Toespraak van PvdA-voorzitter Ludo
Martens op het 1 Meifeest 1996
Inhoud
-
Het kapitalisme drijft de wereld naar de catastrofe
-
De SP is nodig voor sociale afbraak en fascisering
-
De ware geschiedenis van de Socialistische Partij
-
Het socialisme van Marx
-
De enige partij in dienst van de strijd van de werkers
Noten
1 mei is niet van de sociaal-democratie.
1 mei kan niet van een partij zijn die een programma heeft dat oproept om
het 'egoïsme' van de arbeiders te bekampen. De sociaal-democratie is de
partij geworden van de verdediging van het egoïsme van de patroons. Dat
hebben de duizenden leraars, jongeren, syndicalisten goed begrepen die
deze 1ste mei 1996 de leiders van de Parti Socialiste van hun eigen
meetings en uit hun eigen stoeten verjaagd hebben. Iedereen die zich
vandaag inzet in de strijd tegen de toenemende uitbuiting en
onrechtvaardigheid, begrijpt dat men maar een echt socialistisch programma
kan opstellen, als men breekt met de verderfelijke ideeën van het liberaal
socialisme en het politie-socialisme van de leiders van de PS en de SP.
[ Inhoud ]
De sociaal-democratie heeft deze 1ste mei, dag van de internationale
solidariteit van de arbeiders, willen omvormen tot een dag van steun aan
het patronaal egoïsme. Maar dat egoïsme van de grote burgerij, de zucht
naar winst en de overheersing van het imperialisme, leiden de hele wereld
naar de catastrofe.
Voor een bewijs daarvan moeten we maar naar Rusland kijken.
Sinds oktober 1917, sinds de eerste dag
van de sovjetrevolutie, staat de sociaal-democratie op de voorpost van de
anticommunistische strijd. Toen al noemde de socialist Kerensky, vroegere
minister van Oorlog, de bolsjewieken 'een bende gekken, schurken en
verraders die de vrijheid in de kiem smoren' en 'de leninistische terreur'
uitoefenen. (1)
Wij herinneren ons allemaal met welk enthousiasme de sociaal-democratie in
1989 de val van de Berlijnse muur verwelkomde als het begin van een
periode van 'democratie, vrijheid en welzijn'. Maar het herstel van het
kapitalisme in het Oosten en de instelling van de imperialistische
overheersing over die landen hebben een onvoorstelbare catastrofe
veroorzaakt.
In 1989 bereikte de perestrojka zijn hoogtepunt. Maar de economische groei
van de Sovjet-Unie was teruggelopen tot nog maar 1,6 procent. De westerse
burgerij schalde rond dat de crisis in de Sovjet-Unie 'zeer ernstig'
geworden was en dat de Sovjet-Unie van regime moest veranderen, wilde het
uit de stagnatie geraken. De toenmalige voorzitter van de SP,
Vandenbroucke, schreef: "Draconische economische hervormingen zijn
noodzakelijk. Marktmechanismen moeten op grote schaal ingevoerd worden. De
Sovjet-Unie heeft ondernemers nodig die door de markt een dynamiek op gang
kunnen brengen." (2)
Gorbatsjov deed precies wat de sociaal-democratie hem vroeg. Laat ons eens
zien wat voor soort 'dynamiek' daaruit voortkwam.
Tussen 1990 en 1995 daalde het Bruto Nationaal Product van Rusland met 61
procent. Het herstel van het kapitalisme in de Sovjet-Unie veroorzaakte de
grootste economische catastrofe ooit gezien in een geïndustrialiseerd
land. (3)
In de beste jaren haalde Rusland een oogst binnen van 116 miljoen ton
graan. In 1995 was dat nog maar 63 miljoen ton. De burgerij beweerde
altijd dat de landbouw 'het zwakke punt' van de Sovjet-Unie was. Maar het
herstel van het kapitalisme heeft de graanproductie doen dalen met 45,5
procent! (4) Het kapitalisme is hongersnood voor de armen.
In 1985 had de Sovjet-Unie voor 30 miljard dollar schulden. Tien jaar
later moet je dat cijfer met bijna vijf vermenigvuldigen, alleen nog maar
voor de schuld van Rusland. Die bedroeg in 1995 144 miljard dollar. (5)
Het westen kent vandaag royaal hoge leningen toe opdat de grote Russische
burgerij zich zou kunnen consolideren. Maar ook om een sterk
chantagemiddel te hebben in geval er in Rusland een regering komt die de
bevelen uit Berlijn en Washington niet gehoorzaamt. Tegelijk draineert de
Russische maffioso burgerij ieder jaar op illegale wijze tientallen
miljarden dollar naar de westerse banken. "Volgens experts van het
ministerie van Binnenlandse Zaken verlaat twintig procent van de olie en
de edelstenen Rusland op illegale wijze." (6) Het herstel van het
kapitalisme heeft in Rusland een criminele en maffioso burgerij aan de
macht gebracht en Rusland afhankelijk gemaakt van het imperialisme.
De westerse burgerij beweerde dat de planeconomie stagnatie veroorzaakte
in de Sovjet-Unie. SP-voorzitter Vandenbroucke, 'linkse economist' en
gewezen trotskist verklaarde: "Het totalitaire stalinisme is tegengesteld
aan de democratie. De totale en bureaucratisch planning marcheert niet."
(7) Alleen de burgerlijke democratie en de vrije onderneming zouden heil
brengen. Laat ons eens kijken wat dat geeft.
In 1989 bedroeg het reële maandloon in Azerbeidjan 130 dollar. In Georgië
102 dollar. In 1994 is dat maandloon, zowel in Azerbeidjan als in Georgië
teruggevallen tot 3 dollar. (8) De werkers verloren 97 tot 98 procent van
hun loon, dankzij de invoering van de 'democratie' en 'de vrijheid' waar
de sociaal-democratie zo op aandrong.
De arbeiders en bedienden krijgen in Rusland vandaag de dag dikwijls hun
loon niet. De loonachterstand bedraagt 160 miljard Belgische frank. Een
economist uit Moskou zei: "De leraars rekenen niet echt op hun loon." (9)
Onder het socialisme kenden de werkers een rustig leven en een reëel
welzijn, maar de sociaal-democratie spuwt op dat 'totalitair stalinisme'.
Het echte totalitarisme is echter dat van de markt en de 'vrije'
onderneming. Dat totalitarisme permitteert het zich om, van Zaïre tot
Rusland, de leraars en de werkers hun loon niet uit te betalen!
U herinnert zich nog wel de intoxicatiecampagne 'Roemeense dorpen' die
georganiseerd werd met de actieve steun van de socialistische partijen en
de trotskisten. Ze beweerden dat Ceausescu door het terugbetalen van de
schuld de bevolking had uitgehongerd. En er vertrokken konvooien met
Belgische suiker en chocolade richting Roemenië. Pure maskerade om het
herstel van het kapitalisme en de westerse greep op Roemenië te
rechtvaardigen. In 1989, op het ogenblik dat Ceausescu zijn volk zogezegd
uithongerde, leefde slechts 1,5 procent van de bevolking in armoede. Vijf
jaar later, in 1994, leeft 27 procent van de bevolking in armoede.
Tussen 1989 en 1994 vielen in Centraal en Oost-Europa 75 miljoen mensen
voor het eerst onder de armoededrempel. (10) Het herstel van het
kapitalisme is dramatische verarming van grote groepen gepensioneerden en
werkers.
In 1985 was het secundair onderwijs nagenoeg veralgemeend: 98 procent van
de jongeren volgden middelbaar onderwijs. Na het herstel van het
kapitalisme is één vierde van de jongeren uitgesloten van middelbaar
onderwijs. Het percentage is gezakt tot 71,7. (11) Het herstel van het
kapitalisme is uitsluiting van de werkers van onderwijs en cultuur.
De levensverwachting van de Russische man bedroeg in 1989 64,2 jaar. In
1994 is dat nog maar 58,2 jaar. Als gevolg van het herstel van het
kapitalisme heeft iedere Rus gemiddeld zes jaar van zijn leven verloren.
(12)
[
Inhoud ]
Als we het sterftecijfer van 1989 als
basis nemen, dan was er de afgelopen vijf jaar een surplus aan
sterfgevallen van 1.700.000 eenheden in Rusland. 1,7 miljoen mensenlevens
werden geofferd op het altaar van het kapitalistisch herstel. (13)
In 1985 bedroeg het geboortecijfer in Rusland 16,7 per duizend inwoners.
In 1994 is dat teruggelopen tot 9,4. Onder het kapitalisme kunnen de
Russische werkers zich nauwelijks nog kinderen veroorloven. Als het
geboortecijfer stabiel was gebleven, dan zouden in 1994 1.072.000 kinderen
méér geboren zijn. (14) Het kapitalisme is een onmenselijk systeem. Het is
volkerenmoord.
En alle vernietigingen, alle misdaden van het kapitalistisch herstel in de
Sovjet-Unie worden door de sociaal-democratie gerechtvaardigd die bij
monde van Robert Falony zegt: "Wat failliet gegaan is in de Sovjet-Unie is
niet het socialisme maar het stalinisme. Dat is de zogezegde dictatuur van
het proletariaat, in feite de dictatuur van de bureaucratie." (15) Vandaag
ervaren de werkers van de vroegere socialistische landen de dictatuur van
de grote burgerij, dat crimineel, barbaars en onmenselijk systeem dat door
de sociaal-democratie te vuur en te zwaard verdedigd wordt.
[
Inhoud ]
In juli 1990, op het 28ste Congres van de
Communistische Partij, kondigde Gorbatsjov het herstel van het kapitalisme
in de Sovjet-Unie af. Enkele maanden later begon het imperialisme een van
de meest vernietigende agressie-oorlogen sinds de Tweede Wereldoorlog, de
oorlog tegen Irak. Een coalitie van alle imperialistische landen wierp
zich op een klein Derde Wereldland van 18 miljoen mensen. Het voorwendsel:
Koeweit 'bevrijden' van de Iraakse 'bezetting'. Maar vroeger was Koeweit
slechts een olieput temidden van woestijnzand, een klein gebied dat bezet
werd door de Engelse kolonisator. Die kolonisator sneed 'Koeweit' op
willekeurige wijze af van Mesopotamië waar het 5.000 jaar lang deel van
uitmaakte. Het doel van de imperialistische oorlog was de hand te leggen
op de olie uit het Midden-Oosten en militaire basissen opzetten in de
Golf.
[
Inhoud ]
De Belgische sociaal-democratie -- de
PS'er Coëme was toen minister van Landsverdediging -- nam deel aan alle
oorlogsvoorbereidingen. Ze steunde het economisch embargo tegen Irak om
het land te verzwakken met het oog op de komende agressie. Ze bevestigde
dat ze 'haar plicht deed' aan de zijde van de imperialistische coalitie
maar ze vertelde er demagogisch bij dat ze enkel 'defensieve taken' zou
opnemen in de oorlog en dat ze de Navo-leiding over de militaire operatie
zou 'weigeren'. Zo verklaarde Vandenbroucke dat de SP-PS de oorlog tegen
Irak steunde. Maar tegelijk schreef hij aan de organisatoren van een
anti-oorlogsmanifestatie: "Wij delen uw bekommernis ten volle: 1. tegen
een tussenkomst van de Navo in deze affaire; 2. het eisen van een
defensieve rol." (16) Coëme zei hetzelfde in de Kamer. (17) Maar drie
maanden later, begin 1991, kon minister Eyskens verklaren dat het sturen
van achttien Belgische mirages naar de Turks-Iraakse grens paste "in de
tactiek van preventieve solidariteit binnen de Navo". (18) Coëme gaf
trouwens toe dat de Belgische militaire inspanning perfect kaderde in de
globale strategie van de imperialistische coalitie. Hij verklaarde: "De
13de en 20ste augustus hebben wij een lijst ontvangen met wat de
Amerikanen denken nodig te hebben. Die lijst bepaalde een systeem van
ontmijning als een van de prioriteiten. De missie van onze schepen zal de
westerse vloot een strategisch voordeel opleveren." (19)
Le Soir publiceerde de 25ste januari 1991, toen de oorlog tegen Irak volop
bezig was, een oproep onder de titel 'Onze solidariteit met de
geallieerden', daarmee alluderend op Groot-Brittannië, Frankrijk, de
Verenigde Staten en Canada. Ze was een rechtvaardiging van de oorlog tegen
Irak. De oproep was ondertekend door boegbeelden van extreem-rechts binnen
de PSC zoals J. Demaret, door prominente liberalen zoals J. Gol en Fr. de
Donnéa en door twee figuren van 'links' binnen de PS: Ernest Glinne en Guy
Cudell! Hun tekst zegt: "Voor de eerste keer evolueert de internationale
gemeenschap dankzij de Oost-West ontspanning (!) naar een nieuwe
wereldorde gebaseerd op het respect voor het internationaal recht (!), het
respect voor de Rechten van de Mens (!) en het vreedzaam regelen van
conflicten (!). Tegenover de criminele daden van Saddam Houssein, is het
duidelijk dat de inzet van de crisis voor alles het zegevieren van het
recht (!) en de voorrang van het recht van de mensen op het gebruik van
geweld (!) is. Het belang en de waardigheid van België maken het
noodzakelijk dat wij zonder aarzeling en zonder zwakheid bijdragen aan de
inspanning van onze geallieerden en dat wij bereid zijn deel te nemen aan
hun militaire inspanning." (20) Ziedaar hoe pseudo-links van de PS zich
verbindt met extreem-rechts om een misdadige agressie te rechtvaardigen.
De demagogie over de 'ontspanning', 'de Rechten van de Mens' en 'het
internationaal recht' toont haar ware gezicht op het ogenblik dat men het
aantal Iraakse lijken moet tellen.
[
Inhoud ]
De technologische oorlog tegen Irak was
inderdaad uiterst moorddadig. Het aantal gedode Iraakse soldaten wordt
geschat op 100.000 tot 150.000. (21) Als men daar de burgers bijtelt, komt
men aan een totaal van 200.000 Iraakse doden.
Na de militaire oorlog ging de oorlog verder zoals ze begonnen was: als
een economische oorlog met een even moordend embargo. Dat embargo dat voor
de oorlog luidop verdedigd werd door de socialistische en ecologistische
partijen, toont vandaag zijn ware aard. Volgens de landbouw- en
voedselorganisatie van de Uno, de FAO, stierven sinds het einde van de
Golfoorlog 620.000 Iraakse kinderen ten gevolge van het embargo. (22)
Het imperialisme is vernietiging van menselijk leven en vernietiging van
rijkdommen voortgebracht door mensen. Vernietiging met de zegen en de
volle medewerking van de sociaal-democratie.
[
Inhoud ]
De totale kost van de oorlog tegen Irak
bedraagt 676 miljard dollar. Met één derde van die som zou men tien jaar
lang alle grote doelstellingen van Unicef, het kinderfonds van de Uno,
kunnen financieren: de grote kinderziekten onder controle brengen, de
ondervoeding met de helft verminderen, zorgen voor proper water en
basisgezondheidszorg, ieder kind elementair onderwijs verzekeren. (23)
Deze onwaarschijnlijke cijfers worden bevestigd door een andere bron: "In
1992 werd tijdens een vergadering in Abu Dhabi aan de directeurs van de
Arabische centrale banken een rapport voorgelegd waarin becijferd werd
welke de Arabische verliezen waren tijdens de Golfoorlog. De globale som
was 620 miljard dollar." (24)
820.000 doden, voor 676 miljard dollar aan vernietigingen en verliezen.
Die cijfers laten toe het cynisme te meten van de sociaal-democratie die
bij monde van Tobback op het ogenblik dat de oorlog tegen Irak volop
voorbereid werd, zei: "Ik ben en blijf een koele Navo-minnaar. Ik heb er
geen enkele moeite mee de oliebevoorrading de werkelijke inzet van het
conflict te noemen. Ik vind het geen schande iets te doen om onze
economische belangen veilig te stellen." (25)
[
Inhoud ]
Vanaf het begin van de operaties van het
Patriottisch Front in oktober 1990 stuurde de socialistische
Defensieminister Coëme het Belgische leger naar Ruanda, om aan de zijde
van het Franse en Zaïrese leger het dictatoriaal regime van Habyarimana te
redden. Weinig later publiceerde de Ruandese legerstaf een document waarin
de Tutsi-bevolking 'de binnenlandse vijand' genoemd werd. In 1991-1992
werden verschillende duizenden Tutsi's op een systematische manier
uitgemoord in Kibilira, Bugesera en Bugogwe. Twee jaar later werden die
praktijken uitgebreid tot het hele land. Het Belgische leger was in
Bugogwe op het ogenblik van de uitmoording daar. Vanaf 1992 startte het
regime van Habyarimana in het hele land de organisatie van de
Interahamwe-milities. Mitterrand, Claes en Coëme waren hiervan op de
hoogte. In november 1993 nam de legerstaf van Habyarimana een plan aan
voor de uitschakeling van alle Tutsi's. De Belgische militaire
veiligheidsdienst bracht de regering Dehaene-Coëme hiervan onmiddellijk op
de hoogte.
De CVP-SP regering wist ook dat Hutu-extremisten van plan waren Belgische
soldaten van de Uno-missie te vermoorden met het doel die troepen te doen
vertrekken en dan de genocide te beginnen. Vanaf 8 april zochten duizenden
Ruandezen in Kicukiru, Ndera en op andere plaatsen bescherming bij het
Belgische leger. De Interahamwe hadden de vluchtelingen al omsingeld toen
het Belgische leger besloot te vertrekken. Het liet zo welbewust al deze
mensen over aan hun moordenaars. Het Belgische leger is medeplichtig en
schuldig aan het weigeren van bijstand aan mensen in levensgevaar. De
Belgische regering gebruikte de moord op tien Belgische para's als
voorwendsel om de troepen terug te trekken. Maar in 'normale' tijden is de
moord op blanken een klassiek voorwendsel van de imperialisten om het
betrokken land binnen te vallen! België trok zijn soldaten terug omdat het
wilde verhinderen dat ze zouden optreden tegen het leger van Habyarimana
dat uit vertrouwelingen van België en Frankrijk bestond. In de maanden
april, mei en juni stonden de Belgische en Franse regering hun vrienden en
beschermelingen toe een miljoen Tutsi's en democratische Hutu's op de
meest barbaarse manier uit te moorden. Het Frankrijk van de socialist
Mitterrand kwam in juli 1994 militair tussen met het doel het Patriottisch
Front voor Kigali te stoppen en zo de moordenaarsregering van Kambanda te
redden. Maar het was te laat. Het 'socialistische' Frankrijk moest zich
beperken tot de bezetting van de zogeheten Turquoise-zone die een
toevluchtsoord en een ontsnappingsroute werd voor de aanstichters van de
volkerenmoord. Zonder Franse tussenkomst zouden die door het FPR zijn
gearresteerd.
De Ruandese genocide overstijgt in intensiteit en in wreedheid de
volkerenmoorden gepleegd door de hitlerianen. De Ruandese volkerenmoord is
de eerste genocide uit de geschiedenis die gepatroneerd werd door de
kristen-democratie en de sociaal-democratie. Deze volkerenmoord toont dat
het fascisme niet het monopolie is van klassiek extreem-rechts. Ook de
sociaal-democratie kan in bepaalde gevallen haar anti-volkse politiek ook
drijven tot aan de volkerenmoord, tot aan het fascisme.
[
Inhoud ]
De Europese werkers zouden er fout aan
doen te denken dat de bestialiteiten van het imperialisme zoals in Irak en
in Ruanda enkel maar kunnen in de Derde Wereld.
Het imperialisme ontketende al de oorlog in het centrum van Europa, in de
Balkan, waarbij 250.000 doden vielen.
De oorlog in Joegoslavië is ontketend door Duitsland en werd onderhouden
door de Verenigde Staten.
Op het ogenblik van de stichting van de Duitse Democratische Republiek zei
Stalin dat de DDR de garantie was voor de vrede in Europa. Het bestaan van
de DDR maakte het traditionele expansionisme van Duitsland naar het Oosten
onmogelijk. Maar onmiddellijk na de annexatie van de DDR hernam Duitsland
zijn expansionistische koers. Duitsland had al vele jaren het Kroatisch en
Sloveens separatisme aangewakkerd. Duitsland deed Joegoslavië uiteen
spatten omdat dat land Duitsland al twee keer de weg naar de olie van het
Midden-Oosten geblokkeerd had.
Maar toen Joegoslavië eenmaal uit elkaar gespat was, hielden de Verenigde
Staten het vuur brandend. Ze wilden voorwendsels hebben om tussen te komen
en de mini-staten Bosnië, Macedonië en Albanië onder militaire controle te
krijgen. De militaire interventie van de Navo in Joegoslavië, de eerste in
zijn geschiedenis, werd gedirigeerd door de socialist Willy Claes.
De Navo werd in 1949 gevormd als een
agressief pakt onder Amerikaanse leiding waarvan het voornaamste doel was
de vernietiging van het socialisme in Oost-Europa en de Sovjet-Unie en de
'recuperatie' van die landen door het internationale kapitalisme. De Navo
streefde dat doel na met militaire middelen, door de politieke en
psychologische oorlog en door subversie. Het voornaamste doel van de Navo
werd in 1989-1990 verwezenlijkt.
Het imperialisme is van nature agressief en toen zijn voornaamste vijand
overwonnen was, zocht de Navo onmiddellijk nieuwe veroveringsvelden. In de
Amerikaanse strategie voor mondiale overheersing na de val van de
Sovjet-Russische supermacht, heeft de Navo een heel nieuwe betekenis
gekregen.
In nauwelijks verholen termen heeft een woordvoerder van de Amerikaanse
regering toegegeven dat de Golfoorlog en de oorlog in de Balkan ontketend
werden om de interventie-zone van de Navo uit te breiden. Strobe Talbott,
Amerikaans vice-minister van Buitenlandse Zaken verklaarde: "De Golfoorlog
heeft de alliantie overtuigd van de noodzaak de militaire
interventie-kapaciteit uit te breiden tot buiten de Navo-zone. De
gebeurtenissen in ex-Joegoslavië hebben die noodzaak bevestigd." (26)
[
Inhoud ]
Om zijn interventie- en agressie-veld uit
te breiden, wil de Navo vooreerst zijn expansie realiseren met de
'annexatie' van Polen, de Tsjechische en Slowaakse republieken, Hongarije,
de Baltische staten en andere.
Om die expansie te doen slikken, stelt de Navo ze voor als een
liefdadigheidswerk dat 'de stabiliteit en de democratie' wil garanderen!
Duitse en Hongaarse politici die voorstander zijn van de Navo-expansie,
verklaren: "De Navo moet via de veiligheid de stabiliteit verzekeren om de
democratieën in Centraal Europa een kans te geven zich te ontwikkelen.
Deze landen kijken uit naar integratie in het Westen en de Navo moet hen
helpen dat doel te bereiken." (27) Onmiddellijk na de val van de
socialistische regimes in het Oosten had de Navo al de mogelijkheid van
interventies geopperd die 'noodzakelijk' zouden zijn door "de
instabiliteit die kan voortkomen uit ernstige economische, sociale en
politieke moeilijkheden -- waaronder deze van etnische en verschillende
territoriale rivaliteiten -- waaraan een groot aantal landen van Centraal
en Oost-Europa het hoofd moeten bieden." (28) Maar de instabiliteit in het
Oosten komt net voort uit het kapitalistisch herstel en de ondraaglijke
ongelijkheden die ermee gepaard gaan. Als het destabiliserend imperialisme
het heeft over 'stabiliteit', dan betekent dat: de militaire bezetting
door de Navo moet garanderen dat het herstelde kapitalisme en het westerse
neokolonialisme niet bedreigd worden door volksopstanden. De Navo belooft
de nieuwe roofzuchtige burgerij stabiliteit van haar macht dankzij de
militaire 'bescherming' van het imperialisme.
[
Inhoud ]
Maar er is een tweede reden voor de
annexatie van de landen van het Oosten: de Navo wil die landen en hun
legers gebruiken voor toekomstige agressie tegen Rusland.
De Spaanse sociaal-democraat Javier Solana, de nieuwe secretaris-generaal
van de Navo, heeft bevestigd dat de oorlog in de Balkan een algemene
repetitie is waarbij de landen van het Oosten betrokken zijn voor een
grote oorlog tegen Rusland. Solana: "De ervaring in Bosnië zal een
diepgaande invloed hebben op de rol van de Navo. De ervaring van een
multinationale macht van 60.000 manschappen uit meer dan 30 landen kan als
model dienen voor toekomstige operaties. Met de start van het Partnerschap
voor de Vrede (met de landen van het Oosten) begin 1994 probeerden wij een
concrete samenwerking te ontwikkelen tussen de Navo-leden en de partners
met het oog op zulke operaties. Het lijkt er inderdaad op dat het
Partnerschap voor de Vrede speciaal ontworpen werd voor de operatie in
Bosnië. Wij moeten in de toekomst maximaal profijt trekken uit de opgedane
ervaring in Bosnië om hun krachten voor te bereiden op toekomstige
operaties en om het konvergentieproces dat tussen hen op gang is gekomen
te versnellen. Veel partners uit Oost- en Centraal-Europa zullen in de
praktijk onder Navo-bevel staan. Dat moedigt hen aan om zich aan te passen
aan de Navo-normen. De ervaring van Bosnië zal een verrijking zijn voor de
intense bilaterale dialoog die de Navo in 1996 over de uitbreiding voert
met die partners die er interesse voor betonen." (29)
In klare bewoordingen: de bezetting van Bosnië door de Navo en zijn nieuwe
'partners' heeft drie doelen: de legers van die 'partners' onder
Navo-bevel plaatsen, hun integratie in de Navo versnellen en hen betrekken
bij de voorbereidingen van toekomstige oorlogen tegen Rusland.
Het doel van het imperialisme was niet
enkel het vernietigen van wat er nog van het socialisme restte in de
Sovjet-Unie. Het imperialisme dat van de zogezegde 'onafhankelijke'
republieken neokolonies gemaakt heeft, wilde Rusland ook terugbrengen tot
een afhankelijke kapitalistische staat onder directe controle van het
Westen.
Het imperialisme viel niet alleen frontaal de diepe socialistische
verzuchtingen van het volk van de Sovjet-Unie aan, maar ook het
sovjet-patriottisme, de fierheid tot een groot onafhankelijk en soeverein
socialistisch land te behoren. De ontbinding van de Sovjet-Unie was een
illegale daad, tegengesteld aan de wil van de grote meerderheid van het
sovjet-volk. Deze illegale daad werd gepleegd door de kliek van Jeltsin na
dienst staatsgreep in augustus 1991 die er kwam op aandringen van het
Amerikaans imperialisme. Die ontbinding heeft Rusland en de andere
'onafhankelijke' republieken verzwakt en al die landen zijn onder
Amerikaanse en Duitse controle gevallen. Zelfs een groot deel van de
nieuwe burgerij van Wit-Rusland, Oekraïne, Georgië, Kazakstan, Oezbekistan
heeft belang bij een hereniging met Rusland. De ontbinding van de oude
Sovjet-Unie betekent absoluut niet het 'einde van de geschiedenis.'
De twee meest agressieve imperialistische staten, de VS en Duitsland,
willen 'zich garant stellen' voor het behoud van die ontbinding door de
Navo uit te breiden.
[
Inhoud ]
Men kan drie assen onderscheiden in de
oorlogsvoorbereidingen tegen de Sovjet-Unie.
Eerste as: het imperialisme wil de hand leggen op de Kaukasus en op
Centraal-Azië wat tot een confrontatie met Rusland kan leiden.
In zijn boek 'Olie-politiek' legt Karl Hofmann uit hoe de rechtsen in
1922-1924 de 'onafhankelijkheid' van de landen van de Kaukasus wilden, los
van het socialistische Rusland. "De Russische olie-regio's moeten
losgemaakt worden van het sovjet-rijk en onder invloed gebracht van de
oliemonopolies en in hun voordeel worden uitgebaat." (30)
Vandaag willen de VS en Duitsland de olie van de Kaukasus veroveren op hun
'bondgenoot', de Russische burgerij.
Het 'contract van de eeuw' werd in september 1994 in Bakou gesloten. Het
contract draagt de olievelden van Azerbeidjan over aan een internationaal
consortium dat voor 80 procent in handen is van westerse maatschappijen en
voor 44 procent in handen van louter Amerikaanse ondernemingen zoals Exxon,
Penzoil en Amoco. De olie van deze regio wordt nu vervoerd via
pijpleidingen door Rusland. Het consortium wil de olie via Georgië en
Turkije naar de Turkse terminal van Ceyhan-Yumurtalik pompen. De oorlog in
Tsjetsjenië die aangewakkerd is door de Amerikanen en hun Turkse
bondgenoot heeft als doel Rusland definitief af te houden van de
Kaukasische olie. Een rechtse Franse krant schrijft: "De Kaukasus helt
over naar oorlogen waarbij het zwarte goud een van de weinige
gemeenschappelijke punten is." (31)
Dankzij de ontbinding van de Sovjet-Unie wil het imperialisme de immense
reserves aan grondstoffen in de periferie in de wacht slepen. Een
invloedrijke Duitse krant schrijft: "De olievelden van Kazakstan, de
gasvelden van Turkmenistan en de enorme reserves aan zwart goud in
Azerbeidjan zijn zo gigantisch dat ze de komende vijftig jaar even
belangrijk kunnen zijn als de Golf vandaag." (32)
Onder de titel 'Da müssen wir hin' (Daar moeten we naartoe) maakte Der
Spiegel de Duitse ambities openbaar: "De Navo wil eindelijk Duitse
blauwhelmen in de Balkan. De Duitsers verkiezen een vredesmissie in de
Kaukasus." (33)
Robert Dole, de republikeinse presidentskandidaat in de VS, zei dat "de
Golfoorlog symbool staat voor de bekommernis die de Amerikanen aan de dag
leggen voor het beveiligen van de olie- en gasreserves. De grens van deze
bekommernis schuift nu verderop naar het noorden en zij sluit de Kaukasus,
Kazakstan en Siberië in." (34) Dat wil zeggen dat de olie en het gas van
de Kaukasus en Kazakstan voortaan 'van vitaal belang zijn' voor de VS en
dat zij 'beschermd' zullen worden, zo nodig met de wapens.
Een nieuwe oorlog om olie in de Kaukasus zal een oorlog zijn tegen
Rusland.
[
Inhoud ]
Tweede as: het imperialisme wil Oekraïne
onder zijn voogdij om Rusland economisch en strategisch te verzwakken.
Het Westen heeft vandaag het maximum bereikt. De machthebbers in Oekraïne
zijn voorstander van de vrije markt, van de invasie door de
multinationals, van het burgelijk politiek systeem en van een nauwe
coördinatie met de Navo. In feite trekt het huidige regime de kaart van
het agressieve militaire bondgenootschap. De grote Amerikaanse beurskrant
schrijft: "Oekraïne steunt de stelselmatige expansie van de Navo in
Centraal-Europa waar Rusland zich tegen verzet. De Oekraïense president
Kuchma zei in Kiev aan journalisten dat hij 'geïnteresseerd is in nauwere
samenwerking met de Navo.'" En wel om deze reden: "Het afgelopen jaar
heeft Washington van Oekraïne de derde grootste ontvanger van Amerikaanse
buitenlandse hulp gemaakt. Oekraïne komt nu na Israël en Egypte." (35)
Voor analisten van de Rand Corporation, een instituut dat werkt voor het
Amerikaanse ministerie van Defensie, is de 'onafhankelijkheid' van
Oekraïne, dat wil zeggen zijn volledige afhankelijkheid van het Westen
"cruciaal voor de westerse belangen. De toekomstige oriëntatie van
Oekraïne zal een essentiële factor zijn, bepalend voor de
machtsverhoudingen in Centraal-Europa." In een 'onafhankelijk' Oekraïne
staat het Westen garant voor het behoud van het kapitalistisch systeem en
de Navo bedenkt dat 'onafhankelijk land' als een opstapje voor een
agressie tegen Rusland. De raadgevers van het Amerikaanse leger besluiten:
"De westerse politiek moet de onafhankelijkheid van Oekraïne versterken en
de militaire integratie van Kiev in de Gemeenschap van Onafhankelijke
Staten voorkomen." (36)
Het herstel van een federatie met Rusland beantwoordt aan de nationale
belangen van Oekraïne en aan de belangen van de arbeiders en de werkers.
De brede massa's die onder het kapitalistisch herstel en de ontbinding van
de Sovjet-Unie lijden, zijn zich steeds meer bewust van die waarheid. Maar
het imperialisme rekent erop dat het kan verhinderen dat die volkswil
realiteit wordt. De grote Amerikaanse beurskrant schreef al: "Als Moskou
Oekraïne dwingt tot een hereniging met Rusland, dan zal het Russisch
imperialisme opnieuw gestart zijn." (37) Met het orkestreren van de
staatsgreep van Jeltsin in 1991 hebben de Verenigde Staten de illegale
daad van de ontbinding van de Sovjet-Unie kunnen opleggen. Maar als de
volkeren van de oude Sovjet-Unie deze toestand kunnen rechttrekken en een
nieuwe federatie kunnen creëren, dan schreeuwen de VS over de
heropstanding van het Russisch imperialisme! De raadgevers van het
Pentagon bevestigen deze tactiek: "Het slechtste wat vanuit westers
oogpunt kan gebeuren is de politieke, economische en militaire
reïntegratie van Oekraïne met Rusland in de Gemeenschap van Onafhankelijke
Staten. Als Rusland troepen zou stationeren op Oekraïense bodem, vlakbij
de Poolse grens, dan zou de druk op de Navo versterkt worden om een
steviger en geloofwaardiger defensie te ontplooien, met inbegrip van
westerse troepen in Centraal-Europa." (38)
Een 'onafhankelijk' Oekraïne, nagenoeg geïntegreerd in de Navo, betekent
dat de Navo-troepen voor de poorten van Moskou staan. Een met Rusland
gefedereerd Oekraïne zal de Navo-troepen zien opschuiven tot aan de
grenzen van de federatie. Dat is alsof het Russische leger troepen zou
ontplooien in Mexico, aan de Amerikaanse grens.
[
Inhoud ]
Derde as: de
oorlogsvoorbereidingen tegen Rusland.
In maart jongstleden heeft het Russische parlement met 250 stemmen tegen
98 Jeltsins dictaat van 12 december 1991 dat het uiteenvallen van de
Sovjet-Unie organiseerde, nietig verklaard. (39) Een grote Amerikaanse
krant stelde dat deze beslissing "een bedreiging vormt voor de
wereldvrede"! (40) Ook de Amerikaanse staatssecretaris Warren Christopher
veroordeelde in Kiev het besluit van de Doema. Hij noemde ze "uiterst
onverantwoord. Men kan de loop van de geschiedenis niet omkeren,"
verklaarde hij. (41)
Strobe Talbott, de Amerikaanse vice-minister van Buitenlandse Zaken heeft
al een onverholen militaire bedreiging uitgesproken aan het adres van
Rusland: "De Navo moet onder meer gewapend zijn tegen de mogelijkheid dat
Rusland zich afkeert van de democratie." (42)
De CVP-SP regering is volop betrokken bij deze voorbereidingen van een
oorlog tegen Rusland. Zo kon Guido Van Hecke, stafchef van de luchtmacht,
verklaren: "Als het ontspoort in Rusland, dan krijgen we een Joegoslavië
in de tiende macht. Ik denk aan een probleem met Boris Jeltsin, een
terugkeer van de militaire nomenklatura of etnische oorlogen." Kortom,
voortaan is eender welk voorwendsel goed om de geplande aanval te
rechtvaardigen. De Belgische officier besluit: "Het is mogelijk dat
West-Europa op middellange termijn zal moeten tussenkomen met politieke
maar ook met militaire middelen, in ons eigen belang." (43)
Dit alles wil zeggen dat onze sociaal-democratische leiders, in geheime
besprekingen met hun vrienden van de Navo, nu al de mogelijkheid nagaan om
heel Europa in een monsterachtige slachting onder te dompelen.
[
Inhoud ]
Maar de uitbreiding van de Navo verbergt
ook een ander politiek feit dat van cruciaal belang is: de rivaliteit
tussen het Amerikaanse imperialisme en het Duits-Franse imperialisme voor
de overheersing van Europa.
Toen Duitsland het vuur aan de lont stak in de Balkan door het Kroatische
en het Sloveense separatisme te organiseren, lieten de Verenigde Staten de
Europese Gemeenschap aanmodderen. Maar achter de schermen waren ze zeer
actief bezig met de mini-Balkanstaten onder hun controle te brengen. De
Amerikanen besloten tenslotte de Uno-troepen te vervangen door
Navo-troepen. Zo vestigt het leger van de Verenigde Staten zich duurzaam
in de Balkan. De bases die de Verenigde Staten in de Balkan willen
neerpoten dienen om te interveniëren in het Midden-Oosten of in Rusland en
Europa onder Amerikaanse heerschappij te houden.
Een deel van de Europese sociaal-democratie blijft sterk verbonden met het
Amerikaans imperialisme. Zo verklaart de sociaal-democraat Solana: "Uit de
situatie in Bosnië blijkt zeer duidelijk dat de Verenigde Staten net zo
belangrijk blijven voor de veiligheid in Europa als voorheen." (44)
De Amerikaanse verantwoordelijken spreken nog duidelijker uit wat hun
doelstelling is met het uitbreiden van de Navo. Een adviseur van het
Pentagon zegt dat het erom gaat de Verenigde Staten in Europa 'te
verankeren': "Om de Verenigde Staten in de Europese veiligheid te
verankeren, moet de alliantie het erover eens zijn dat het onze plicht is
het Oosten te stabiliseren en wordt het een nieuwe transatlantische
uitdaging hoe daarin te slagen." (45) En de befaamde Brzezinski zegt
onomwonden: Oost-Europa moet, via de Navo, onder Amerikaanse controle
komen, anders zal Duitsland de plaats alleen innemen en een onafhankelijke
militaire supermacht worden. Hij zegt letterlijk: "De uitbreiding van de
Europese Unie, die bevorderd wordt door een machtig Duitsland, betekent
dat de kwestie van de uitbreiding van de Navo nu meteen aan de orde is.
Deze kwestie niet aankaarten houdt het gevaar in dat het Atlantisch
bondgenootschap uit elkaar valt." (46)
Het Europese imperialisme dat bestuurd wordt door de Frans-Duitse tandem,
wil de Navo behouden om de steun van Amerika te hebben tegenover Rusland.
Maar binnen de Navo wil het Europese blok een zo groot mogelijke
onafhankelijkheid.
De Duitse Defensieminister Volker Rühe verklaarde: "We willen een ander
soort bondgenootschap. Deze moet een weerspiegeling zijn van de huidige
politieke en strategische verhoudingen en een duidelijke Europese
identiteit hebben op het vlak van veiligheid en verdediging." (47)
De Franse minister van Buitenlandse Zaken Hervé de Charette legt uit dat
Frankrijk zijn herintrede gedaan heeft in de militaire structuren van de
Nato om er de Amerikaanse overheersing tegen te gaan: "We willen dat de
Europese identiteit op het vlak van de verdediging, zowel politiek als
militair, zichtbaar wordt binnen de Alliantie." (48)
Zo wil de Europese burgerij, nu ze politiek, economisch en militair
versterkt is, een herverdeling van de wereld. Ze betwist de Amerikaanse
overheersing.
Sinds de annexatie van de DDR, durft het Duitse imperialisme opnieuw
wereldwijd verkondigen dat het Duitse leger zich voorbereidt op nieuwe
oorlogen buiten haar grenzen. Volker Rühe zei dat de oorlog 'een comeback
heeft gemaakt als politiek middel'. En Naumann, opperbevelhebber van het
Duitse leger, zegt dat zijn troepen kunnen ingezet worden "voor de
verdediging van de vrije wereldhandel en om de onbelemmerde toegang tot
markten en grondstoffen in heel de wereld te garanderen." (49) Zo belooft
een Duitse generaal zijn leger de hele wereld in te sturen met de
argumenten die sinds het begin van het imperialistisch tijdperk gebruikt
worden: vrijheid van handel, vrije toegang tot de grondstoffen en de
markten.
The Herald Tribune, schrijft in een analyse van het militaire beleid van
Duitsland: "Duitsland is de draaischijf van de Europese militaire
samenwerking geworden. Het is de overheersende macht op alle gebieden van
het Europese veiligheidsbeleid, inklusief de verdedigingsindustrie. Zo
ziet men Europese militaire bedrijven verschijnen, onder leiding van
Duitsland, die kunnen concurreren met hun Amerikaanse rivalen. En tegelijk
beschikt Duitsland over alle mogelijkheden om zijn leger uit te rusten
voor toekomstige interventies om de Europese (lees Duitse) belangen te
verdedigen." (50)
Om de vrede in Europa te verdedigen, moeten we niet alleen de ontbinding
eisen van het agressieve Navo-pakt, maar ook beletten dat een Europees
leger onder Duitse overheersing tot stand komt.
Sinds het volledig herstel van het
kapitalisme in de ex-Sovjet-Unie, slaat er een reusachtige reactionaire
vloedgolf over de hele wereld. Het oude liedje van de imperialisten over
'vrijheid en democratie' kan de werkelijkheid van de fascisering en de
sociale achteruitgang niet langer verbergen.
Om het rampzalige Agusta-schandaal van vorig jaar te verhullen, lanceerde
SP-voorzitter Tobback een grote oproep: 'De SP is nodig'. Honderden
progressieven beantwoordden die oproep. Ze onderschreven de thesis dat 'de
SP nodig is voor de sociale zekerheid en de tewerkstelling, voor de
multiculturele maatschappij, voor de democratische en solidaire
maatschappij die iedereen gelijke kansen biedt'. PS-voorzitter Busquin
bespeelde nagenoeg dezelfde thema's.
Maar de verkiezingen waren nauwelijks voorbij of Tobback kwam de honderden
progressieven die in zijn demagogische val getrapt waren, vertellen: "Ik
moet naar de stembus met de vraag 'kies mij alstublieft' en als ik eenmaal
verkozen ben, moet ik de kiezer uitleggen dat ik niet veel te beslissen
heb. In België zijn het niet de politici die het mooi weer maken, zij
kunnen enkel paraplu's uitdelen als het regent." (51) Tobback komt er
recht voor uit dat in België het kapitalisme en de grote burgerij de
dienst uitmaken, dat de socialistische verkozenen alleen deze realiteit
verbergen met een paraplu van reformistische prietpraat.
Voor de verkiezingen riep Tobback het spookbeeld op van Verhofstadt, de
kleine-Mussolini-met-de-lange-tanden. Veel progressieve intellectuelen
lieten zich intimideren en steunden de SP. Nadat hij profiteerde van hun
electorale steun, maakt hij ze nu uit omdat ze volgens hem vasthouden aan
"de erfenis van mei '68, die bron van anarchisme en gemakzucht. Men dacht
toen dat het verboden was te verbieden. Het omgekeerde is waar." (52) Maar
tot nu toe was de strijd tegen de 'erfenis van mei '68' het monopolie van
de fascisten van het Vlaams Blok!
[
Inhoud ]
De SP is nodig om de privatiseringen te
realiseren.
De socialist Coëme zegt: "De wet van 21
maart 1991 is precies de weg om wilde privatiseringen te vermijden." (53)
De 15de september 1991 bevestigde Moureaux tijdens een congres van zijn
partij, de PS: "De hervorming van de openbare ondernemingen zal geen
privatisering zijn." En in haar verkiezingsprogramma van 1991 belooft de
PS "een einde te maken aan de pogingen tot privatisering"! (54)
Vandaag hebben de SP en de PS voor 137 miljard frank geprivatiseerd.
De ASLK-bank en -verzekeringen werden in november 1993 verkocht aan
Fortis-AG voor 34 miljard frank. Twee jaar later maakte de geprivatiseerde
ASLK een winst van 8,08 miljard frank! (55)
In september 1994 werd de Nationale Investeringsmaatschappij (NIM)
verkocht aan Ackermans en Van Haaren en de participatie van de NIM in
Distrigas aan Tractebel. De twee operaties brachten 15,1 miljard op.
In september 1995 werd de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de
Nijverheid aan de ASLK verkocht voor 4,6 miljard frank en het
Landbouwkrediet aan Swiss Life voor 1,6 miljard.
De regering verkocht tenslotte in december van vorig jaar Belgacom aan
Ameritech voor 73,3 miljard en de licentie voor het tweede mobilofoonnet
aan Mobistar voor 9 miljard.
Verhofstadt, de kleine-Mussolini-met-de-lange-tanden moest ontmoedigd
toegeven: "Vijf jaar geleden zei ik dat we moesten privatiseren. Toen
maakte men me uit voor Thatcher. Maar de huidige regering privatiseert aan
een ritme dat ik niet meer kan volgen." (56)
Karel Van Miert was SP-voorzitter in de jaren '70-'80. Hij gaf zijn partij
een vaag 'progressief' imago door zijn verzet tegen de installatie van
Amerikaanse kernraketten en kritiek op het regime van Mobutu. Vandaag is
hij Europees commissaris belast met het concurrentiebeleid. Een beursblad
zwaait hem lof toe: "Van Miert zet op consequente wijze de politiek verder
van zijn voorganger Sir Leon Brittan wiens grote devies luidde:
liberalisering." (57) Zo past een 'progressieve' sociaal-democraat de
politiek toe van een vertrouweling van madame Thatcher!
[
Inhoud ]
De socialistische partijen beweren dat de
sociale zekerheid 'hun' verworvenheid is. Niets is minder waar. In de loop
van de grote anti-fascistische oorlog deden de overwinningen van het Rode
Leger het kapitalisme in heel Europa op zijn grondvesten daveren. De
Belgische werkers die geleden hadden onder de dubbele onderdrukking en
uitbuiting van zowel de kapitalisten als de nazi-bezetters, snakten naar
het socialisme. Tijdens de bezetting werkten August Cool, de leider van
het ACV, en Leon Bekaert, de chef van het patronaat, samen een plan uit om
te voorkomen dat er 'revolutionaire opstanden' zouden uitbreken bij de
bevrijding. Ze wilden belangrijke toegevingen doen aan de arbeiders en hen
een systeem van sociale zekerheid toekennen. In Londen waren Paul-Henri
Spaak en Jef Rens, een hoge verantwoordelijke uit de socialistische
vakbond en partij, tot dezelfde besluiten gekomen. (58)
Hoe ontmantelt de sociaal-democratie de
sociale zekerheid?
In 1981 had de staat, via de wet Dhoore, beloofd de sociale zekerheid te
financieren. Maar de staat weigerde, met de steun van de socialistische
partijen, dat engagement na te komen. Zo steelt de staat ieder jaar van de
sociaal verzekerden de som van 320 miljard frank! In 1983 stortte de staat
7 procent van het Bruto Nationaal Product in de kassen van de sociale
zekerheid. In 1993 was dat nog maar 3 procent. Een verschil van 320 tot
350 miljard frank per jaar! De SP en de PS zeggen te strijden tegen de
kleine misdaad waarvan de gepensioneerden het slachtoffer zijn. Maar wat
dan te zeggen van deze reusachtige hold-up door de staat en de SP/PS ten
belope van 320 miljard ten koste van de werklozen, zieken,
gepensioneerden? In 1983 betaalde de staat nog 38 procent van de inkomsten
van de sociale zekerheid. Dit jaar is dat nog maar 14 procent!
Intussen gaan de SP en de PS verder met
het afbreken van de financiële basis van de sociale zekerheid. Na de
subsidies van de staat verminderen ze nu ook de 'patronale' bijdragen!
De socialistische partijen hebben in akkoord met de andere burgerlijke
partijen de 'patronale bijdragen' al verminderd met 95 miljard frank. En
er worden nieuwe plannen gemaakt om de 'patronale' bijdragen nog verder te
verminderen. Alles samen werd de sociale zekerheid al voor 450 miljard per
jaar ontstolen!
Gevolg van deze gigantische diefstallen: de socialisten De Wulf en
Vandenbroucke hebben het basisprincipe van de sociale zekerheid met name
het individueel recht van iedere werker verworpen.
Vandenbroucke beweert dat de automatische compensatie voor het verlies van
een inkomen ontworpen werd voor families met thuisblijvende echtgenote. De
sociale zekerheid is niet van toepassing op een maatschappij waar de vrouw
uit werken gaat! De socialist Vandenbroucke valt het recht van de vrouw op
sociale zekerheid aan wanneer hij verklaart: "Er zijn families die de
schok van verlies van een inkomen uit arbeid kunnen opvangen dankzij een
tweede inkomen." (59)
De diefstal van 450 miljard vertaalt zich
jaar na jaar in maatregelen die hard aankomen.
In 1991 besliste PS-minister Philippe Moureaux 4,5 miljard frank te
besparen in de sector van de rust- en verzorgingstehuizen.
In 1992 besliste diezelfde Moureaux tot een prijsverhoging van 10 procent
de medicamenten. Te betalen door de patiënten. Een verlies van 7,2
miljard.
In 1993 voerde Anselme van de PS voor elke ziekenhuisopname een
entreeprijs in van 1.000 frank, een opleg van 450 frank voor elk
labo-onderzoek en een opleg van 300 frank voor radiografie.
In 1994 legde diezelfde Anselme een verhoging van 50 procent op van het
remgeld bij elk medisch onderzoek. Het globaal plan besliste dat de kosten
van de ziekteverzekering ten hoogste 1,5 procent boven de inflatie mogen
stijgen. Dat wil zeggen dat elke stijging van de medische zorgen voortaan
door de patiënt zelf moet gedragen worden.
Het plan van de socialist Willockx dat
hij in 1994 opstelde, bevat verschillende maatregelen die de pensioenen
verminderen, zowel in de openbare sector als in de privé.
Sommige gepensioneerden zullen tot 24 procent van hun pensioen verliezen.
Willockx voorziet nog verdergaande verminderingen door de verlating van de
pensioengerechtigde leeftijd zowel voor mannen als voor vrouwen.
Met het verminderen van de pensioenen duwt Willockx de mensen naar de
privatisering. Het gaat om de zogezegde 'tweede pijler', een
privé-verzekering in groep om een tweede pensioen te verwerven bovenop het
wettelijk pensioen. In feite gaat het om verplicht sparen waarbij een
belangrijk deel van de inkomens van de werkers ter beschikking gesteld
wordt van het patronaat. De liberalen pleiten al jaren voor verplicht
sparen ten belope van 4 à 5 procent van het loon. De socialistische
partijen hebben de eerste stappen in die richting gezet. Zestig procent
van de bedienden en tien procent van de arbeiders hebben al een 'tweede
pijler'. In die 'tweede pijler' zit nu al 750 miljard frank, beschikbaar
voor nieuwe investeringen.
[
Inhoud ]
Tussen 1989 en 1994 hebben wij
verschillende tewerkstellingsplannen gehad. Maar in die vier jaar CVP-SP
regering is de werkloosheid gestegen met 170.800 eenheden! De
tewerkstelling nam af met 29.800 eenheden in de openbare en met 60.800
eenheden in de privé-sector. (60)
De sociaal-democratie beweert dat je de lonen en de 'patronale' bijdragen
moet verminderen opdat de patroons zouden kunnen investeren en zo werk
scheppen. Maar Union Minière investeert 22 miljard frank om 1.800 werkers
af te danken. Caterpillar investeert vanaf 1988 15 miljard eveneens om
1.800 jobs te liquideren.
De sociaal-democratie hekelt vandaag de welvaartsstaat, ze kritiseert het
'egoïsme' van de werkers en pleit voor een 'solidariteit in armoede'
tussen de werkers. Kortom de sociaal-democratie zegt dat de staat minder
moet uitgeven aan alles wat te maken heeft met het welzijn van het volk:
onderwijs, gezondheidszorg, sociale zekerheid, cultuur, sport. Maar de
sociaal-democratie die een roofstaat voor de armen invoert, zorgt voor een
steeds betere verzorgingsstaat voor de patroons, onder het voorwendsel de
tewerkstelling te redden.
In de periode 1994-1998 zal de Europese Gemeenschap, geleid door een
commissie met een meerderheid van sociaal-democraten, 7.000 miljard frank
aan de patroons storten voor investeringen in achtergebleven gebieden. Zo
zullen de patroons 40 miljard in Henegouwen investeren en krijgen ze
daarvoor twee cadeaus van 30 miljard van Europa en het Waalse Gewest.
De tewerkstelling die de CVP-SP-regering wil scheppen is steeds meer
nep-tewerkstelling. Vandaag werken al 673.177 mensen deeltijds, als
stagiair of als interim! (61)
[
Inhoud ]
Vanaf 1990 heeft de SP de staatssubsidies aan de sociale zekerheid
gedesindexeerd. Dat kost de sociale zekerheid dit jaar 30 miljard frank.
In 1993 vernietigde ze de indexering van de fiscale barema's wat de
belastingplichtigen 25 miljard kostte. In 1994 vervalste de
CVP-SP-regering de index door er de energieproducten uit te halen wat de
loontrekkenden een procent van hun koopkracht kostte, dat wil zeggen 50
miljard frank.
Nu wil de CVP-SP-regering een loonnorm opleggen waarin de index begrepen
is. Tot nog toe konden de werkers door de klassenstrijd loonsverhogingen
afdwingen van het patronaat. En door de index waren ze er zeker van dat
hun reëel loon niet daalde door de verhoging van de prijzen. Maar nu wil
de CVP-SP-regering de index gebruiken om nagenoeg iedere loonsverhoging te
verbieden: de loonnorm laat in feite buiten de indexaanpassing, geen
enkele loonsverhoging toe.
Nu gaan de lonen er al relatief op achteruit: de productiviteit stijgt, de
werkers produceren meer producten per uur maar hun loon volgt niet in die
mate. In 1994-1995 ging de productiviteit per gewerkt uur in de industrie
met 9 procent omhoog. De lonen verminderden met 0,2 procent. In alle
ondernemingen samen daalde de reële kost per eenheid product met 5,3
procent. (62)
[
Inhoud ]
Om de sociale achteruitgang en de
scherpere uitbuiting op te leggen valt de burgerij de democratische
rechten aan die het de werkers mogelijk maken de weerstand te organiseren.
De fascisering van de staat georganiseerd door de sociaal-democratie en de
kristen-democratie, heeft de bedoeling de werkers te verdelen en hun
strijd neer te slaan. Die weg wil extreem-rechts tot het einde volgen, tot
aan het fascisme.
De fascisering van de staat gebeurt in hoofdzaak langs twee assen: deze
van het officiële racisme en deze van de politie-repressie.
Laten we eerst kijken naar het officiële racisme, het staatsracisme, het
sociaal-democratisch racisme.
Tobback drukte daar perfect de essentie
van uit toen hij zei: "Het Vlaams Blok heeft succes omdat het de problemen
bespeelt waar de mensen mee zitten. Aan die problemen moet je dus aandacht
besteden. Als dat het overnemen van de agenda van het Vlaams Blok is, ok
dan." (63)
De sociaal-democratie beweert dus dat de fascistische partij een
pertinente analyse maakt van de 'problemen waar de mensen mee zitten'!
Volgens de marxisten zijn de echte problemen die de werkers moeten
aanpakken de almacht van de burgerij, de privé-eigendom van de
productiemiddelen, de zucht naar maximale winst, de uitbuiting, de
marginalisering van de jeugd en het gebrek aan toekomst, de schreeuwende
ongelijkheid, de plundering van de Derde Wereld, de
oorlogsvoorbereidingen.
Volgens de fascistische analyse is het probleem de migrant, de illegale
vluchteling. En de sociaal-democratie beweert dat de fascisten "de
problemen bespeelt waar de mensen mee zitten"! De sociaal-democratie is
zover gekomen dat ze 'de problemen' stelt in dezelfde termen als de
fascisten.
Volgens de marxistische analyse wordt het probleem niet gevormd door de
migrant of de vluchteling. Het probleem is het kapitalisme en zijn
onvermijdelijk product: het racisme, de discriminatie en de uitsluiting.
Het probleem is het imperialisme en de honger, de over-uitbuiting en de
oorlogen die het veroorzaakt.
Tobback wil, net zo min als de fascisten, een einde stellen aan het
kapitalisme noch aan het racisme, niet aan de discriminatie, niet aan de
uitsluiting en niet aan de ongelijkheid.
Tobback wil, net zo min als de fascisten, een einde stellen aan het
imperialisme, niet aan de over-uitbuiting, niet aan de armoede, niet aan
de oorlogen die het oplegt.
'Als meeuwen op het stort'
Meer dan één miljoen Belgen tekenden de
petitie voor volledige gelijkheid voor de migranten door de automatische
toekenning van de nationaliteit na vijf jaar verblijf. Dat is concreet,
praktisch en laat toe in één keer heel de wettelijke discriminatie uit de
weg te ruimen. De sociaal-democratie weigerde deze elementaire
democratische eis te onderschrijven. Ze verzet zich tegen deze concrete
strijd en blijft maar demagogische praat verkopen over het vage thema van
'verdraagzaamheid en hand in hand'. Maar vandaag loopt de
sociaal-democratie hand in hand met het Vlaams Blok en ze bestempelt de
vluchtelingen als roofdieren. Tobback zei het volgende: "Diegenen die hier
als meeuwen op een stort komen zitten omdat dat makkelijker is dan thuis
te vissen of de grond te verbouwen, dienen systematisch uitgewezen te
worden." (64)
Volgens de fascistische wereldopvatting is er in de Derde Wereld miserie
omdat de 'negers', de 'makakken' en de 'spleetogen' niet willen werken.
Tobback denkt daar niet anders over: zij willen niet vissen en niet op het
land werken. Hebt u er ooit aan gedacht, mijnheer Tobback, dat de armen in
Ruanda, Indië of Brazilië zelfs geen land bezitten of werktuigen om het
land te bewerken?
Volgens de marxistische wereldopvatting verplicht het imperialisme de
mensen hun land te verlaten als vluchtelingen. Het imperialisme
veroorzaakt de ondraaglijke uitbuiting en de honger. Het imperialisme
installeert dictatoriale regimes en lokt oorlogen uit.
De Belgische en Franse socialistische partijen zijn als regeringspartijen
mee-verantwoordelijk voor de volkerenmoord op één miljoen Ruandezen. Zij
lieten liever doelbewust duizenden Ruandezen vermoorden, die bescherming
zochten bij het Belgisch leger, dan die wanhopige mensen naar België te
laten komen, als 'meeuwen op een stort'. Tobback zag liever Ruandese
lijken op het stort.
[
Inhoud ]
De socialistische minister van
Binnenlandse Zaken Vande Lanotte heeft gezegd: "Ik neem de agendapunten
van het Vlaams Blok over en sommige van hun 70 puntenvoorstellen. Ik
herneem effectief een aantal zaken die het Blok voorzien had, dat is waar"
(65)
Zo neemt de sociaal-democratie niet alleen de analyse over van de
fascisten over 'de problemen waar de mensen mee zitten', maar ook de
maatregelen die ze voorstellen!
"Ik zal misschien wat stemmen verliezen bij het Coppieterspubliek en wat
winnen aan de rechterzijde." (66) Zo weegt Vande Lanotte cynisch
semi-fascistische maatregelen af tegen 'progressieve' demagogie. De
zwaksten, die het meest worden uitgebuit, vertrappelt hij om stemmen te
kunnen winnen van rechts!
Nog altijd Vande Lanotte: "Het Vlaams Blok moet vaststellen dat de
democratische partijen de migrantenstroom aan het indijken zijn. Het
handelsfonds van het Vlaams Blok valt weg, ze hebben op dit vlak niet meer
het monopolie." (67)
Zo zitten de sociaal-democraten te bluffen dat ze het handelsfonds van het
Vlaams Blok hebben overgenomen! Dat hebben ze zeker kunnen doen met het
geld van Agusta.
Conclusie van Vande Lanotte: "Wij zeggen aan de bevolking: dit is geen
probleem waarvoor we per se een fascistische oplossing nodig hebben. Een
democratische partij kan dat probleem correct oplossen. Wat kan het Vlaams
Blok verder doen om zijn bestaansrecht te bewijzen?" (68)
Zo verklaart de SP dus met een onthutsende eerlijkheid: om de maatregelen
van het Vlaams Blok door te voeren, om de 'economische vluchtelingen' en
de illegalen uit te wijzen, hebben we geen fascistische oplossing
nodig, de SP kan dat doen! Dat is dus de manier waarop die lui
tegen het egoïsme vechten en de internationale solidariteit in praktijk
brengen.
Al de anti-volkse en racistische maatregelen die de SP neemt,
rechtvaardigt ze met te zeggen dat ze 'de enige dam tegen het fascisme'
is! Om de betekenis van deze revolterende 'anti-fascistische' demagogie te
begrijpen, volstaat het te luisteren naar de fascisten zelf. Filip De Man
van het Vlaams Blok verklaarde in de Kamer: "Mijn partij feliciteert Vande
Lanotte voor zijn recente voorstellen. Wij stellen vast dat een
fundamenteel gedeelte van ons programma door de regering verwezenlijkt is.
Ook mijnheer Tobback heeft enkele concrete punten van onze voorstellen
inzake asielbeleid in de praktijk gebracht." (69)
Na dit vriendelijke schouderklopje wilde Tobback toch zijn best doen om
het verschil aan te duiden: "Het fundamentele verschil tussen mij en het
Blok is dat ik voor een multiculturele maatschappij ben. Maar die moet
ordentelijk gerealiseerd worden. Daarom wil ik dat de illegalen het land
verlaten." (70) De 'multiculturele' maatschappij van Tobback zal dus
'gezuiverd' zijn van illegalen, valse vluchtelingen, niet-geïntegreerde
migranten. Dat is natuurlijk 'fundamenteel verschillend' van de
monoculturele maatschappij van de fascisten waar er geen plaats is voor
illegalen, valse vluchtelingen en niet-geïntegreerde migranten.
[
Inhoud ]
Na de nationale doorbraak van de
fascistische partijen en met name van het Vlaams Blok in november 1991
kwam er in juni 1992 een regeringsverklaring met onder hoofdstuk drie een
'Noodprogramma voor de sociale problemen'. Punt 1 hiervan wil "De
veiligheid van de burger verzekeren" en punt 3 "De immigratie beter
beheersen". Zo legden de fascisten de CVP-SP-regering hun prioriteiten op:
de immigratie en de veiligheid.
Tobback beweert eens te meer dat het programma van het Vlaams Blok
overnemen de beste methode is om die partij onderuit te halen: "Als ik het
Vlaams Blok wil decimeren, dan moet ik de ziekte wegnemen waarop
die partij parasiteert. Die ziekte is de machteloze staat, die
gevaarlijker is voor de democratie dan de autoritaire staat." (71)
Het is in naam van de orde en de veiligheid dat Tobback, de voorzitter van
de SP, de opvattingen in eer herstelt die Hendrik De Man, voorzitter van
de Belgische Socialistische Partij, er in juni 1940 toe brachten de nazi's
achterna te lopen. Vanaf 1938 had Hendrik De Man de 'sterke staat', de
'autoritaire staat', de 'autoritaire democratie' vooropgesteld.
Orde en wet, dat is het ordewoord van rechts en extreem-rechts. Tobback
komt ons doodleuk vertellen dat 'links' dit ordewoord moet overnemen: "Men
zegt dat de begrippen 'law and order' en progressisme niet samen gaan. Ik
zie niet in waarom. Er is teveel criminaliteit en dus moet men ingrijpen.
Er is al veel te lang een soort linkse verdraagzaamheid voor die dingen.
De gewone man en vrouw zijn bang dat ze bestolen worden of 's avonds op
straat overvallen worden. Onze wetten onderdrukken niet, ze bevrijden. Ik
weiger te roepen: weg met deze maatschappij." (72) In Brussel had Marx al
zien aankomen dat het burgelijk socialisme zou roepen: "Leve de
kapitalistische maatschappij, leve de burgerlijke wet, leve de gevestigde
orde!"
Men moet benadrukken dat Tobback al voor de verkiezingen dergelijke kreten
had geslaakt, voor zijn grote manoeuvres in de richting van de
progressieve intellectuelen.
Het radicale keerpunt van Tobback naar orde en wet en de autoritaire staat
dateert van 1994, toen hij besliste de repressiekrachten uit te breiden en
te versterken en de politieke controle op de bevolking te verhogen.
[
Inhoud ]
We willen hier zes punten aanhalen in de
recente evolutie van het 'politiesocialisme' in België.
Eén. Meer flikken, minder leraars.
In 1994 besliste de CVP-SP-regering meer politiemannen aan te werven.
De Koninklijke Besluiten van 9 mei en 10 juni 1994 geven het minimum
aantal agenten aan die de gemeenten moeten hebben. Ze bepalen de
'volwaardige politiezorg' waar de gemeenten de normen van moeten
respecteren om in aanmerking te komen voor een federale financiering.
In 1995 waren er al 1.546 nieuwe agenten aangeworven als burger (829
eenheden) of politieman (717 eenheden) en hun aantal zal weldra de 2.500
bereiken. (73) Dat is een andere formule van het burgelijk socialisme:
'Minder leraars en evenveel flikken meer!'
Twee. Tien miljard om alle Belgen te
ficheren.
Op het ogenblik dat de burgerij de uitgaven voor onderwijs met 14 miljard
wil inkrimpen in het Franstalige landgedeelte, gaat er tien miljard naar
de oprichting van een informatienet voor alle politiediensten.
Het net ASTRID (All Round Semi-Celluar Trunking Radio Communication) zal
dienen voor gezamenlijk gebruik door de rijkswacht, de gemeentepolitie, de
gerechtelijke politie, de burgerbescherming, de brandweer, de
staatsveiligheid, de douanediensten en volksgezondheid." (74)
Bovendien worden de gemeentelijke politiediensten gemoderniseerd via een
Project voor Informatisering van de Politie dat alle informatie
standaardiseert. Die informatie wordt "gecentraliseerd in de Algemene
Politie Steun Dienst, die de informatie verwerkt en terugstuurt naar de
korpsen, met een begeleidende commentaar en een synthese." (75)
Drie. De gemeentepolitie wordt de
loopjongen van de rijkswacht.
Sinds haar zogenaamde 'demilitarisering' staat de rijkswacht onder de
bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken. "Dat laat mij toe, zo
zegt Vande Lanotte, de uitrusting, de opleiding en de organisatie van de
rijkswacht en de gemeentelijke politie op elkaar af te stemmen." (76)
Vande Lanotte voerde Inter-Politiezones in, waar "de gemeentelijke politie
en de rijkswachtbrigades samen verantwoordelijk zijn voor de plaatselijke
politiezorg." (77) In elke Inter-Politiezone is er regelmatig overleg
tussen de burgemeester, de Procureur des Konings en de vertegenwoordigers
van de rijkswacht, de gemeentelijke politie en de gerechtelijke politie.
Op federaal vlak is er een Algemene Politie Steun Dienst om "de
samenwerking en de coördinatie van de politiediensten" te regelen. Zijn
directiecomité omvat verantwoordelijken van de rijkswacht, de
gemeentelijke politie en de gerechtelijke politie. Deze dienst
centraliseert onder andere de informatica, de opleiding en de technische
steun. (78) Er komt een eenvormige basisopleiding. De officieren van de
verschillende korpsen zullen gezamenlijke cursussen krijgen wat "zal
bijdragen tot een betere verstandhouding tussen de politiediensten." (79)
De autonomie van de gemeentelijke politie, een democratische eis die de SP
lange tijd verdedigde, is in de feiten vernietigd. De socialist Vande
Lanotte verklaart: "De gemeentelijke overheden die zich verzetten tegen
iedere vorm van politiesamenwerking zoals de federale overheid die wenst,
zullen geen aanspraak meer kunnen maken op een specifieke financiële hulp
van de federale overheid." (80)
[
Inhoud ]
Vier. De rijkswacht is een echte
gecentraliseerde politieke politie geworden.
Als ministers van Binnenlandse Zaken hebben de socialisten Tobback en
Vande Lanotte van de rijkswacht een alomtegenwoordige politieke politie
gemaakt.
Die heeft voortaan drie taken: eerst de basispolitiezorg. Dat wil zeggen
dat de rijkswacht haar voogdij oplegt aan de gemeentelijke politie en mee
de controle voert over de bevolking op gemeentelijk vlak.
Vande Lanotte schrijft: "Overal waar dat mogelijk is, wil de rijkswacht,
in samenwerking met de plaatselijke overheid, de andere politiediensten,
de plaatselijke bevolking en de andere betrokken sociale instanties, een
oplossing zoeken voor tal van problemen die de plaatselijke gemeenschap
bezig houdt." De rijkswacht zal "informatieuitwisselingsprogramma's met de
beroepsorganisaties en de organisaties van de middenstand" opzetten. (81)
Tweede taak van de rijkswacht: "de gespecialiseerde politiediensten". Het
gaat erom "de meer georganiseerde vormen van misdaad" in de hand te
houden, zoals "drugs, illegale immigratie, milieudelicten, mensenhandel en
hormonentrafiek." (82)
Tenslotte is er een taak van 'gespecialiseerde ondersteuning'. Het gaat om
functies van "steun uit de lucht, algemene reserve, speciale
interventie-eenheden, telematica." (83)
Vijf. De rijkswacht is geïntegreerd in
het nieuwe Europese politiesysteem onder Duitse overheersing.
De sociaal-democratische ministers spelen ook een cruciale rol in de
centralisatie van de repressie- en spionagekrachten tegen de burgers op
Europees niveau.
Vande Lanotte dringt aan op de oprichting van een Europese politieke
politie. "Dank zij de overlegstructuur Trevi werd een ver doorgedreven
coördinatie van de politieke samenwerking van de politiediensten tussen de
landen van de Europese Gemeenschap verwezenlijkt. Deze samenwerking
concretiseert zich in de derde pijler van het Verdrag van Maastricht."
"Een gemeenschappelijke immigratiepolitiek en de internationalisering van
de problemen van ordehandhaving en van de grote criminaliteit (ook het
terrorisme) heeft als gevolg dat de samenwerking met de andere
buitenlandse politiediensten gestructureerd moet worden. Men moet ook
komen tot een harmonisering van de operationele organisatie en van de
opleiding, de methodes en de uitrusting van de politiediensten." Via de
Schengen-akkoorden "werd een informatiesysteem ontwikkeld waarmee de
landen directe contacten ontwikkelen, wat een vorm van doeltreffende
controle toelaat op de wetgeving inzake buitenlanders, criminaliteit en
staatsveiligheid." (84)
De sociaal-democratie gaat er prat op de belangrijkste kracht te zijn in
de opbouw van Europa. Dit Europa vormt een beslissingsniveau waar de
economische dictatuur van de grote kapitalisten zonder masker wordt
uitgeoefend. En de sociaal-democratie die de werkers bedriegt met
waanbeelden over het 'sociaal Europa' brengt vandaag een semi-fascistisch
politie-Europa op de been om de sociale strijd neer te slaan. Dit
politie-Europa komt onvermijdelijk onder de leiding van de politieke
politie van de rijzende supermacht Duitsland.
[
Inhoud ]
Zes. Controle van de bevolking,
organisatie van de spionage en de verklikking.
In de nasleep van de overwinning van het Vlaams Blok in 1991 ging de SP
immigratie en criminaliteit met elkaar verbinden in haar politiek van
zogenaamde 'misdaadpreventie.'
De raadgever van Vande Lanotte, de SP'er Kris Van Limbergen, schrijft: "Na
de verkiezingsschok van november 1991 is er een doorbraak gekomen in de
preventiepolitiek. De grote steden zaten inderdaad in een impasse. De
problemen van drugs, kleine criminaliteit en het gevoel van onveiligheid,
die de niet-Belgische of marginale bevolkingsgroepen aanbrengen, werden
steeds scherper." (85)
De 'veiligheidscontracten' vormen de kern van deze preventiepolitiek.
Enorme sommen werden hiervoor onmiddellijk vrijgemaakt. Zo werd in 1994
3,2 miljard frank vrijgemaakt voor deze 'preventie'. (86)
De belangrijkste post in deze 'veiligheidscontracten' is de "versterkte
aanwezigheid van de politie in de straten." (544.000.000 frank).
De tweede post heet: "Betere integratie van de specifieke groepen"
(283.000.000 frank) en wil hoofdzakelijk de migranten en de jongeren beter
controleren. (87)
Het was de liberaal Gol, die als minister van Justitie in 1982 de idee van
de veiligheidscontracten lanceerde, toen hij binnen de rijkswacht bureaus
oprichtte ter preventie van inbreuken.
Na de eerste doorbraak van de fascisten van het Vlaams Blok in 1988 kwam
er een Koninklijk Commissariaat voor het migrantenbeleid. Dit
Commissariaat werkte een 'integratieconcept' uit dat vertrok van het
standpunt dat de problemen bij de migranten te zoeken zijn. Het
integratieconcept houdt alle legale discriminaties in stand en laat de
racistische campagnes van de fascistische partijen en de racistische
politiek van de regeringspartijen ongemoeid.
In mei 1990 waren er in Vorst gewelddadige reacties van jonge migranten
tegen de politiecontroles. En op datzelfde ogenblik kwam het Koninklijk
Commissariaat naar buiten met een rapport over de immigratie en de
veiligheid. Het stelde voor dat er "meer politie in de straten aanwezig
zou zijn door de aanwerving van hulp-politiemannen en wijkagenten." "Een
betere ondersteuning door de rijkswacht." "Een betere communicatie tussen
de politiediensten, de rijkswacht en de bevolking." (88)
Al deze punten vinden we terug in de 'veiligheidscontracten' van 1993 en
het Commissariaat verheugt zich daarover. Het Commissariaat was vertrokken
van 'sociaal integratiewerk'. Maar in de feiten organiseerde het een
controle-net om te verhinderen dat de woede zou uitbarsten in de wijken
die er het ergst aan toe zijn en waar de willekeur van de politie hoogtij
viert. Die netten werden dan uiteindelijk geïntegreerd in de
'veiligheidscontracten' van de rijkswacht en de politie.
Onder de rubriek 'integratie' (!) willen deze contracten "overleg
organiseren tussen de politie en de migranten." Men leest er ook dat "de
straathoekwerkers zich concentreren op de doelgroepen, met name de
drugsgebruikers en de kandidaat-gebruikers." Vallen voortaan onder
politiebevoegdheid: "Het wijkbeleid, het openen van jeugdhuizen, het
organiseren van activiteiten onder de migranten. Het wijkwerk:
probleemjongeren naar sportclubs oriënteren, sportactiviteiten
organiseren, fan-coaching projecten (om de supporters te omkaderen)." (89)
De jonge migranten vormden het voorwendsel voor de invoering van deze
politiecontrole over de bevolking. Maar al zeer snel breidde Vande Lanotte
de politie-activiteiten uit naar 'probleemjongeren'. In steden als Aalst
en Mechelen, waar weinig jonge migranten wonen, vormen de Belgische
schoolverzuimers het uitverkoren doelwit.
Een onderzoeksverantwoordelijke van de Franstalige universiteit UCL toont
goed aan hoe die 'veiligheidscontracten' hoofdzakelijk dienen om heel de
bevolking onder bewaking te plaatsen. Isabelle Poulet schrijft: "De
veiligheidscontracten leggen de nadruk op de bewaking. Vooreerst moedigen
ze de informele sociale controle door de bevolking en verschillende
beroepscategorieën aan (conciërges, tram- en buschauffeurs,
sociaal-assistenten en culturele werkers in de wijk). Daarnaast is er de
bewaking met technische middelen, aanpassing van de gebouwen en publieke
plaatsen om de veralgemeende bewaking makkelijker te maken. En tenslotte
algemene mobilisatie voor de omkadering van de jongeren in goed
gecontroleerde en georganiseerde structuren. De politiek die in België
wordt ontwikkeld door de socialistische partijen gelijkt sterk op de
behoudsgezinde politiek van de Britse regering." (90)
Volgend voorbeeld toont goed aan hoe sociaal werk in de ogen van de
'socialistische' ministers gelijk staat met politiewerk. De schepen van
Sociale Zaken van Gent krijgt elk jaar 27 miljoen via de
veiligheidscontracten voor stadsbussen, wijkcomités en
integratie-sportprojecten. Tien sociaal-assistenten, twee psychologen en
drie criminologen werden bij de politie aangeworven in het kader van de
veiligheidscontracten. (91)
Heel wat leden van de SP en de PS denken
dat hun partij in het begin, voor de Eerste Wereldoorlog, een marxistische
partij was die de klassenstrijd voerde tegen het kapitalisme. Dat is een
mythe die tegengesproken wordt door de historische feiten. Vanaf zijn
ontstaan verzette de Belgische Werklieden Partij zich zowel tegen de
revolutionaire klassenstrijd als tegen de marxistische opvatting over de
staat en het socialisme.
De leiders van de SP en de PS kennen de geschiedenis van hun partij en ze
beliegen hun militanten op schaamteloze wijze. Deze eerste mei hebben wij
zo'n leugens gehoord, gericht aan de leraars. Vande Lanotte met naast hem
Di Rupo, riep in Frameries: "De patroons zijn er in honderdvijftig jaar
niet in geslaagd het socialisme op de knieën te krijgen. De leraars zullen
daar ook niet in slagen." (92) Destrée, gesteund door Busquin, zei in
Verlaine: "Als de linkerzijde in verspreide slagorde tegenover de opgang
van extreem-rechts staat, dan gebeurt het ergste." (93) Ieder woord in
deze zinnen is een historische leugen. De onbetwistbare feiten die hier
volgen zullen dat bewijzen.
[
Inhoud ]
Alles lag al besloten in de zin die César
De Paepe in 1890, vijf jaar na de stichting van de partij, uitsprak: "Wij
willen het algemeen stemrecht om de revolutie te vermijden. Hervorming of
revolutie, algemeen stemrecht of algemeen oproer, dat is het dilemma
waarvoor het Belgische volk staat." (94)
In 1886, 1887 en 1891 brandden twee hongeropstanden en een spontane
staking voor het algemeen stemrecht los. De Belgische Werklieden Partij
leidde die niet. Erger nog, ze desolidariseerde zich ervan en noemde ze
'voorbarig.'
De 11de april 1893 verwierp de regering het algemeen stemrecht en de BWP
kondigde de algemene staking af. De arbeiders kwamen in botsing met de
ordestrijdkrachten. Er werden arbeiders vermoord in Jolimont en Jemappes,
in Brussel en in Borgerhout. De socialistische leiders leidden noch
ondersteunden de strijd. Ze probeerden de liberalen ervan te overtuigen in
hun plaats in de Kamer het algemeen stemrecht te eisen. Ze gingen zo ver
aan de liberalen het stopzetten van de staking te beloven zonder dat het
algemeen stemrecht (uitsluitend voor mannen, welteverstaan) veroverd was.
Ze stelden zich tevreden met het meervoudig stemrecht: drie stemmen voor
een rijke man, één stem voor een arme man, geen stem voor een vrouw! En zo
gebeurde het.
De 9de april 1902 brak de tweede algemene staking uit in de Belgische
geschiedenis. Tegen de wil van de BWP! Er waren driehonderdduizend
stakers. Er vielen doden in Houdeng, in Leuven en in Brussel. De staking
was vijf dagen bezig toen de leiding van de partij haar 'erkende' om haar
te controleren en er zes dagen later een einde aan te maken zonder dat de
minste toegeving afgedwongen was. Vandervelde erkende dat hij vanuit de
socialistische basis "het voorwerp was van protesten, woede-uitbarstingen,
uiterst scherpe kritieken en zelfs beledigingen". (95) 94 jaar geleden al
wierp de basis eieren en tomaten naar de sociaal-democratische kopstukken.
Vanaf 1908 maakte de BWP openlijk plannen bekend om samen met de liberalen
te regeren. Ze werd met de dag vijandiger tegenover de klassenstrijd.
Maar de werkers eisten de algemene staking om de politieke gelijkheid af
te dwingen. De burgerij had intussen uitstekend begrepen dat het algemeen
stemrecht geschikt was om de socialistische leiders in te schakelen in de
burgerlijke orde. In februari 1913 zei de katholieke eerste-minister de
Brocqueville aan Vandervelde: "Ik heb besloten het algemeen stemrecht
mogelijk te maken." Hij zei ook dat hij, gezien het oorlogsgevaar,
toegevingen wilde doen aan de BWP om de nationale eenheid te kunnen
realiseren. De Brocqueville dacht er al aan de socialistische partij te
gebruiken om de arbeiders mee te trekken in de komende
inter-imperialistische oorlog. Drie weken lang probeerde Vandervelde de
algemene staking te vermijden.
Toen hij die uiteindelijk toch moest afkondigen, werd het een staking
onder strenge controle, zonder betogingen, meetings en vlammende
toespraken maar gesponsord -- 't is geen grap -- door de patroons. In zijn
memoires stoeft Vandervelde dat steenkoolbazen en directeurs van de
Société Générale hem verschillende miljoenen gaven om de staking te
steunen! "In de loop van de staking kregen wij van verschillende kanten
steun, wat erop wees dat er bij sommige grote bourgeois sympathie leefde
voor de zaak van het volk. Op het kasteel van Mariemont gaf kasteelheer
Raoul Warocqué, sinds jaren een persoonlijke vriend van mij, zijn
mijnwerkers de volle toelating om het werk neer te leggen. De hele duur
van het conflict gaf hij de kinderen van de stakers te eten. Een directeur
van de Société Générale, Emile Franqui, die later gouverneur werd van die
maatschappij, bezorgde me anoniem een dikke cheque om de stakers te
steunen. Mijnheer Marquet, de grote baas van de casino's, gaf 600.000
frank." (96)
Voor de burgerij was de grote staking van 1913 het bewijs dat de leiders
van de socialistische partij de woede van de massa's konden beheersen en
dat zij klaar stonden voor de loyale collaboratie met het patronaat en de
kapitalistische staat. Mijnheer Vande Lanotte, u verneemt het misschien
pas nu, maar het is toch al 90 jaar geleden dat de patroons ermee
opgehouden zijn uw burgelijk socialisme te bekampen.
Vanaf het begin dus verraad van de revolutionaire klassenstrijd.
[
Inhoud ]
Vanaf het begin ook verraad van de
marxistische opvatting over de staat.
Marx heeft aangetoond dat in de kapitalistische maatschappij de dictatuur
van de grote burgerij heerst en dat de burgerlijke staat het voornaamste
instrument is van die dictatuur. Marx heeft aangetoond dat de
klassenstrijd gevoerd moet worden tot aan de socialistische revolutie. De
revolutie moet de staatsmachine en vooral zijn repressie-instrumenten
vernietigen. De revolutie moet een nieuwe staat scheppen, de staat van de
werkende massa's die de dictatuur van de werkers zal uitoefenen over de
kleine minderheid van uitbuiters.
Het werk van Marx 'De burgeroorlog in Frankrijk' is 125 jaar oud. Na 100
jaar verraad van de SP vallen de woorden van Marx op door hun
actualiteitswaarde en hun indringendheid. Na de mislukking van de Commune
van Parijs maakte Marx het bilan van de voorbije revolutie op en hij
schreef: "De arbeidersklasse kan er zich niet mee tevreden stellen de
staatsmachine als dusdanig over te nemen en haar te doen functioneren voor
haar rekening. De gecentraliseerde macht van de staat met zijn alom
tegenwoordige organen: staand leger, politie, bureaucratie, clerus en
magistratuur dateert uit de tijd van de absolute monarchie. Naarmate de
vooruitgang van de moderne industrie het klasse-antagonisme tussen
Kapitaal en Arbeid ontwikkelt, neemt de staatsmacht steeds meer het
karakter aan van een nationale macht van het Kapitaal over de Arbeid, van
een apparaat voor klasse-overheersing. Het pure repressieve karakter van
de staatsmacht zal steeds meer openlijk worden. De staat is niets anders
dan een machine ter onderdrukking van een klasse door een andere." (97)
"(Dankzij) de openlijke revolutie vestigt het proletariaat zijn
overheersing door de gewelddadige omverwerping van de burgerij." (98) "De
arbeidersklasse moet de oude onderdrukkingsmachine die tot dan tegen haar
gebruikt is uitschakelen." (99)
De liberale politiek van de huidige socialistische leiders vindt zijn
oorsprong in 1900, bij Emile Vandervelde (1866-1938). Als tegendeel van
het marxisme beweerde Vandervelde dat de werkers naar het socialisme
kunnen overgaan zonder de burgerlijke staat te breken.
Hij zegt dat de burgerlijke staat een slechte kant en een goede kant
heeft. De slechte kant, dat is de klasse-repressie. De goede kant, dat is
het beheer van de maatschappij. De slechte kant, dat is "de staat als
rijkswachter, politieagent, legercommandant". De goede kant, dat is "de
staat als schoolmeester of als industrieel". Over die goede kant zegt
Vandervelde ook nog: "De staat zet de arbeidsinspectie op, organiseert de
strijd tegen tuberculose en syphilis, bevordert de goedkope woningbouw,
baat lokale spoorwegen uit." (100)
Volgens Marx handelt de burgerlijke staat uitsluitend in het belang van de
kapitalisten. Haar rol van repressie en onderdrukking van de werkers is
essentieel. De burgerlijke staat moet ook de maatschappij organiseren in
het belang van de kapitalisten, alle voorwaarden scheppen opdat de
patroons voldoende goed gekwalificeerde en gezonde arbeiders zouden kunnen
vinden om maximale winst te realiseren. En tenslotte moet de staat soms
toegevingen doen door de revolutionaire strijd van de werkers. Maar die
toegevingen blijven partieel en kunnen weer afgebroken worden zodra de
krachtsverhouding veranderd is.
Met zijn theorie van de goede en de slechte kant ontkent Vandervelde het
klassekarakter van de staat. Hij ontkent het feit dat de burgerlijke staat
door de burgerij geschapen is om de macht van de burgerij te verdedigen.
Vandervelde ontkent dat de burgerlijke staat in essentie een machine is
van klasse-repressie en klasse-overheersing die om die reden door de
revolutie gebroken moet worden en vervangen door een fundamenteel
verschillende staat die de belangen van de werkers uitdrukt en verdedigt.
Vandervelde werkte zijn theorie van goede en slechte kant uit om de
noodzaak van de socialistische revolutie te ontkennen. De socialistische
partij zou door verkiezingen in de regering komen en zo de slechte kant
van de staat verminderen en de goede kant ontwikkelen wat uiteindelijk zou
uitdraaien op een socialistische staat. Hoe zal Vandervelde het socialisme
verwezenlijken? Zijn antwoord: "Door een reeks onopvallende veranderingen
zullen de autoritaire functies van de staat op vreedzame wijze verdwijnen,
terwijl zijn economische functies steeds belangrijker zullen worden."
(101) Dankzij progressieve hervormingen zullen de autoritaire aspecten van
de kapitalistische staat dus verdwijnen en de nieuwe, louter
administratieve en economische staat zal een socialistische staat zijn.
Dat duurt nu al meer dan een eeuw dat de leiders van de SP en de PS de
werkers wetens en willens met die leugen bedriegen. Het resultaat: de
kapitalistische staat is oneindig meer onderdrukkend, anti-volks,
gewelddadig en militair dan in 1896.
[
Inhoud ]
Tenslotte verraadde de Belgische
Werklieden Partij ook vanaf het begin de socialistische principes.
Volgens Marx is de kapitalistische uitbuiting gebaseerd op het privé bezit
van de productiemiddelen en op de vrije markt. Er is een socialistische
revolutie nodig om de uitbuitende minderheid te onteigenen. De
productiemiddelen moeten de gemeenschap toebehoren en de productie moet
verlopen volgens een plan en in functie van de essentiële noden van de
werkers.
Op dat terrein bestreed Vandervelde het marxisme op twee manieren.
Vooreerst steunde hij een thesis van de anarchisten die zeggen dat de
arbeiders hun eigen productie- en handelscoöperaties moeten oprichten. Zo,
aldus Vandervelde "stichten zij een staat in de staat waarvan de groeiende
macht de kapitalistische overheersing zal vervangen door coöperatief
beheer". (102) Kortom, de arbeiderscoöperatieven zullen zonder revolutie
en in een maatschappij beheerst door de vrije markt de kapitalistische
ondernemingen door de concurrentie uitschakelen. De geschiedenis heeft
aangetoond hoe potsierlijk die thesis is.
Vervolgens bekampte Vandervelde het marxisme door een liberaal plan voor
de socialisatie van de productie over te nemen. De liberale senator en
grootindustrieel Solvay stelde in 1899 inderdaad een 'plan voor vrije
socialisatie voor' dat onmiddellijk de steun kreeg van de 'marxist'
Vandervelde. Vande Lanotte beweerde op 1 mei dat de patroons al 150 jaar
de SP en de PS op de knieën willen krijgen. Maar het openlijke
bondgenootschap tussen de grote patroon Solvay en Vandervelde dateert van
1899.
Volgens het plan-Solvay "zal het privé initiatief dat schepper is van het
ondernemen volledig blijven bestaan terwijl de staat nochtans toch meer en
meer zal socialiseren." (103) Het kapitalisme was in volle expansie en
Solvay wilde dat de staat kapitalen aanbracht voor zijn ondernemingen.
Vandervelde onderschreef deze idee en wikkelde ze in een pseudo
marxistisch taaltje. Hij zei: "De deelname van de staat in de
ondernemingen zal dezelfde gevolgen hebben als de integrale socialisatie
van de grote industrieën. Het penetratie-systeem dat Solvay voorstaat,
maakt het mogelijk van het kapitalistisch regime over te gaan naar het
integraal socialistisch regime." (104)
Vandaag weten we wat er van die zogezegde overgang naar het socialisme
geworden is, nu liberalen en sociaal-democraten zich inspannen om dat
gedeelte van de kapitalistische productie dat beheerd werd door de
burgerlijke staat te privatiseren.
In 1919, toen de werkers in de hele wereld sympathiseerden met de
oktoberrevolutie, stelde Vandervelde het plan van de liberaal Solvay voor
als een revolutie.
Vandervelde nam in 1919 inderdaad met andere vertegenwoordigers van de
zegevierende imperialistische machten deel aan de Commissie voor
internationale arbeidswetgeving waaruit het Internationaal Bureau van de
Arbeid voortkwam. In een commentaar op de conclusies van de Commissie zei
Vandervelde: "Het regime dat zij voorstelt is een overgang tussen het
absolutisme van het patronaat en de souvereiniteit van de arbeid. Om van
het ene naar het andere te gaan, zijn verschillende wegen mogelijk. Door
opstand en geweld of integendeel met een minimum aan botsingen. Er zijn
twee methodes om de revolutie te maken die zich vandaag in de wereld
voltrekt: de Russische en de Britse methode. De Britse methode heeft mijn
voorkeur." (105) Vandervelde beweerde dus dat hij 'een langzame en
progressieve overgang' zou organiseren tussen de dictatuur van het
kapitaal en het socialisme, tussen het privé eigendom en de collectieve
eigendom van de productiemiddelen. Vandervelde verklaarde dat deze weg
naar het socialisme gevolgd werd in Groot-Brittannië, de grootste
imperialistische en kolonialistische macht van die tijd! En omdat de
Belgische werkers verlangden naar de revolutie, moest Vandervelde hen
voorliegen dat die weg naar hetzelfde resultaat leidde als de
sovjetrevolutie: het socialisme.
[
Inhoud ]
De Eerste Wereldoorlog plaatste twee even
bloeddorstige imperialistische blokken tegenover elkaar.
De burgerij van de twee kanten voerde een oorlog voor een nieuwe verdeling
van de kolonies. Engeland en Frankrijk wilden hun koloniale rijken bewaren
tegen Duitsland, de nieuwe, groeiende macht die haar deel opeiste van de
koloniale buit. België wilde Kongo houden dat direct bedreigd werd door
Duitsland. Rusland sloot zich bij hen aan om een deel van de Balkan van
Oostenrijk af te pakken en om de Bosporus en de doorgang nar de
Middellandse Zee onder controle te krijgen. Duitsland wilde zich ten
opzichte van de Engelse supermacht versterken door een deel van Europa te
controleren. Bij dat deel hoorde België, het noorden van Frankrijk, de
Baltische staten en de Balkan. Duitsland wilde ook dat de uitgestrektheid
van zijn kolonies in verhouding was met zijn economische macht.
Maar Vandervelde riep uit dat deze imperialistische oorlog "een heilige
oorlog (was) voor het recht, de vrijheid en de beschaving. Wij vechten
voor het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren." (106)
Aan de andere kant steunde de baas van de Duitse socialisten ook zijn
'eigen' imperialistische burgerij. Deze kerel, Scheidemann, schreef: "Voor
ons volk en voor zijn vrije toekomst betekent een overwinning op het
Russisch despotisme veel, zoniet alles. Wij moeten de cultuur en de
onafhankelijkheid van ons land bewaren. In het uur van gevaar zullen wij
ons vaderland niet in de steek laten." (107)
De burgerij van de twee kanten voerde ook de oorlog om een einde te maken
aan de revolutionaire krachten in eigen land. In België plaatste de
burgerij de socialistische leiders voor de keuze: ofwel vasthouden aan
marxistische standpunten en de gevangenis in vliegen, ofwel collaboreren
met het burgerlijke regime en haar belangen verdedigen. De leiders van de
BWP hadden al lang hun keuze gemaakt en de burgerij wist dat. Toen
eerste-minister de Brocqueville de eerste dagen van de oorlog aan
Vandervelde voorstelde lid te worden van de burgerlijke regering,
antwoordde Vandervelde: "Daar heb ik maar één antwoord op mijnheer de
voorzitter: ik aanvaard!" (108) Het is met die woorden dat de formele
overgang van de SP en de PS bezegeld werd naar de kant van de
kapitalistische orde, naar de kant van de imperialistische orde, naar de
kant van de monarchie, naar de kant van de oorlogskrachten. Dat gebeurde
dus exact 82 jaar geleden!
Laat ons eens kijken wat dat inhield.
De oorlog veroorzaakte zeer scherpe sociale tegenstellingen want 700.000
arbeiders leefden van een werkloosheidsuitkering en 3.500.000 mensen, dat
is de helft van de bevolking, leefde van internationale hulp. (109) Maar
Vandervelde ontkende de klassenstrijd en verplichtte de noodlijdende
arbeiders van zich op te stellen achter de patroons. "Wij waren verdeeld,
zegde hij, door de klassenstrijd. Welnu! De Duitse dreiging was voldoende
opdat wij unaniem zouden zijn." (110) "In het Belgische parlement zijn
geen republikeinen meer, of monarchisten, of socialisten, of liberalen, of
katholieken, of Vlamingen, of Walen. Er is één unaniem volk!" (111) Allen
verenigd om de arbeiders en de boeren in een misdadige roofoorlog te
storten, de grootste slachtpartij uit de geschiedenis! Vandaag, in 1996,
zijn veel mensen van links er zich van bewust dat er geen enkel essentieel
verschil is tussen de socialistische, liberale en katholieke leiders. Maar
dat dateert dus al van 1914.
Het socialisme is altijd republikeins geweest. Het kan niet leven binnen
feodale monarchistische structuren. Vandervelde die vanaf het begin van de
oorlog monarchist geworden was groette koning Albert I aldus: "De moedige
koning (die) ervan droomt het koningschap te verzoenen met de democratie,
en misschien met het socialisme." (112)
Vlak voor de oorlog was Vandervelde nog van leer getrokken tegen "die
klasse-staat, gefundeerd op macht, met, tegen de binnenlandse en
buitenlandse vijand, haar militair apparaat". (113) Maar vanaf het begin
van de oorlog werd Vandervelde een verbeten militarist en hij riep uit:
"Deze oorlog moet tot het einde gevoerd worden. Wij willen dat deze oorlog
voortduurt om niet verplicht te zijn ze weldra te moeten herbeginnen."
(114) Vandervelde steunde de expansionistische politiek van de Belgische
burgerij en eiste de annexatie van Eupen-Malmédy en van het Groot
Hertogdom Luxemburg en later van Ruanda en Burundi. (115)
Onmiddellijk na de oorlog riep koning Albert de socialistische patron
Vandervelde bij zich op het kasteel van Loppem. De koning vreesde voor een
sociale revolutie in België en om die tegen te gaan vroeg hij aan
Vandervelde om zitting te nemen in een regering van nationale eenheid. De
patron van de BWP aanvaardde onmiddellijk. (116)
[
Inhoud ]
Vande Lanotte beweert dat de patroons een
eeuw geleden de SP/PS wilden vernietigen. Maar bijna een eeuw geleden werd
Vandervelde de intieme vriend van de grote koloniale patroons, van de
leiders van de Société Générale, Albert Thys, Emile Franqui en Félicien
Cattier!
In 1886 stichtte Albert Thys, kapitein van de generale staf en
ordonnansofficier van Leopold II de eerste grote koloniale holding, de
Compagnie du Congo pour le Commerce et l'Industrie (CCCI). Daarna stichtte
hij de Compagnie du Chemin de Fer du Congo, de Compagnie du Katanga en de
Banque d'Outremer. In samenwerking met de Société Générale stichtte Thys
in 1906 de Union Minière, in 1909 Banque du Congo Belge en in 1910 de
Compagnie Maritime Belge. (117)
Vandervelde schreef: "Ik trad in nauw contact met kolonel Thys en wij
werden vrienden." Vandervelde benadrukte 'de gevoeligheid' van kolonel
Thys die de basis vormde van 'zijn revolte tegen het leopoldistisch
systeem'. (118)
Waarover ging het? Leopold II had tijdens de Conferentie van Berlijn van
1885 de Kongostaat als zijn persoonlijk domein gekregen. De Belgische
kapitalisten waren niet geïnteresseerd in deze verlieslatende onderneming.
Leopold II baatte Kongo uit en zei dat alle 'vacante' terreinen zijn
eigendom waren. Hij eiste onder militaire dwang dat de zwarten hem rubber
en ivoor leverden.
Maar van zodra duidelijk werd dat er in Kongo lucratieve zaken te doen
waren, eisten de Belgische patroons hun deel op. Vandervelde gaf toe: "Thys
was zwaar in zijn belangen aangetast door de uitbouw van het formidabele
staatsmonopolie dat enkel voor het profijt van de absolute monarch Leopold
II werkte, ten koste van de privé ondernemingen." (119)
Vanaf 1903 plaatste Vandervelde zich aan de kant van de grote Belgische
patroons die van Kongo een Belgische kolonie wilden maken tegen Leopold II
die 'zijn' Kongo voor hem alleen wilde houden.
Zo werd Vandervelde een heel nauwe vriend van Emile Francqui, de
gouverneur van de Société Générale, voorzitter van Union Minière,
afgevaardigd-beheerder van Forminière, vice-voorzitter van de Banque du
Congo belge. (120)
Zo voerde Vandervelde 'zijn strijd' aan de zijde van Félicien Cattier, de
vice-gouverneur van de Société Générale, bestuurder van Union Minière.
(121)
De koloniale teksten van de liberale patroon Cattier zijn nagenoeg
identiek aan die van Vandervelde. Félicien Cattier: "Het uitbatingsregime
van de staat moet zo snel mogelijk afgeschaft worden en vervangen door de
vrijhandel. Het heil van de inboorlingen, de economische welvaart en de
financiële gezondheid van de staat staan op het spel." (122)
De sociaal-liberaal Vandervelde: "Vanuit puur economisch standpunt deugt
het huidige systeem niet meer." (123) "Om de zwarten ertoe te brengen op
een voor de Europeanen winstgevende manier te werken moeten zij
aangeworven worden tegen een rechtmatige verloning. Het systeem van vrije
arbeid moet mogelijk gemaakt worden door de betaling in lonen en
producten, door de vrijhandel." (124)
Vandervelde had heel de leiding van de BWP overtuigd van de noodzaak en
het nut van de Belgische kolonisatie van Kongo. Hij legde hen uit dat de
'opofferingen' van de beginfase zouden kunnen gecompenseerd worden door de
inkomsten uit rubber, koper en diamant. "Zullen de opofferingen die
iedereen voor het begin voorziet geen compensatie krijgen door echte
voordelen? De economische toekomst van Kongo zal afhangen van een reeks
factoren zoals de prijs van het rubber, het succes van de Europese en
inlandse planterijen, het belang van minerale rijkdommen in een gebied
waarvan de ontginning nog maar begonnen is, de industriële en
landbouwontwikkeling in streken zoals Katanga." (125)
Vandervelde werd binnen de BWP de rechtstreekse woordvoerder van de grote
Belgische kapitalisten die via het kolonialisme hun winsten wilden
optrekken. Hij zei: "België, of zo men wil, de Belgische burgerij is naar
Kongo getrokken. Ze heeft er belangen in genomen. Ze heeft er
ondernemingen gesticht waarvan het aantal voortdurend stijgt. Niemand kan
in alle ernst geloven dat ze na vijfentwintig jaar stappen achteruit zou
zetten en de plaats zou laten aan anderen. Ze zou zichzelf daarmee moreel
zwaar vernederen." (126)
Vandervelde rechtvaardigde de koloniale uitbuiting en onderdrukking
natuurlijk door deze verwerpelijke 'sociale' demagogie die het echte
waarmerk van de BWP is. Wij vinden hier een andere vorm van het burgelijk
socialisme: ja aan de kolonisatie in naam van de belangen van de zwarten,
in naam van de beschaving, het humanisme en het socialisme! Vandervelde:
"De enige vorm van beschavende tussenkomst die wij kunnen toestaan is deze
die in het rechtstreekse belang van de inlanders is en enkel in het
indirecte (!) belang van de beschaving 'brengers'. Als het Belgische
proletariaat geweken zou zijn voor het werk van hervormingen, dan zou het
ontrouw geweest zijn aan de grote humanitaire traditie van het socialisme.
De socialisten waren eensluidend. De werkers moeten tegenover de
kapitalistische koloniale politiek niet steriel negatief zijn maar een
inlandse socialistische politiek volgen." (127)
Vandervelde citeert met instemming Charles Gide: "Voor de verst
ontwikkelde volkeren is de kolonisatie niet zozeer een recht dan een
plicht tegenover de achtergebleven volkeren." (128)
Vandervelde is de geestelijke vader van het 'interventierecht' en de
'humanitaire tussenkomsten' die onze Tobback, Coëme en Busquin in Irak en
Ruanda toegepast hebben.
[
Inhoud ]
Na Vandervelde werden Paul-Henri Spaak en
Hendrik De Man de twee grote vedetten van de SP/PS.
Toen hij 28 jaar was, kritiseerde Spaak, die met het trotskisme flirtte,
het reformisme van Vandervelde. "Het reformisme, dàt is onze vijand. De
socialistische revolutie is ons ideaal. Wij aanvaarden het principe van
het privé eigendom niet, noch dat van de loonarbeid. Wi willen niet alleen
de radicale omvorming van de maatschappij, maar wij denken ook dat die
gewelddadig zal zijn. Door ons te steunen op de dictatuur van het
proletariaat, zullen wij de hele politieke superstructuur van vandaag doen
kantelen." (129) Niet meer dan dat! Is dat niet het model dat te volgen is
door diegenen die rond Moureaux en de Jongsocialisten zeggen te werken aan
een 'radicale ommezwaai naar links'?
In 1934 is Hitler aan de macht in Berlijn. Spaak is 35 jaar en hij zegt:
"Wij moeten onze fascisten uitroeien nu dat nog kan. Alleen de kracht zal
beslissen tussen socialisme en fascisme." (130) En hij vervolgt: "Wij
kunnen niet aanvaarden dat sommigen van ons aanvaarden minister te worden
onder een kapitalistisch regime. Weg met de regering van bankiers. De
arbeidersklasse aan de macht!" (131) Welke trotskist zou het beter kunnen
zeggen?
Welnu, precies drie maanden na deze uitspraak, werd Spaak minister in de
regering van nationale eenheid onder Van Zeeland.
Een jaar later, in 1936, Spaak is nu minister van Buitenlandse Zaken,
weigert hij de wettige Spaanse regering te steunen tegen de fascistische
opstand van Franco. Hij verklaart in de Kamer: "Ik heb beslist mijn
ideologische voorkeur totaal te vergeten." (132)
Toen in 1938 de oorlog almaar dreigender werd, zei Spaak: "Sommigen willen
ons meetrekken in een politiek van solidariteit van de democratieën tegen
de fascistische staten. Ik wens daar niet aan mee te doen." Spaak weigerde
eveneens een verbond met de Sovjet-Unie tegen het nazisme. En hij besloot:
"Als Groot-Brittannië en Frankrijk Tsjecho-Slowakije ter hulp willen
snellen door Duitsland via België binnen te vallen, dan zullen zij hier
beschouwd worden als invallers." (133)
PS-voorzitter Busquin zei dat 'de verdeling in het linkse kamp enkel
extreem-rechts ten goede komt'. Die uitspraak heeft als doel het
historische feit te verbergen dat de sociaal-democratie op actieve wijze
het fascisme geholpen heeft. De Belgische sociaal-democratie heeft de
Spaanse republikeinse regering die tegen de fascistische opstand vocht, in
de rug gestoken. De sociaal-democratie heeft het verbond met de
Sovjet-Unie en zelfs de alliantie met Engeland en Frankrijk om de
oorlogsplannen van Hitler te verhinderen bekampt.
[
Inhoud ]
In de jaren 1935-1939 vormden Spaak en De
Man een onafscheidelijk duo. In mei 1939 werd De Man tot voorzitter van de
partij gekozen dankzij de steun van Spaak. Samen verdedigden zij hun
programma van 'nationaal socialisme' dat "verkondigde dat het socialisme
zich enkel inspireerde aan het gemeenschappelijk welzijn en het nationaal
belang" en dat "alle productieve klassen op dezelfde voet plaatste". (134)
"In 1939, zegt De Man, eisten Spaak en ik een 'autoritaire democratie'.
Wij stelden dat men er fout aan deed de 'fascistische' bewegingen te
beschouwen als pogingen tot restauratie door de reactie terwijl zij in
werkelijkheid een revolutionaire rol speelden." (135)
Toen Hitler België bezette, publiceerde Hendrik De Man, de voorzitter van
de SP/PS, in naam van zijn partij een Manifest: "Ziehier wat ik u vraag te
doen. Geloof niet dat er weerstand moet geboden worden aan de bezetter.
Aanvaard eerder het feit van zijn overwinning en probeer er lessen uit te
trekken. Voor de werkende klassen en voor het socialisme is deze
ineenstorting van een vermolmde wereld verre van een ramp te zijn een
bevrijding. De weg ligt open voor de twee doelstellingen die de
verzuchtingen van het volk samenvatten: de Europese vrede en de sociale
rechtvaardigheid." (136)
Men zegt ons dat de Partij van de Arbeid 'het spel van extreem-rechts
speelt' door de kapitalistische en imperialistische politiek van de
leiders van SP en PS te kritiseren en te bekampen. Dat is eenvoudig
intoxicatie. Al in 1939 waren de twee denkers van de SP/PS, Spaak en De
Man, al zo hardnekkige verdedigers van het kapitalisme en het imperialisme
geworden, dat ze de 'revolutionaire rol' van de fascistische partijen
begroetten! In 1940 was de socialistische partij zo ontaard dat ze zich
verbond met het Hitler-fascisme. De 23ste augustus 1940 ondertekende
Achiel Van Acker, die later eerste-minister werd van een 'democratische'
regering, het Manifest van De Man en hij sprak zich uit 'ten gunste van de
nieuwe orde'. (137)
Eenmaal dat de oorlog voorbij was en het
fascisme vernietigd dankzij de onmenselijke inspanningen van het
sovjetvolk en het Rode Leger, werden Spaak en Van Acker, de twee oude
sympathisanten van het fascisme, eersterangs figuren in het 'nieuwe'
democratische België. Uit vrees voor de ontwikkeling van een
revolutionaire beweging, verklaarde eerste-minister Van Acker op 19 mei
1945: "Agitatoren die onze democratische instellingen willen vernietigen
voeren in het hele land propaganda om de economische herneming te stoppen.
De Belgische regering heeft beslist dat drie dagen lang iedere staking
verboden is. Vanaf morgen zullen alle provocateurs en alle agenten van de
vijfde colonne aangehouden worden." (138)
In 1950 is de oude 'revolutionair' Spaak nauw verbonden met het Amerikaans
imperialisme, de enige macht die het Europees kapitalisme en imperialisme
terug op gang kon trekken. De strijd in de Derde Wereld tegen het
kolonialisme en de strijd die de arbeidersklasse voor de revolutie voerde,
bedreigden de macht van de burgerij. Spaak zei toen: "Het Europa waar wij
over praten is een Europa waar zowel Azië als Afrika tegen revolteren, een
Europa dat sinds vijf jaar in angst leeft voor de Russen." (139)
In 1956 bieden de Amerikanen Spaak de post aan van secretaris-generaal van
de Navo. Een vertrouwenspost. Hij maakt er zich nuttig door de
anti-communistische haat te mobiliseren tegen de contrarevolutionaire
opstand in Hongarije.
De SP/PS bleef trouw aan de Belgische kolonisatie van Kongo, van de eerste
tot de laatste dag! Zo kon men tijdens een debat in de Kamer in 1960
volgende woorden horen, uitgesproken door de toenmalige voorzitter Collard:
"Als mijnheer Lahaye (een liberaal) zegt dat wij, de Socialistische
Partij, al jarenlang de Kongolezen aanzetten tot onafhankelijkheid, dan
wil ik hier toch wel benadrukken dat dat precies het tegenovergestelde is
van de waarheid. (Heel goed!, op de socialistische banken.) Op geen enkel
ogenblik en evenmin 'sinds jaren' hebben wij de Kongolezen ertoe aangezet
de onafhankelijkheid te vragen. Wij hebben in Kongo nooit campagnes,
bewegingen of organisaties opgezet die op open of clandestiene wijze het
Kongolese volk ertoe aanzetten de onafhankelijkheid te vragen." (140)
In 1964 speelt Spaak opnieuw als minister van Buitenlandse Zaken een
doorslaggevende rol in het op poten zetten van een internationale
interventiemacht in Kongo. Die interventiemacht was samengesteld uit
Zuid-Afrikaanse, Rhodesische en Europese huurlingen, Katangese gendarmes,
Belgische soldaten en Amerikaanse piloten. Die troepenmacht smoorde de
volksopstand die door Pierre Mulele geleid werd in het bloed.
Sinds César De Paepe en Vandervelde
hebben vijf generaties verraders de revolutionaire geestdrift van de
werkers voor het socialisme gebroken. Wij willen hier onze sympathie
uitdrukken voor die tienduizenden werkers van de SP en de PS die het beste
van zichzelf gegeven hebben maar die gepest, misprezen en gedemoraliseerd
werden door hun leiders. De ervaring van een eeuw verraad doet opnieuw de
essentiële vraag rijzen: kapitalisme of socialisme, collaboratie met de
uitbuiters of klassenstrijd, dictatuur van de burgerij of dictatuur van de
werkers.
De basis van de dictatuur van de burgerij
is het privé bezit van de productiemiddelen. De kapitalisten zoeken
maximale winst en in naam van deze wet worden de werkers onderworpen aan
de dictatuur van het kapitaal: ontslagen, over-uitbuiting, flexibiliteit,
vernietiging van de fysische en psychische gezondheid, onzekerheid voor de
dag van morgen, ontslag van strijdbare delegees, politie-repressie als zij
hun rechten opeisen. Geen enkele economische of sociale verworvenheid,
geen enkel democratisch recht is definitief verworven zolang de
productiemiddelen het privé eigendom zijn van een klasse uitbuiters.
Deze privé eigendom van de productiemiddelen veroorzaakt een verdeling van
de maatschappij in sociale klassen die op onverzoenlijke wijze tegenover
mekaar staan. De kapitalisten investeren enkel om maximale winst te
realiseren. De werkers hebben enorme behoeften die niet voldaan worden:
een volwaardig werk, kwaliteitsonderwijs, goede gezondheidszorg, een
fatsoenlijke woonst, culturele, wetenschappelijke en sportieve
activiteiten. Deze behoeften worden niet voldaan om de eenvoudige reden
dat ze de patroons niet voldoende winst opbrengen. Aan de ene kant zijn er
de miserie en de armoede veroorzaakt door het kapitalisme. Aan de andere
kant zijn er de honderdduizenden werklozen, overproductie van goederen,
teveel aan kapitaal.
De uiterst kleine minderheid van superrijken wordt almaar rijker, de armen
armer. Enkel door de klassenstrijd kunnen de werkers toegevingen afdwingen
van de kapitalisten en de omverwerping en de onteigening van de grote
burgerij voorbereiden.
De staat is het product van de onoplosbare tegenstelling tussen de
klassen. De staat is het instrument dat de burgerij gemaakt heeft om zijn
belangen te verdedigen. De staat is een machine om de politieke en
ideologische dictatuur van de burgerij op te leggen. Deze dictatuur wordt
gerealiseerd via electorale schijnvertoningen, door wetten die de belangen
van de kapitalisten uitdrukken, door indoctrinatie en ideologische
conditionering. Als deze middelen niet volstaan, gebruikt de staat
politie, rijkswacht en leger om de volksstrijd neer te slaan zoals wij
gezien hebben in Los Angeles, in 1992. Als gevolg van
volgehouden klassenstrijd en op een ogenblik van algemene crisis, zullen
de werkers de uitbuiters omver werpen, de werkende klassen zullen een
nieuwe staat, een socialistische staat opbouwen op de ruïnes van de
kapitalistische staat.
De burgerij heeft in de loop van de 20ste eeuw de macht in Europa kunnen
behouden dankzij de plundering van de Derde Wereld. Sinds het begin van
deze eeuw staan de socialistische partijen aan de kant van hun burgerij om
het kolonialisme en het neokolonialisme in stand te houden. De strijd van
de onderdrukte volkeren van de Derde Wereld tegen de dictatuur van het
vreemde kapitaal maakt integraal deel uit van de internationale strijd
voor de omverwerping van het kapitalisme. De werkers van Europa moeten de
dag van hun eigen bevrijding versnellen door de anti-imperialistische
strijd in de Derde Wereld onvoorwaardelijk te steunen.
[
Inhoud ]
Kapitalisten van alle landen verenigen
zich binnen de multinationals. De Belgische bourgeois zijn
internationalisten die zich verenigen met bourgeois van alle
nationaliteiten en kleuren om maximale winsten te realiseren. Maar hoe
internationalistischer de burgerij wordt, des te meer spant ze zich in om
de internationale solidariteit van de werkers kapot te maken. Om haar
wereldheerschappij in de huidige crisis te handhaven, moet zij de
internationale arbeidersklasse tot in het extreme verdelen met
nationalisme, racisme, religieus fundamentalisme, etnicisme, regionalisme.
Als de werkers hun vijanden willen verslaan, dan moeten zij de meest
consequente internationalisten zijn door de verdediging op zich te nemen
van alle werkers en uitgebuitenen van de hele wereld. Het financiële
kapitaal en de investeringen overschrijden zonder probleem alle grenzen.
Wij eisen dat de werkers dezelfde vrijheid hebben, in het belang van hun
gemeenschappelijke strijd tegen het kapitalisme.
Lenin zei het in 1914 en Stalin herhaalde
het in 1952: imperialisme is oorlog. In een mondiale kapitalistische markt
hebben de crisissen ook een mondiaal karakter. Iedere imperialistische
macht probeert met politieke en militaire middelen de grondstoffen, de
lucratieve markten, de strategische regio's te controleren. Om een
concurrent buiten te werken, kan een imperialistische macht reactionaire
burgeroorlogen uitlokken zoals in Algerije en Soedan. Vandaag strijden de
Verenigde Staten, Duitsland en Japan om de wereldheerschappij. De strijd
tussen de imperialistische blokken heeft al twee wereldoorlogen
veroorzaakt. Met de verdieping van de algemene crisis neemt het gevaar van
een nieuwe wereldoorlog toe.
Wij weten niet welke landen en welke volkeren er het eerst in zullen
slagen de ketens van onderdrukking en terreur te breken en het socialisme
in te stellen. Maar hun overwinningen zullen ook het resultaat zijn van de
antikapitalistische strijd van alle werkers in de wereld. De 21ste eeuw
zal de socialistische wereldrevolutie in alle kracht zien herrijzen. De
arbeidersklasse van alle landen moet zich bewust worden van haar
revolutionaire roeping, haar internationalistische roeping, haar
historische roeping.
[
Inhoud ]
Dat alles zijn klasse-waarheden die de
sociaal-democratie al sinds een eeuw bekampt. Maar enkel die diepgaande
historische visie maakt het onze partij mogelijk klaarziend en vastberaden
te zijn in de strijd van iedere dag. Om die strijd meer vastberaden te
maken, heeft de PVDA aangetoond dat de middelen bestaan om de grote
sociale problemen op te lossen.
De inkomens uit fortuin (dividenden, tantièmes, intresten en huren) zijn
tussen 1987 en 1995, onder de huidige regering van socialisten en
christen-democraten gestegen van 932 miljard naar 1.611 miljard frank.
(141)
Sinds de socialistische partijen in de regering zijn, zijn de winsten van
de ondernemingen gestegen. De patroons verminderen de lonen, zogezegd om
te investeren. Maar de speculatieve geldbeleggingen door de ondernemingen
zijn van 430,5 miljard in 1987 gestegen naar 1.009 miljard in 1993. (142)
Deze eerste mei kreeg Anne-Marie Appelmans, secretaris-generaal van
ABVV-Brussel luid applaus toen ze verklaarde: "Ik geloof dat er een ware
stroming is die ons kan verenigen rond een andere politiek." (143) Ze
heeft volkomen gelijk. Het komt er dus op aan die andere politiek correct
te definiëren. Er moet een programma komen, aangepast aan de problemen.
Zoniet zullen zij die vandaag het dekreet-Onkelinx stemmen, morgen zeggen
dat zij ook een 'andere politiek' hebben en zij zullen ons met wat
demagogische formules dezelfde klassencollaboratie verkopen.
Wij hebben een programma in vijf punten opgesteld.
[
Inhoud ]
- Vooral de banken profiteren van de
openbare schuld die is opgelopen tot 10.000 miljard frank. Een
verplichte lening aan verlaagde intrestvoet brengt de staat jaarlijks 50
miljard frank op.
- Sinds tien jaar verlagen de
opeenvolgende regeringen de belastingvoet voor ondernemingen tot het
effectieve peil van 20 procent vandaag. De belastingvoet van 1985
herstellen, dat wil zeggen ze terugbrengen op 40 procent, brengt 150
miljard per jaar op.
- In België bestaat geen
fortuinenbelasting. Een belasting van 2 procent instellen op fortuinen
boven de 20 miljoen brengt jaarlijks 100 miljard op. De inkomens uit
kapitaal zijn lager belast dan de inkomens uit arbeid. De inkomens uit
kapitaal op dezelfde voet belasten als de inkomens uit kapitaal brengt
jaarlijks 125 miljard frank op.
- De personenbelasting moet echt
progressief zijn en de hoogste inkomens het zwaarst belasten. Dat brengt
jaarlijks 75 miljard op.
Deze vijf maatregelen brengen samen 500
miljard op voor de schatkist.
Dit programma heeft een brede weerklank gekregen in de recente sociale
bewegingen, onder meer onder de leraars. Onze partij heeft een referendum
georganiseerd waar 19.109 werkers aan deelnamen. Dit programma werd door
89 procent van de deelnemers goedgekeurd.
[
Inhoud ]
Onze visie op de grote historische
perspectieven, ons communistisch programma motiveert onze leden om in alle
strijdbewegingen aanwezig te zijn.
Onze leden hebben in Opel, het vroegere General Motors in Antwerpen,
tientallen enquêtes gedaan om de precieze eisen van de werkers te kennen.
De 11de maart van dit jaar begon de eerste staking sinds 23 jaar.
Een syndicalist zei: "De patroon perst ons uit als citroenen. En als wij
protesteren, zegt hij: 'In de Derde Wereld verdienen ze bij GM maar 10
procent van wat gij verdient en ze werken twaalf uur.' GM heeft 75.000
arbeiders overal in de wereld afgedankt en vorig jaar een nettowinst
geboekt van 205 miljard frank. Wij kunnen dit onmenselijke systeem en zijn
concurrentiewetten echt niet langer verdragen. Vroeger moest ik altijd
lachen met uw pamfletten en uw teksten over de gewelddadige revolutie en
de nieuwe socialistische maatschappij. Maar nu begin ik er steeds meer van
overtuigd te worden dat dat de enige oplossing is."
En in een groot dagblad kon men het volgende lezen: "Veel van de huidige
problemen wijt ACV-secretaris François Geeraerts aan de PVDA die een
werking bij Opel heeft opgezet." (144) Zo simpel is dat: problemen bij
Opel? Dat is de PVDA, dat heeft niks te maken met patronale uitbuiting.
De burgerij wil Forges de Clabecq sluiten
en van de streek van Tubize een sociale woestenij maken. De 3de februari
toonde een betoging van 10.000 mensen dat het genoeg geweest is. Een
arbeider van Clabecq zei toen op de televisie: "Dit wordt een sociale
ruïne. We gaan terug naar toestanden van 1900. Wij moeten de barricaden
op. De mensen zullen in opstand komen wanneer ze honger hebben. We gaan
naar een sociale revolutie." (145)
De voorzitter van de Franstalige liberalen Louis Michel antwoordde: "We
moeten het probleem van de sluiting van Forges de Clabecq durven stellen.
Het zijn daar zelfs geen socialisten van het ABVV, het zijn PVDA'ers.
Extreem-links terroriseert de streek." (146)
Zo simpel is dat: problemen bij Clabecq? Dat is de PVDA die de streek
terroriseert. Dat heeft natuurlijk niks te maken met patroons die meer dan
2.000 families in de miserie willen storten.
[
Inhoud ]
In het Franstalige landgedeelte ontplooit
zich sinds zes maanden een beweging van leraren, leerlingen en studenten
die veel verder gaat dan wat we in 1968 meegemaakt hebben. Het gaat om een
fantastische beweging voor de democratisering van het onderwijs maar stelt
tegelijk het probleem van de aard van onze maatschappij.
PS-voorzitter Busquin had hieromtrent het volgende te zeggen: "De wetten
houden nooit rekening met de straat. Het democratisch proces kent een
normaal verloop. De regering stelt voor en het parlement beslist." (147)
Wat kan men Busquin antwoorden?
Een jonge scholier antwoordde: "We zijn veertien jaar en wij tellen voor
niks mee. We zijn het beu ons een parasiet te voelen." (148)
Robert Neuray van de Luikse ACOD antwoordde: "Er is een breuk tussen de
sociale beweging die een ongekende diepgang heeft en de houding van de
PSC-PS die geen enkele democratische legitimatie meer hebben." (149)
R. Manchon van de Brusselse ACOD antwoordde: "Het loont niet meer de
moeite zich tot de politici te wenden. Het zijn mensen die alleen maar op
een stemknop drukken." (150)
De leraren en de leerlingen hebben van de
Parti Socialiste en van de flikken inderdaad enkele lessen gekregen in
burgerlijke democratie. Niet alleen de leraars en de leerlingen maar ook
de meerderheid van de werkers zijn tegen de ontmanteling van het
onderwijs. Leraars en leerlingen voeren een strijd die uniek is in de
Belgische geschiedenis. Het is een voorbeeldige, doordringende,
altruïstische strijd voor een kwaliteitsonderwijs, opdat de jonge
generatie een toekomst zou hebben. De leiders van de Parti Socialiste
beledigen hen, proberen hun strijd belachelijk te maken, gebruiken
chantage, proberen de arbeiders tegen de leraars op te zetten, organiseren
een onvoorstelbare politie-repressie. En beschermd door 1.050 flikken
stemmen zij 'op democratische wijze' een decreet dat door het volk
verafschuwd wordt. En dan zeggen ze u: "Dat is de democratie. U hebt toch
voor ons gestemd!" De werkers zijn er zich van bewust dat ze gestemd
hebben voor valse beloften, voor demagogische slogans. En in naam van die
stem willen de PS-leiders hen dwingen de dictatuur, de willekeur, de
ontmanteling van het onderwijs lijdzaam te ondergaan!
Voor de partijen die de steun hebben van het patronaat, is de democratie
voor de verkiezingen een grote oefening in demagogie en valse beloften. Na
de verkiezingen is de democratie een totaal misprijzen voor het leven en
de eisen van de werkers.
Na de kloppartij van de flikken op 2 april kon Le Soir de barbaarsheid van
de flikken niet ontkennen. De krant schreef: "De agenten waren dronken van
wraakzucht, ze waren als door hondsdolheid bezeten, in hun ogen blonk de
haat." Dat is een objectieve constatering. Dan komt de intoxicatie: "De
wildheid van de agenten was die van de oproerkraaiers waard. Geprovoceerd
door enkele extremisten van de PVDA hebben de agenten zonder pardon tegen
de betogers gechargeerd." (151) Zo simpel is dat, 't was nog maar eens de
PVDA.
Men herinnert zich dat toen de flikken in Luik al evenzeer als 'door
hondsdolheid bezeten' erin gevlogen waren, Busquin zei: "Alle socialisten
hebben hetzelfde dilemma: revolte want de ongelijkheid neemt toe,
verantwoordelijkheidszin want de PS wil de zaken aanpakken. Naargelang de
post die men bekleedt, geeft men meer uitdrukking aan zijn revolte dan aan
zijn verantwoordelijkheidszin. Jean-Marie Dehousse heeft zich laten leiden
door zijn verantwoordelijkheidszin door de betoging van de studenten in
Luik te bedwingen." (152)
Dat, geef toe, is toch wel schitterend gevonden. Je moet een groot
filosoof zijn om er op te komen. De kleine PS-militant, op zijn post,
drukt zijn revolte uit terwijl de PS-chef, op zijn post, uitdrukking geeft
aan zijn verantwoordelijkheidszin en de militant in mekaar laat kloppen.
[
Inhoud ]
De hele burgerij, met inbegrip van de
leiders van de SP en de PS, voert een psychologische oorlog tegen alle
krachten die willen vechten tegen de verschillende aanvallen van het
grootkapitaal. In de strijd van de leraars en leerlingen in het
Franstalige landgedeelte zien we schoolvoorbeelden van intoxicatie.
Intoxicatie tegen de vakbondsverantwoordelijken, intoxicatie tegen de
strijdende leraars, intoxicatie tegen de PVDA.
Laten we beginnen met de intoxicatie van een beursblad: "Sommige
vakbondsleiders van het onderwijs hebben een houding aangenomen van
permanente weigering en chantage waardoor ze in feite moesten
gediskwalificeerd worden, maar dankzij een systematische desinformatie
zijn ze erin geslaagd een revolutionair klimaat te scheppen dat
anachronistisch is in de wereld waarin we leven." (153) Een vakbondsleider
die zijn basis steunt, wordt beschuldigd van chantage, desinformatie en
anachronisme.
Dan is er de intoxicatie van bijvoorbeeld Philippe Moureaux. Toen leraars
hem verhinderden zijn leugenachtige toespraak te houden op 1 mei, zei hij:
"We zijn niet van plan te vechten tegen een mengeling van eerlijke
militanten en socialo-fascisten." (154) Zo worden de militanten die
eerlijk en echt links zijn en die weigeren de afbraakplannen van de grote
burgerij te aanvaarden ervan beschuldigd 'het bedje te spreiden van het
fascisme'! Maar zij die in Brussel socialo-fascisten genoemd worden,
krijgen in Charleroi het etiket van crypto-communisten opgekleefd.
Dat brengt ons tot de intoxicatie tegen de PVDA. Busquin zei over de 1ste
mei: "Er waren in Charleroi 1.300 mensen die applaudisseerden en 200
schreeuwers. Ze werden gemanipuleerd door een militante van de PVDA van de
Sacré-Coeur in Charleroi." (155) Zo denkt Busquin dus over deze
onvergetelijke 1 mei: 1.300 mensen applaudisseerden en een kleine
minderheid van 200 individuen maakten van hun oren -- en waarom? Wel,
omdat die kleine minderheid gemanipuleerd werd door één enkele militante
van de PVDA!
De PVDA is de enige partij in België waarvan de leden zich met hart en
ziel inzetten voor de bevrijding van de arbeiders en de werkers. Ze weten
en kennen de eisen en verzuchtingen van de arbeiders en werkers en helpen
hen daar een klare en radicale uitdrukking aan te geven. De PVDA
ontwikkelt het socialistisch bewustzijn: het kapitalisme moet vernietigd
worden voor dat het kapitalisme de mensheid vernietigt, alleen het
socialisme kan de werkers een toekomst bieden. Steeds meer werkers
herkennen zich in de activiteit en het programma van de PVDA.
Een burgelijk dagblad moest erkennen dat de leraars en de strijdbare
delegees inzien dat alleen de PVDA een ernstig anti-kapitalistisch
alternatief biedt. La Nouvelle Gazette schrijft: "Terwijl iedereen haar
voorstelde als een marginale groep, blijkt de PVDA een politieke macht
geworden te zijn waar men niet omheen kan. Dat is wat Philippe Busquin
beweert. In Charleroi en in Luik, in Froidchapelle en in Aubange, zijn de
leiders van de PVDA erin geslaagd de socialistische leiders de mond te
snoeren. Het Front National beeft voor deze wending naar links en Philippe
Busquin beschuldigt de journalisten er haast van 'het bedje van
extreem-links te spreiden.'" (156)
[
Inhoud ]
Al die aanvallen tegen de PVDA, al die
beledigingen aan ons adres, zijn in wezen slechts de erkenning van deze
waarheid: onze militanten hebben zich voorbeeldig gedragen in de
verdediging van de juiste eisen van de werkers, de leraren en de
leerlingen en zij hebben hun vertrouwen gewonnen. Wat niet wegneemt dat we
ons werk nog grondig moeten verbeteren.
Wij gaan naar grote sociale strijdbewegingen in België, in Europa en in de
wereld en wij zeggen aan de werkers, de leraars, de werklozen, de jongeren
die geen toekomst van armoede, ongelijkheid, repressie en oorlog willen:
kom bij de partij, de partij heeft u nodig, gij hebt de partij nodig!
Onze partij moet haar poorten wagenwijd
opengooien voor alle intellectuelen en alle werkers die zich bewust zijn
van het verraderlijk karakter van de sociaal-democratische leiders.
Wij moeten breken met sommige sektaire en burokratische gewoontes die
tijdens ons Vijfde Congres vorig jaar grondig gekritiseerd werden. Na deze
kritieken op het Congres, hebben de arbeiderscellen hun werk
geheroriënteerd en 236 nieuwe arbeiders zijn lid geworden van onze partij
of staan op het punt lid te worden.
Laat ons iedereen in de partij verwelkomen die wil vechten tegen het
kapitalisme en die zich wil vormen in het marxisme-leninisme om beter te
kunnen vechten.
Leve de strijd van de arbeiders en de
werkers!
Leve de Partij van de Arbeid van België!
Leve het marxisme-leninisme!
Leve het proletarisch internationalisme!
(1) Kerensky, La Russie au tournant de
l'histoire, (geschreven op 22 november 1917), Ed. Plon, 1967, p. 595-596.
(2) Frank Vandenbroucke, Sovjetunie en socialisme, in Socialistische
Standpunten, 1990, nr. 5.
(3) Unicef, Poverty, Children and Policy, regional monitoring report nr.3-1995,
p. 118; Frankfurter Allgemeine Zeiting, 24/2/96.
(4) Argumenti i Fakti, 24/1/96.
(5) International Herald Tribune, 16/1/1992, Germany on Aiding Ex-Soviets;
Argumenti i Fakti, 27/3/96.
(6) Argumenti i Fakti, 14/3/1996.
(7) Frank Vandenbroucke, Sovjetunie en socialisme, in Socialistische
Standpunten, 1990, nr. 5, p. 51-52.
(8) Unicef, Poverty, Children and Policy, p. 16.
(9) Le Monde, 25/2/96, Les arriérés de salaire en Russie atteignent 20
milliards de francs.
(10) Unicef, Poverty, Children and Policy, p. 19.
(11) Idem, p. 147.
(12) Idem, p. 111.
(13) Idem, p. 25.
(14) Idem, p. 110.
(15) Robert Falony, URSS, l'érosion, in Socialisme, nr. 219, mai-juin
1990, p. 212.
(16) Brief van 10 september 1990.
(17) Beknopt Verslag Kamer, 20/9/1990, p. 1420.
(18) Gazet van Antwerpen, 3/1/1991.
(19) Beknopt Verslag Senaat, 28/9/1990, p. 884, 887.
(20) Le Soir, 25/1/1991.
(21) International Herald Tribune, 1/3/91.
(22) Le Monde, 19/1/1996, p. 12, Génocide froid en Irak. (23)
International Herald Tribune, 26/4/1993; Unicef-rapport 1993.
(24) Paul Vanden Bavière, Ze komen uit het Oosten, uitg. Scoop, p. 69.
(25) Vredeskrant Vaka-OCV, november 1990, p. 23-24.
(26) Strobe Talbott, Die Zeit, 6/10/1995, Warum die Nato wachsen muss.
(27) Karsten Voigt (Duitsland) en Tamas Wachsler (Hongarije), Projet de
rapport spécial - L'élargissement de l'OTAN, Assemblée de l'Atlantique
Nord, mei 1995, AM 95 DSC/NE (1995) 1, page 15.
(28) De declaratie van Rome inzake Vrede en Samenwerking en Het nieuwe
strategische concept. Navo-kroniek, nr.6, december 1991, p. 19-32.
(29) Javier Solana, Revue de l'OTAN, nr.2, maart 1996, p. 4-5.
(30) Geciteerd in: Christian Schmidt-Häuser, Die Zeit, 1/3/1996, Der kalte
Krieg ist noch lange nicht vorbei.
(31) Le Figaro, 11/10/1995, La bataille de l'or noir du Caucase.
(32) Christian Schmidt-Häuser, Die Zeit, 1/3/1996.
(33) Der Spiegel, nr.45, 1994, p. 8.
(34) Christian Schmidt-Häuser, Die Zeit, 1/3/1996.
(35) E. Pond, The Wall Street Journal, 21/3/96, Russia's threats to
Ukraine may backfire.
(36) Survival, vol.37, nr.1, Asmus, Kugler and Larraber, (analysten van de
Rand Corporation), Nato Expansion, The next steps.
(37) E. Pond, The Wall Street Journal, 21/3/96.
(38) Survival, vol.37, nr.1: Asmus, Kugler and Larraber, Nato expansion,
the next steps.
(39) Le Monde, 17/3/96, Le Parlement russe restaure l'Union soviétique.
(40) International Herald Tribune, 21/3/96, Why it matters whether
Yeltsine wins.
(41) E. Pond, The Wall Street Journal, 21/3/96, Russia's threats to
Ukraine may backfire.
(42) Strobe Talbott, Die Zeit, 6/10/95, Warum die NATO wachsen muss.
(43) De Standaard, 16/3/96 en 23/3/96.
(44) Revue OTAN, nr.2, 1996, p. 4-5.
(45) Ronald Asmus, senior analyst at Rand Corporation, International
Herald Tribune, 30/12/94, Washington is right to prepare expansion of
NATO.
(46) Brzezinski, International Herald Tribune, 30/12/94, Two tracks for
NATO.
(47) Frankfurter Allgemeine Zeitung, 13/12/1995.
(48) Revue de l'OTAN, januari 1996, p. 16.
(49) Der Spiegel, 5/1995.
(50) International Herald Tribune, 7/12/1995.
(51) Louis Tobback, Zwart op Wit, Uitg. Houtekiet-Hadewych 1995, p.
109-110.
(52) Idem, p. 91.
(53) PS-Entreprises, nr. 18, januari 1993, p. 48.
(54) Projet de programme électoral, Congrès du PS, 26/10/1991.
(55) L'Echo, 17/4/1996, p. 5.
(56) RTBF-radio, 23/3/1994.
(57) Financieel Ekonomische Tijd, 1/6/95, Europese kommissie spant zich
voor de kar.
(58) Dore Smets en Jef Rens: Historique du Centre Syndical Belge à Londres
1941-1944, éd. FGTB.
(59) Diskussienota sociale zekerheid, Colloqium, 20/12/1995, p. 7-8. (60)
Ekonomische vooruitzichten 95-99, p. 90.
(61) Avancées, april '96, p. 11.
(62) Ekonomische vooruitzichten 95-99; p. 62, Tabel 30.
(63) Humo, 5/3/96, p. 39.
(64) Tobback, Zwart op wit, blz. 96.
(65) Vande Lanotte in La Libre Belgique, 7/2/96, Nous voulons maîtriser
les flux migratoires.
(66) Idem.(67) Idem.
(68) De Standaard, 10/2/96, blz. 23.
(69) Beknopt Verslag, Kamerzitting, 10/1/96, p. 2-4.
(70) Humo, 5/3/96, p. 39.
(71) Louis Tobback, Zwart op wit, p. 95-96-97.
(72) Idem, p. 91-92.
(73) Kris Van Limbergen, Veiligheidscontracten zorgen voor doorbraak in
preventiebeleid, Terzake, praktijkblad gemeentebeleid, nr. 4, april 1994,
p. 2.
(74) Vande Lanotte, Nota aan de ministerraad, 27/9/95, p. 28.
(75) Idem, p. 29.
(76) Idem, p. 23.
(77) Idem, p. 8.
(78) Idem, p. 10.
(79) Idem, p. 27.
(80) Idem, p. 25.
(81) Idem, p. 31.
(82) Idem, p. 32.
(83) Idem, p. 32.
(84) Idem, p. 11.
(85) Kris Van Limbergen, Terzake, nr. 4, april 1994, p. 4. (86) Idem, p.
2.
(87) Idem, p. 9.
(88) Eindrapport van het Koninklijk Kommissariaat voor het
migrantenbeleid, p. 79.
(89) Kris Van Limbergen, p. 4-5.
(90) Isabelle Poulet, kriminologe, UCL, Nouvelle Tribune, nr. 2-3,
maart-juni 1994, p. 68-70.
(91) Prof. Maria De Bie in De Morgen, 9/9/95.
(92) De Standaard, 2/5/96, p. 2.
(93) La Wallonie, 2/5/96, p. 9.
(94) Renard, p. 67.
(95) POB, Compte-rendu des Congrès du 30-31 mars et du 4 mai 1902, Impr.
Brismée, Brussel, 1902, p. 96.
(96) Vandervelde, Souvenirs d'un militant socialiste, Editions Denoël,
Paris, 1939, p. 59-61.
(97) Marx-Engels, La guerre civile en France, Oeuvres Choisies, Moscou,
1955, p. 548-549 en 513.
(98) Marx-Engels, Le Manifeste, Oeuvres Choisies, Moscou, 1955, p. 33.
(99) Marx-Engels, p. 512.
(100) Faut-il changer, p. 107. (101) Vandervelde, Le collectivisme et
l'évolution industrielle, Ed. Rieder, Paris, 1921, p. 184.
(102) Le Socialisme contre l'Etat, 1914, Ed. de l'Institut Emile
Vandervelde, 1949, p. 56.
(103) Le collectivisme et l'évolution industrielle, p. 224.
(104) Idem, p. 227-228.
(105) Vandervelde, Souvenirs, p. 291.
(106) Vandervelde, La Belgique envahie et le socialisme international, Ed.
Berger-Levrault, Paris, 1917, p. 12.
(107) Idem, p. 162. (108) Vandervelde, Souvenirs, p. 179. (109) La
Belgique envahie, p. 109.
(110) Idem, p. 73.
(111) Idem, p. 74.
(112) Idem, p. 3.
(113) Le socialisme contre l'Etat, p. 89.
(114) La Belgique envahie, p. 71 en 125.
(115) Idem, p. 10.
(116) Vandervelde, Souvenirs, 1939, p. 282-3.
(117) Pierre Joye en Rosine Lewin, Les Trusts au Congo, Société Pop.
d'Editions, Brussel, 1961, p. 202-204.
(118) Vandervelde, Souvenirs, p. 76 et 78.
(119) Idem, p. 78.
(120) Joye en Lewine, Les Trusts au Congo, p. 217.
(121) Idem, p. 37.
(122) Janet Polasky, Emile Vandervelde, le Patron, éd Labor, 1995, p. 55.
(123) Vandervelde, Les derniers jours de l'Etat du Congo, Ed. Nouvelle
Société, Mons-Paris, 1909, p. 190-191.
(124) Idem, p. 192-193.
(125) Vandervelde, La Belgique et le Congo, Ed. Félix Alcan, Paris, 1911,
p. 264.
(126) Idem, p. 268.
(127) Idem, p. 172 et 268-269.
(128) Vandervelde, Les derniers jours de l'Etat du Congo, p. 189.
(129) Huizinga, Paul-Henri Spaak - De l'émeute à l'OTAN, Ed. Paul Legrain,
Brussel, 1988, p. 32-33-34.
(130) Idem, p. 50.
(131) Idem, p. 53.
(132) Idem, p. 76.
(133) Idem, p. 84 et 92.
(134) Henri De Man, Après Coup, Ed. Toison d'Or, Brussel-Parijs, 1941, p.
297-299.
(135) Idem, p. 306.
(136) Idem, p. 319.
(137) Recueil de Documents établi par le secrétariat du Roi 1936-1949,
niet gedateerd, p. 348-349.
(138) Idem, p. 541-542.
(139) Huizinga, Paul-Henri Spaak, p. 251.
(140) Congo 1885-1960. Positions socialistes, Ed. Institut Vandervelde,
non daté, (1960?), p. 324.
(141) Verslag Nationale Bank, p. 118.
(142) Tijdschrift Nationale Bank, november 1995, Tabel XII 1a.
(143) Le Soir, 2/5/96, p. 3.
(144) De Nieuwe Gazet, 15/3/96.
(145) L'Hebdo, RTBF&-TV, 24/3/96.
(146) RTBF1-TV, Mise au point, 19/11/95.
(147) Busquin in Le Peuple, 4/4/96, p. 4; Le Soir, 19/3/96, p. 3.
(148) Le Soir, 19/2/96.
(149) Journal et Indépendace, 2/4/96, p. 4.
(150) Le Peuple, 7/3/96, p. 4.
(151) Le Soir, 3/4/96, p. 3.
(152) Le Soir, 5/12/95.
(153) L'Echo, 11/5/96, p. 2.
(154) Le Soir, 2/5/96, p. 1.
(155) Le Soir, 2/5/96, p. 3.
(156) La Nouvelle Gazette, 3/5/ 96, p. 2.
Boven
|