor iedereen: de loonsopslag moet gelijk zijn voor iedereen.

De patroon zou natuurlijk liever 20F. geven aan de ene arbeider en 5F aan de andere. Als de patroon loonsverhoging moet toestaan, dan probeert hij daar nog van te profiteren door ons te verdelen en op die manier zwakker te maken.

2. 40 uren nu en onmiddellijk.

De patroon wil dat de arbeiders zo lang ter beschikking staan als hij zelf wil. De patroon dwingt ons in een beestachtig ritme te werken en hij wil ons zo lang mogelijk aan het werk houden om zoveel mogelijk uit ons te persen. De patroon maakt onze zenuwen en onze gezondheid kapot. Wij eisen de 40 uren nu en onmiddellijk.

3. Geen overuren.

De 40 uren vragen en tegelijkertijd toelaten dat we overuren maken is zinloos. Overuren zijn zo gezegd vrijwillig, maar als je ze niet maakt vlieg je buiten. Dit is totaal natuurlijk, want dit is de wet van de patroon: wanneer het winst oplevert, wil de patroon zijn arbeiders zo lang uitpersen als hij dat verlangt. De patroon kan toestaan dat we 40 uren werken. Maar als zijn zaken dat eisen, zal hij 45 of 46 uren uit ons persen. Dat moeten we weigeren. Wij weigeren als trekvee gebruikt te worden zoals de patroon het goedvindt.

We moeten zelf een grens stellen aan de uitbuiting, en de patroon het recht weigeren die  40 uren te overschrijden.
Als er arbeiders zijn die met 40 uren niet kunnen leven, wat dan? Dan moeten we een hoger loon vragen!
Dat is de wil van de patroons: ons zo lang mogelijk doen werken, voor een zo laag mogelijk loon, om ons zo te verplichten om nog meer te werken.

Daarom hangen de drie eisen van de arbeidersklasse samen: deze drie eisen gaan tesamen en kunnen niet gescheiden worden!

We eisen 40 uren!
We laten ons niet meer uitpersen in de overuren!
We eisen een hoog loon, zodat we met 40 uren goed kunnen leven!

4. Eindejaars-premie.

Vele fabrieken geven een eindejaarspremie. We moeten dit zien als een deel van ons loon dat we maar krijgen op het einde van het jaar. Maar dit deel van ons loon moeten we opeisen, nu en onmiddellijk!

10.000 F. eindejaarspremie voor iedereen die al één jaar werkt.

5. Gelijk loon voor gelijk werk.

De wet van de patroon is onveranderlijk: zo veel mogelijk uit de arbeiders persen en daar zo weinig mogelijk voor betalen.
Alle verdelingen, alle verschillen worden gebruikt door de patroon om ons meer uit te persen en om ons minder te betalen.
Waarom krijgen sommige vrouwen 12F. per uur minder voor hetzelfde werk als dat van de mannen? Omdat de patroon het verschil tussen mannen en vrouwen gebruikt om ons meer uit te persen en minder te betalen!

Waarom krijgt een jongere van 18 jaar minder loon voor hetzelfde werk als een arbeider van 22 jaar? Omdat de patroon het verschil in leeftijd gebruikt om ons meer uit te persen en minder te betalen!

6. Weg met de klassifikaties.

Sinds vele jaren hebben de patroons hun methoden op punt gesteld om ons te verdelen in klassen.

Honderd en een voorwendsels worden gebruikt om ons in verschillende groepen te verdelen, om de een tegen de ander op te zetten, om wedijver en jaloersheid tussen de arbeiders te kweken. Dat is de eeuwige zorg van de patroon: de arbeiders scheiden in groepen, de groepen scheiden in individuen.

Een individu of een kleine groep kun je gemakkelijker minder betalen, kun je beter bestelen!
De klassifikaties dienen om ons te verdelen, om ons loon laag te  houden, om ons te bestelen!               
De klassifikatie is alleen nuttig voor de patroon.
De arbeiders willen solidariteit en gelijkheid.
Weg met de klassifikaties !
Laten we beginnen met de afschaffing van de laagste klassen!

III. Laten we  ons  organiseren!

De mijnwerkers hebben nu al meer dan vier weken gevochten tegen de patroon en de vakbond.
Ze steunen alleen op hun eigen kracht.
In het begin zeiden vele mijnwerkers: wij, gewone mijnwerkers gaan die strijd niet aan.
Maar diezelfde mijnwerkers zien nu dat ze alleen op zichzelf moeten steunen, dat de arbeidersklasse wonderen kan verrichten als ze in zichzelf gelooft.
De mijnwerkers hebben een eigen organisatie gemaakt om de strijd verder te zetten tegen de patroon en de vakbond.
Deze organisatie heet Mijnwerkersmacht.

We moeten ons in de Ford ook op die manier gaan organiseren, en alleen op onze eigen kracht steunen.

We moeten ons organiseren voor de wilde, direkte akties aan de band en in het atelier! We organiseren ons voor de dagelijkse strijd binnen de fabriek. Een staking waarbij iedereen buiten de fabriek blijft is minder interessant.
We moeten leren vechten binnen de fabriek, binnen het atelier: daar kunnen we de patroon treffen en daar kunnen we ook met onze kameraden diskuteren, plannen maken en organiseren.
We moeten ons organiseren om zelf onze eisen op te stellen, uit te werken en te verdedigen.  
We willen niet meer in de greep van de vakbonden terugvallen.

Terwijl wij deze tekst schrijven, bereikt ons een uiterst belangrijk bericht: Ward Bosmans, zeven jaar lang verantwoordelijk voor de vorming en de informatie in de Kristelijke Centrale der Metaalbewerkers van het ACV, is ontslagen! Hij was iemand van de 'harde kern' van de metaalcentrale: hij zei dat de vakbond helemaal was ingeschakeld in het 'systeem van de patroon'. De laatste dagen was hij aktief geweest om de arbeiders van Ford te steunen. Daarom heeft het ACV hem nu buiten gegooid!! !

Zo is nogmaals bewezen: de vakbond schakelt iedereen uit die de arbeiders verdedigt, zonder medelijden.

Zelfs Ward Bosmans die al 'hoog' in Brussel zat, werd niet gespaard. We moeten de vakbond zonder aarzelen ontmaskeren:  de vakbond wordt de gendarm van de patroon!

Er zijn mensen die jarenlang beweerd hebben dat we de vakbond moeten 'beter' maken, moeten 'demokratiseren', moeten 'heroveren'. Ward Bosmans dacht zo.

We mogen de arbeiders echter geen valse dingen wijsmaken: men kan de vakbond niet 'beter' maken, omdat de vakbond in dienst staat van de patroon. De vakbond kan alleen leren hoe hij de patroon 'beter' kan dienen en verdedigen.

Wat gebeurt er met een goeie délégué in de vakbond?

Hij wordt uitgelachen, zwart gemaakt en buitengesmeten. Of er is nog een mogelijkheid: hij wordt zelf rot en gaat meespelen in het spel van de vakbond. We moeten de vakbond laten zitten waar hij zit: bij de patroon. We moeten op onze eigen kracht  gaan steunen en zelf ons lot in handen nemen. Wij weigeren de slaven te zijn  van de patroon en de vakbond. Wij willen  vrij   zijn en ons lot in eigen handen nemen

Op een vergadering van Ford-arbeiders in Zwartberg werd daarover het volgende gezegd:

"In de fabriek zelf kunnen we geen kontakt hebben met mekaar. Ge moogt niet al te ver van uw plaats gaan of men vraagt u: wat doet ge hier? Ge kunt niet met mekaar spreken van het lawaai. We kennen de mensen niet die in dezelfde hall werken.

We zouden buiten de fabriek, na het werk bijeen moeten komen. We moeten kernen organiseren in de fabriek zelf waar de mensen op mekaar kunnen vertrouwen.

We hebben hier de vlag van MijnWerkerMacht: een witte vlag met een zwarte vuist.
Zo moet het zijn: alle arbeiders tesamen als de vingers van een vuist.
Belgen, Marokkanen, Italianen: alle arbeiders tesamen. De mijnen, Ford en Philips: alle arbeiders tesamen. Dat moet worden ArbeidersMacht!
We moeten bijeen komen buiten de fabriek en ons zeer stevig organiseren. Dat moet in alle fabrieken gebeuren en dan zal de hele arbeidersklasse één zijn: ArbeidersMacht.

We moeten er alle politieke partijen buiten houden: CVP, VU, PVV, BSP en KP: het zijn allemaal dezelfden, ze hebben allemaal afgedaan. We moeten iets totaal nieuw hebben dat van de arbeiders is en waaraan studenten kunnen helpen:

ARBEIDERSMACHT.